Zondag, 24 januari, 22:05, NPO 2

Technologie als religie

Tot voor kort hadden religies het alleenrecht op de hemel. Maar godsdienst heeft een nieuwe concurrent: het dataïsme. De overtuiging dat uiteindelijk alles, ook het leven zelf, niets meer is dan data.

De belofte is een programmeerbaar paradijs, waarin artificiële intelligentie ons eeuwig leven, geluk en schoonheid kan schenken. 

Wat betekent het dataïsme voor de toekomst van religie en spiritualiteit? En kan het ons, naast tal van praktische zegeningen, ook zingeving bieden? Filmmaker Hans Busstra, die als gereformeerde domineeszoon de kerk verliet, gaat op zoek naar zingeving en spiritualiteit in het tech-tijdperk.  

 

VPRO Tegenlicht: 'Technologie als religie'
24 januari, 22.05 uur NPO2

over de uitzending

Het kernidee van alle vormen van religie en spiritualiteit is dat het leven zin heeft en dat de mens – en alles wat hem/haar omringt – ‘bezield’ is. Dat er méér is dan wij kunnen waarnemen. En dat er iets ‘groters’ is dat de mensheid en de natuur verbindt. Maar als dat zo is, geldt dat dan ook niet voor de heilsleer van Silicon Valley (singulariteit, transhumanisme, artificial intelligence)?

Zijn de Apple stores straks de nieuwe tempels? En de serial entrepreneurs uit de tech-hoek straks de priesters van de nieuwste heilige mis? De mis van het geloof in steeds verfijndere technologie, die ons wezen binnenkort kan uploaden? Tot voor kort hadden religies het alleenrecht op de hemel. Maar godsdienst heeft een nieuwe concurrent: het dataïsme.

'Godsdienst heeft een nieuwe concurrent gekregen: het dataïsme'

Regisseur Hans Busstra gaat in Engeland te rade bij twee grijze eminenties van de exacte wetenschap: James Lovelock, die deze jaren van het Novaceen omschrijft als ‘de tijd dat wij onze technologische opvolgers baren en opvoeden’. En bij de beroemde wis- en natuurkundige, Nobelprijswinnaar, Roger Penrose, die juist liever spreekt van ‘artificial cleverness’ dan van ‘artificial intelligence’.

Ex-CERN en ex-ASML-medewerker Bernardo Kastrup is het met Penrose eens: na een vruchteloze speurtocht naar ‘het bewustzijn in de machine’ moest hij concluderen dat zowel de hi-tech wereld als de kerk ons in feite slechts een landkaart bieden van een gebied dat veel groter en veelomvattender is.

Kastrup begon een stichting ter promotie van het metafysisch idealisme: het idee dat de werkelijkheid in feite tussen de oren zit. Hoe dan nu verder? Samen met essayist Meghan O’Gieblyn, evenals de regisseur een ‘evangelie-spijtoptant’, weegt Hans Busstra technologie en religie tegen elkaar af als systemen van zingeving voor de toekomst.

Regie: Hans Busstra
Research: William de Bruijn
Productie: Olivier Schuringa
Montage: Paul Delput
Eindredactie: Doke Romeijn en Geert Rozinga

over de sprekers

'Er is geen verschil tussen Darwins evolutietheorie en de evolutie van AI en andere machines'

James Lovelock

Wetenschapper en schrijver

Zijn alomvattende Gaia-hypothese maakte James Lovelock eind jaren zeventig een even gehate als geliefde wetenschapper. In de jaren zestig was de Engelsman een van de eerste wetenschappers die luid en duidelijk waarschuwde voor de opwarming van de aarde. Het boek Gaia: A New Look at Life on Earth uit 1979 leverde hem een warm onthaal van de milieubeweging op. Maar tegelijkertijd moesten veel collega-wetenschappers niets hebben van zijn ideeën over de aarde en haar biosfeer als een zelfregulerend, complex systeem.

Zijn nieuwste boek, Novacene: The Coming Age of Hyperintelligence, is misschien nog controversiëler. Het verscheen toen Lovelock in 2019 - in leeftijd - de 100 aantikte. In het boek voorspelt hij de toekomst van het leven op aarde. Net als mensen zijn computerchips aan het evolueren en voortplanten, maar dan veel sneller. De opkomst van hyperintelligente robots zal het einde inluiden van het mens-gedomineerde ‘antropoceen’. Deze ‘cyborgs’ kunnen tienduizend keer sneller denken dan mensen en hun eigen afstammelingen produceren en programmeren. De manier waarop deze wezens zullen redeneren, is niet te bevatten zijn voor het menselijk brein.

Lovelock zelf is verrassend positief gestemd over dit vooruitzicht om overgenomen te worden door AI-goden. Waarom? Omdat robots zich zullen realiseren dat organismen cruciaal zijn om de aarde op een leefbare temperatuur te houden. Daar vallen ook mensen onder. Zo zouden robots ons zelfs wel eens kunnen beschermen tegen dreigingen van buitenaf. Het is een provocerende stelling. Gaat de mensheid, onder toeziend oog van haar cyborg-bewakers, dan toch nog een toekomstbestendig bestaan tegemoet?

Roger Penrose

Wis-en natuurkundige/Nobelprijswinaar

Roger Penrose is een wereldberoemde natuur- en wiskundige, verbonden aan de Universiteit van Oxford. Zijn werk over onmogelijke geometrische objecten in de jaren vijftig inspireerde onder anderen de tekenaar M.C. Escher. Het getuigt van zijn grote liefde voor de diepe wiskundige structuren die het universum bijeenhouden. Samen met Stephen Hawking schreef Penrose in 1996 The Nature of Space and Time. Vorig jaar wonnen hij en zijn collega’s de nobelprijs voor natuurkunde met hun onderzoek naar zwarte gaten in de astronomische ruimte.

Penrose interesseert zich ook in het verband tussen natuurkundige principes en het bewustzijn. Volgens hem bestaat er niet zoiets als ‘artificial intelligence’. Liever heeft hij het over ‘artificial cleverness.’ Zijn boek The Emperor’s New Mind uit 1989 was een aanval op het populaire idee dat het bewustzijn zo erg lijkt op een computer, dat het nagemaakt kan worden via de klassieke mechanica. Volgens Penrose is bewustzijn daar simpelweg te complex voor. De natuurkunde achter het brein verloopt volgens kwantumwetten die we amper begrijpen en al helemaal niet kunstmatig kunnen reproduceren.

'Mijn grootste droom als kind was om een computer te bouwen met bewustzijn'

Bernardo Kastrup

Ex-CERN en ex-ASML-medewerker

Bernardo Kastrup werkte bij nucleair onderzoeksinstituut CERN en chipfabrikant ASML en is nu verbonden aan de Radboud Universiteit Nijmegen. Als gepromoveerd filosoof en computertechnicus verbindt hij het begrip van bewustzijn aan metafysica: de zoektocht naar de fundamentele aard van de werkelijkheid. Bewustzijn is niet voorbehouden aan mensen, stelt Kastrup. De hele kosmos kent bewustzijn. Als mens, kat, of vlieg ben je slechts een gedissocieerde expressie van het universele bewustzijn. En omdat je niet losstaat van de realiteit kun je hem ook niet onafhankelijk observeren. Dat betekent de genadeklap voor de traditionele wetenschap.

Kastrup’s metafysisch idealisme, onderbouwd met kwantummechanica, betekent dat het brein meer is dan een machine. Intelligentie kun je nabootsen, bewustzijn niet. Een computer zal altijd ‘in de duisternis’ opereren, zonder te weten hoe het is om een intelligente machine te zijn, aldus Kastrup. 

'Op vele manieren is informatie een vervanger van de ziel geworden'

Meghan O'Gieblyn

Essayist en schrijver

Meghan O’Gieblyn groeide op in een fundamentalistisch christelijk huishouden in Michigan. In haar essaybundel Interior States schrijft ze over haar ouders, die op een gegeven moment dachten dat er een apocalyps zou komen waardoor ze als gezin met een jaarvoorraad aan blikvoer opgescheept zaten. De Bijbel kent ze van binnen en van buiten. Maar op haar achttiende besloot ze het geloof achter zich te laten.

Ze is dus kritisch op religie, maar even sceptisch over het Westers secularisme. Volgens haar heeft het christendom zijn kans gemist om een tegengif te vormen voor de consumptiemaatschappij. Met megachurches en mass prayers verloor de kerk in Amerika namelijk haar rol als baken van bezinning in turbulente, moderne tijden.

Dit jaar verschijnt haar tweede boek, God, Human, Animal, Machine. Geïnspireerd door uitvinder Ray Kurzweil vergelijkt O’Gieblyn de mensoverstijgende creaties van het technologisch tijdperk met de christelijke evangelie rond onsterfelijkheid en wederopstanding. Wat betekent kunstmatige intelligentie voor ons gevoel van identiteit? Wat is de zin van het leven als we met technologie alles kunnen weten? Als ex-gelovige heeft O’Gieblyn een unieke kijk op deze vragen.

 

meer lezen & luisteren

Verliefd op een chatbot

Babette Schenkels

Waar relaties tien jaar geleden nog face-to-face ontstonden, gebeurt daten tegenwoordig vooral digitaal. Het coronavirus geeft een boost aan het aantal mensen die intimiteit vinden via zogeheten chatbots. Verdwijnt de mens straks helemaal uit ons liefdesleven?

Artificiële intelligentie bestaat niet, het is slimmigheid.

Dood aan het dataïsme

Hans van Wetering

Regisseur Hans Busstra gaat in Technologie als religie op zoek naar zingeving in de wereld van de moderne technologie, en stuit daarbij op het dataïsme. ‘Het is volgens mij gewoon onzin.’

Tien virtuele vriendjes: zo ontwikkelde sociale robots zich de afgelopen jaren

Zorgde jij twintig jaar geleden nog voor je Tamagotchi, nu zorgen Siri en Alexa voor jou. Zo ontwikkelde sociale artificiële intelligentie zich de afgelopen decennia.

Dit bedrijf leert AI op eigen benen staan

Bernardo Kastrup gaat in Eindhoven op bezoek bij Albert van Breemen van VBTI. Dat is een bedrijf dat AI-systemen ontwikkelt voor industriële toepassingen. Bijvoorbeeld een machine die paprika's herkent en plukt zodra ze rijp zijn. 

Tot nu toe was er nog geen manier om AI heel nauwkeurig elke hoek van een object te laten herkennen, zonder hem eerst een enorme lading data te moeten voeren. Daarom heeft Van Breemen bedacht om het andersom aan te pakken. 

Door de computer een compleet 3D-model te ‘voeren’, kan het algoritme zelf alle mogelijke hoeken van een object verzinnen. Die kan hij vervolgens in de echte wereld herkennen, en daardoor nauwkeuriger en autonomer opereren.

ga naar een Meet Up!