Nederland kent sinds 1814 een Grondwet waarin onze grondrechten staan beschreven. Maar de overheid lijkt deze grondrechten steeds minder na te leven.
Rechtswetenschappers Manon Julicher en Janneke Gerards leggen uit hoe we onze grondrechten weer bovenaan de politieke agenda zetten.

Het is misschien wel het grootste Nederlandse schandaal van de afgelopen tien jaar: de toeslagenaffaire bij de Belastingdienst. 26.000 ouders die kinderopvangtoeslag kregen, werden door de fiscus jarenlang onterecht bestempeld als fraudeur. De slachtoffers van deze affaire moesten alle kinderopvangtoeslag terugbetalen. Met als gevolg een torenhoge schuld, die in sommige gevallen opliep tot tienduizenden euro’s.

Maar dat was nog niet alles. Uit onderzoek van Trouw en RTL Nieuws bleek dat een dubbele nationaliteit één van vijf criteria was waarop de fiscus selecteerde voor een extra controle. Maar liefst elfduizend mensen kregen te maken met deze etnische profilering.

Grondrechten geschonden

De toeslagenaffaire is het ultieme voorbeeld van institutionele grondrechtenschending. In Nederland hebben we, volgens de Grondwet, recht op gelijke behandeling ongeacht afkomst, geslacht en geaardheid. Het etnisch profileren van ouders door de overheid is daarom een flagrante schending van onze grondrechten. Daarnaast zijn er persoonsgegevens gebruikt, die verwijderd hadden moeten worden. In strijd met ons recht op privacy. De situatie in zijn geheel is een schending van het recht op behoorlijk bestuur. Dat grondrecht houdt in dat iedere Nederlandse burger er recht op heeft, dat zaken op onpartijdige en rechtvaardige wijze worden behandeld door instellingen, organen en instanties van de Europese Unie, dus ook de Nederlandse overheid. 

Politici zetten soms de Grondwet buitenspel

Grondrechten zijn fundamentele rechtsnormen, die niet geschonden mogen worden door Nederlandse burgers en de overheid. Fundamentele rechten zijn bedoeld om burgers persoonlijke vrijheden te geven. Denk aan het recht op vrijheid van meningsuiting en het al eerder genoemde principe van gelijke behandeling. Grondrechten moeten de leefbaarheid voor burgers vergroten en onze democratische rechtsstaat waarborgen. 

Maar dat gaat dus nog wel eens mis. 

Manon Julicher is rechtendocent en onderzoeker aan Universiteit Utrecht. Vorig jaar promoveerde zij met een proefschrift over de verschillen tussen grondrechten in de Grondwet en grondrechten die voortkomen uit internationale verdragen. Ook onderzocht Julicher hoe tekortkomingen in de formulering van grondrechten ervoor zorgen dat ze minder vaak nageleefd worden. Vooral door politici. 

‘De politiek heeft de afgelopen jaren net als de overheid, steken laten vallen bij het naleven van onze grondrechten’, vindt Julicher. Zo was de sociale advocatuur in Nederland bedoeld om de kwetsbare mensen in onze samenleving toch rechtsbijstand te kunnen bieden. Maar door de bezuinigingen, die minister Sander Dekker (Rechtsbescherming) doorvoerde, konden veel mensen geen rechtsbijstand meer betalen. Zo kregen ze hogere straffen opgelegd.

Waarom zet de politiek de Grondwet en onze grondrechten met enige regelmaat buitenspel? Dat heeft volgens Julicher twee belangrijke oorzaken. Ten eerste is de Grondwet nog niet compleet: een aantal rechten is nog niet in  onze Grondwet opgenomen. Voorbeelden zijn het recht op een eerlijk proces en het recht op leven: ze worden op sommige plekken in de Grondwet weliswaar indirect gegarandeerd, maar niet expliciet genoemd.

Ten tweede zijn de grondrechten die wel in de Grondwet staan vaak onduidelijk geformuleerd en verouderd. ‘Het viel mij op dat de formulering van sommige klassieke grondrechten niet meer past bij deze tijd,’ zegt de rechtendocent. ‘Als je kijkt naar de vrijheid van meningsuiting, staat er in de Grondwet bijvoorbeeld dat we recht hebben op vrijheid van drukpers en het ‘communicatiegeheim’ via een telegraaf.’ Dat is een apparaat waarmee mensen vroeger telegrammen stuurden. Julicher: ‘Maar ken jij nog iemand die een drukpers of een telegraaf heeft?’

Verder ontdekte Julicher in haar onderzoek dat politici en rechters mede door de gebrekkige en onduidelijke formulering van grondrechten vaker kijken naar internationale verdragen dan onze eigen Grondwet.

'De formulering van klassieke grondrechten past niet bij deze tijd'

Sociale en klassieke grondrechten

Hoogleraar fundamentele rechten Janneke Gerards, net als Julicher verbonden aan Universiteit Utrecht, doet ook onderzoek naar grondrechten. Gerards ziet dat er flinke gevolgen verbonden zijn aan het feit dat de Grondwet onderscheid maakt tussen klassieke en sociale grondrechten. Het verschil tussen de twee is dat klassieke grondrechten een passieve rol van de overheid vragen, geeft Gerards aan. ‘Je zegt eigenlijk dat de overheid van een recht ‘’af moet blijven’’ en jouw persoonlijke vrijheden moet respecteren’, zegt Gerards. Voorbeelden van klassieke grondrechten zijn het actieve en passieve kiesrecht, de vrijheid van meningsuiting en recht op gelijke behandeling - grondrechten die al eeuwen sterk zijn verankerd. 

Bij sociale grondrechten wordt er juist om een actieve rol van de overheid gevraagd. De overheid moet zich dus inspannen om iets te realiseren. Zo moet de overheid zich sterk maken voor voldoende woningen. Naast het recht op huisvesting zijn recht op onderwijs en gezondheidszorg voorbeelden van sociale grondrechten.

Sociale grondrechten zijn streefbepalingen

Het nadeel van sociale grondrechten is volgens Gerards dat overheidshandelen allesbehalve gegarandeerd is. Sociale grondrechten zijn eerder streefbepalingen. ‘Dat betekent dat de overheid zich moet bekommeren om het verhelpen van kwesties, maar daar blijft het bij,’ legt ze uit.

De bepalingen zijn nogal tandeloos. Zo staat er in de Grondwet bijvoorbeeld dat iedereen recht heeft op huisvesting. De overheid moet daarom voor voldoende woongelegenheid zorgen. Maar dit betekent niet dat de overheid verplicht is iedere Nederlandse burger van een huis te voorzien. ‘De Grondwet geeft de overheid te veel ruimte om zelf prioriteiten te stellen, omdat er geen concrete eisen aan overheidsinspanningen gesteld worden,' aldus Gerards. 

Terwijl de maatschappelijke problemen levensgroot zijn. Sinds 2009 is het aantal daklozen ruim verdubbeld. Inmiddels leven er 40.000 Nederlanders op straat. Om de huidige wooncrisis op te lossen zijn er één miljoen extra huizen nodig. Je zou denken dat de overheid die één miljoen huizen dan moet opleveren. We hebben immers recht op huisvesting. Maar afdwingbaar is dat niet: je kan niet naar de rechter stappen om een huis op te eisen.

Sociale grondrechten kunnen volgens zowel Jullicher als Gerards niet afdwingbaar gemaakt worden. Kunnen we daar dan geen klassieke grondrechten van maken? Een interessante vraag, vindt Julicher. Toch denkt ze dat dit in de praktijk moeilijk te realiseren is. ‘Het verschil tussen sociale en klassieke grondrechten is hiervoor te groot.'

Het is dus niet mogelijk om sociale grondrechten afdwingbaar te maken. Maar volgens Gerards kunnen burgers onderdelen van sociale grondrechten, die overeenkomen met afdwingbare grondrechten, wel gebruiken om naar de rechter te stappen.'Bepaalde aspecten van sociale grondrechten vormen een onderdeel van wél afdwingbare normen, zoals die vastliggen in internationale verdragen zoals het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens,' zegt Gerards. 

Zo heeft de Hoge Raad aangenomen dat sommige aantastingen van het recht op een goed leefmilieu ook het recht op leven kunnen raken. Het Europees Hof voor de Rechten van de Mens heeft bepaalde aanspraken op het recht op sociale zekerheid beoordeeld als onderdeel van het recht op privacy of het verbod op discriminatie. 'Burgers kunnen op deze manier met een beroep op die rechten uit het EVRM naar de rechter stappen en de sociale grondrechten zo alsnog afdwingen,' aldus Gerards.

Een update voor de Grondwet

Hoe kunnen we ervoor zorgen dat overheid en politiek onze grondrechten respecteren en naleven? Wat is er voor nodig? Volgens Manon Julicher zijn er een paar zaken die aangepakt moeten worden om de Grondwet te moderniseren. ‘Het is 2020, we zitten in de tijd van sociale media en kunstmatige intelligentie. De Grondwet heeft qua ontwikkeling stilgestaan, waardoor een groot aantal grondrechten niet meer kloppen of irrelevant zijn geworden,' aldus Julicher. 

Het herzien van de Grondwet is echter niet zo eenvoudig. Het is een zware, ingrijpende procedure. De Eerste en de Tweede Kamer moeten de wijzigingen tweemaal bekrachtigen en in tweede aanleg met een tweederde meerderheid. ‘Deze meerderheid wordt niet zo snel bereikt, omdat elke partij andere belangen heeft.'

'De Grondwet heeft qua ontwikkeling stilgestaan, waardoor een groot aantal grondrechten niet meer kloppen of irrelevant zijn geworden'

Het toetsingsverbod

Volgens Julicher moet ook het toetsingsverbod op de schop. Het toetsingsverbod houdt in dat de wetten van het parlement niet door de rechter aan de Grondwet mogen worden getoetst. Dat is in een land als Duitsland bijvoorbeeld wél het geval. ‘Het is nu niet mogelijk om naar de rechter te stappen en te vragen of het volgens jou geschonden grondrecht overeenkomt met de bepalingen in de Grondwet.'

Bij opheffing van het toetsingsverbod kan dit wel. 'Dan kan je bijvoorbeeld zeggen: "Hey, deze wet is in strijd met artikel 22 van de Grondwet”, waarna de rechter zich erover moet buigen.' Dat geeft ook de burger meer slagkracht.

'Modernisering van de Grondwet en het stoppen van grondrechten schendingen gaan hand in hand'

Eén ding is zeker: we hebben rechters nodig in onze strijd voor de naleving van onze grondrechten. En rechters hebben een update van de Grondwet nodig, om institutionele grondrechtenschendingen te kunnen veroordelen.  ‘Het is daarom goed om nu na te denken over hoe mensen bij grondrechtenschendingen optimaal toegang tot het recht kan worden geboden,' aldus Gerards.