Zijn alomvattende Gaia-hypothese maakte James Lovelock eind jaren zeventig een even gehate als geliefde wetenschapper. In de jaren zestig was de Engelsman een van de eerste wetenschappers die luid en duidelijk waarschuwde voor de opwarming van de aarde. Het boek Gaia: A New Look at Life on Earth uit 1979 leverde hem een warm onthaal van de milieubeweging op. Maar tegelijkertijd moesten veel collega-wetenschappers niets hebben van zijn ideeën over de aarde en haar biosfeer als een zelfregulerend, complex systeem.
Zijn nieuwste boek, Novacene: The Coming Age of Hyperintelligence, is misschien nog controversiëler. Het verscheen toen Lovelock in 2019 - in leeftijd - de 100 aantikte. In het boek voorspelt hij de toekomst van het leven op aarde. Net als mensen zijn computerchips aan het evolueren en voortplanten, maar dan veel sneller. De opkomst van hyperintelligente robots zal het einde inluiden van het mens-gedomineerde ‘antropoceen’. Deze ‘cyborgs’ kunnen tienduizend keer sneller denken dan mensen en hun eigen afstammelingen produceren en programmeren. De manier waarop deze wezens zullen redeneren, is niet te bevatten zijn voor het menselijk brein.
Lovelock zelf is verrassend positief gestemd over dit vooruitzicht om overgenomen te worden door AI-goden. Waarom? Omdat robots zich zullen realiseren dat organismen cruciaal zijn om de aarde op een leefbare temperatuur te houden. Daar vallen ook mensen onder. Zo zouden robots ons zelfs wel eens kunnen beschermen tegen dreigingen van buitenaf. Het is een provocerende stelling. Gaat de mensheid, onder toeziend oog van haar cyborg-bewakers, dan toch nog een toekomstbestendig bestaan tegemoet?