In 2006 al onderzocht Tegenlicht wat klimaatverandering betekent voor een land dat grotendeels onder NAP ligt. Gijs Swantee ontdekte in ‘Hoera het klimaat verandert’ dat klimaatverandering een booming business is. Wat leerde hij en hoe kijkt hij, met de kennis van nu, terug op die aflevering?

‘Tijdens het maken van deze uitzending was er één ding dat mij meteen opviel: hoe anders buitenlandse bedrijven naar Nederland kijken. Wij vinden het doodnormaal om onze huizen 7 meter onder NAP te bouwen, terwijl Amerikanen dat een absurde gedachte vinden. Zij wilden bijvoorbeeld per se dat hun datacenters op hoger gebied kwamen te liggen. De Maasvlakte is speciaal voor buitenlandse bedrijven verhoogd aangelegd.’

Swantee noemt dat een spannend gegeven: dat Nederlanders een haast grenzeloos vertrouwen hebben in het waterbeheer. In het buitenland kennen ze die wonderbaarlijke traditie niet: ‘We verlaten ons op onze waterschappen, op de systemen die we hebben gebouwd. We hebben geleerd dat zij ons beschermen, dat we niet bang hoeven te zijn. Mensen kopen met een gerust hart een huis van 4 ton, flink onder de zeespiegel.’  

'Mensen kopen met een gerust hart een huis van 4 ton, flink onder de zeespiegel.’

Meesurfen op de zondvloed

Toch ging het in de recente geschiedenis op een haar na goed mis. Swantee maakte zijn uitzending tien jaar na de watersnoodramp in 1995, toen de opzwellende Rijn, de Waal en de Maas grote delen van Nederland onder water dreigden te zetten. 250.000 mensen werden in korte tijd geëvacueerd. Uiteindelijk bleef een grote catastrofe uit, maar de discussie over dijkverzwaring, rivierverbreding én anders wonen was definitief ontbrand.

Daar kwam nog iets bij. Klimaatverandering bleek namelijk profijtelijk. Want wat er ook gebeurt, welke ramp zich ook voltrekt: we gaan er verschrikkelijk veel geld aan verdienen, zag hij. ‘Een aantal bedrijven sprong in het gat. We moesten binnendijks gaan bouwen en nadenken over slimme manieren om overtollig water weg te krijgen. Dat is, zoals een ondernemer in die uitzending zegt, meesurfen op de zondvloed.

'Overvloedige regenval, dreigende watersnood en de zeespiegelstijging: het bracht allemaal ongelofelijke mogelijkheden met zich mee. Onze kennis werd een exportproduct. Amerikanen kwamen met open mond kijken naar onze Deltawerken.’

'Amerikanen kwamen met open mond kijken naar onze Deltawerken.’

Optimistisch over de toekomst

In de uitzending ‘Waterlanders’ gaat het wederom over de omgang met water en of we op een compleet andere manier moeten gaan denken. Hoe hoog het zeewater komt, hoe diep de bodem inklinkt: het is allemaal nog omgeven met heel veel onzekerheid. Dat was dertien jaar geleden niet anders. 

‘Veel is er niet veranderd, ziet Swantee: ‘Het blijven projecten op de lange termijn, juist ook vanwege die onzekerheid. De kennis is iets groter geworden en het bewustzijn over de klimaatproblematiek is wat versterkt. Juist ook door alles wat er om ons heen gebeurt. De toegenomen orkanen in Amerika, de bosbranden in de Amazone en Siberië en de enorme droogte van vorig jaar. We zijn gewoon goed bezig, maar ik heb nu ook weer niet het idee dat er heel veel nieuws is.’

Hij is optimistisch over de toekomst. Met onze kennis, onze technologische voorsprong, met de inzet van bedrijven en de overheid kunnen we het water de baas. In ‘Waterlanders’ zit een landschapsarchitect die ervoor pleit om te verhuizen naar hoger gelegen gebieden in Nederland en daarmee de Randstad op te geven.

Een interessante, maar controversiële gedachte, vindt Swantee: ‘Het is goed om een plan b te hebben, maar ik heb er ook wel wat moeite mee. De strijd tegen het water zit zo in het dna van de Nederlanders. We hebben het eeuwen gedaan. Buitenlanders staan ademloos naar onze kunde te kijken. En over dertig jaar reikt onze kennis vast weer verder. Dat ga je dan toch niet allemaal zomaar opgeven?’

‘We moeten ook niet vergeten dat bij ons het water van twee kanten komt,’ vervolgt Swantee: ‘Er is de zeespiegelstijging, zeker, maar een blik op de rivieren is even zo belangrijk, zo niet belangrijker. Al die mensen die straks naar het oosten trekken, zullen misschien alsnog worden gepakt door het wassende water uit Duitsland en België.’

Hoe maakt hij zichzelf uit de voeten als het water komt? ‘Ik woon in Weesp, aan het water. Iets onder NAP. Maar met mijn bootje vaar ik overal naartoe.’