Irakese programmamakers praten ten huize van Midden-Oostencorrespondent Mustafa Oukbih in Jordanië over het televisie-aanbod in hun land post-Saddam. Buitengewoon populair is Terrorism in the hands of justice.

door Kees Sluys

Vernemen we uit Irak nog wel meer dan dat het er (zelfmoord)aanslagen blijft regenen?
Is het hele land dan altijd in rep en roer? Natuurlijk niet. Net als hier zitten de mensen daar ’s avonds gewoon ontspannen naar de televisie te kijken. Al moet gezegd dat het populairste programma wel alles te maken heeft met aanslagen en terroristen. En het programma dat op een hele mooie tweede plaats komt, de Iraakse versie van In Holland staat een huis, zou zonder aanslagen en bombardementen ook niet bestaan.

Tegenlicht-programmamaker Roel van Broekhoven kreeg lucht van dit curieuze amusement en raakte geïnteresseerd. Televisie in Irak, hoe zit dat?
Van Broekhoven: ‘Het populairste programma op Al-Irakija, de oude zender van Saddam Hoessein, is Terrorism in the hands of justice. Op een gegeven moment zijn ze daar begonnen met het verhoren van verdachten van extremistische aanslagen, en daar werd verbazend goed naar gekeken. Er kwamen allerlei tips binnen en binnen de kortste keren was het een enorm succes. Het schijnt dat de straten in Irak elke avond om 21.00 uur geheel verlaten zijn. De koffie- en theehuizen zitten op dat tijdstip bomvol, alsof er een Europa Cup-wedstrijd wordt uitgezonden.’

Echt waar?
‘Het schijnt echt zo te zijn, ik heb het van diverse mensen daar gehoord. Maar het is eigenlijk hele saaie televisie. Je ziet twee of drie van die jongens voor een vlag zitten – meestal de vlag van het bataljon dat ze opgepakt heeft – en daar staat dan een heel lullig cameraatje op.

Op barse toon worden ze ondervraagd door een man, die niet onder stoelen of banken steekt dat hij dit geen optreden vindt van die jongens. Heel belerend, zo van: “Hoe kan je dat nou toch doen – 23 mensen vermoorden? Wat denk je dat je moeder daar van vindt?” Echt waar, hoor… dat soort vragen. En die jongens zijn allemaal heel deemoedig.’

Deemoedig, dus ze hebben spijt?
‘Ja, ze zijn altijd misleid, ze hebben altijd spijt. Ongeletterde boerenzonen die vertellen dat ze in opdracht van Ali A. of Mohammed B. voor honderd dollar iemand moesten vermoorden. Ik heb niemand gevonden – wat ik wel jammer vind, maar dat kan ook aan ons liggen – die voor de camera zei: “Krijgen jullie allemaal maar de kolere”. Die jongens zijn er wel, maar dat willen ze natuurlijk niet uitzenden. Dat past niet in de boodschap.

Want de boodschap van de veiligheidsdienst is om te laten zien dat het bij die aanslagen helemaal niet om de jihad gaat, maar om het geld. Dat het gewoon avonturiers zijn, niks geen heilige missie.

En de tweede boodschap, niet minder belangrijk: we krijgen ze te pakken! Ze kunnen dit niet allemaal ongestraft doen. Kijk maar, elke avond hebben we er wel weer een paar! Die jongens zeggen allemaal dat ze vrijwillig voor de camera komen. Maar je voelt aan alles, zelfs als je de taal niet begrijpt, dat ze al eerder zijn verhoord en hun verhaal nog eens moeten doen. Je ziet ze zoeken: wat moest ik ook alweer antwoorden op deze vraag? Allemaal opgelegd pandoer, allemaal propaganda. En ja, bij een terrorist stel je toch iets anders voor dan de zielige parade die hier voorbijkomt.’

Wat gebeurt er na de uitzending met die mannen?
‘Die komen daarna voor de rechter, zeggen ze. Ik heb tenminste geen reden om aan te nemen dat het niet gebeurt. Ik heb natuurlijk niks in Irak kunnen onderzoeken, ben er niet geweest. Maar ik heb wel Mustafa Oukbih (Midden-Oosten-correspondent, red.) die in Amman, Jordanië woont, gevraagd of hij de verantwoordelijke man voor het programma bij hem thuis zijn verhaal kon laten vertellen. Dat is een hele hoge generaal-majoor. Ik dacht: die krijg ik nooit zo ver, maar hij had wel een keer zin om even uit de ellende weg te zijn. Dus die is op onze kosten naar Amman gevlogen. Op hem moet je maar afgaan. Geen onaardige kerel, maar wel een beetje op de propagandatoer af en toe.’

Hoe kwam je erop?
‘De eerste keer las ik erover in de Herald Tribune. Daar stond ook in dat sommige van die jongens aanvankelijk bont en blauw, helemaal in elkaar geslagen, voor de tv verschenen. En dat er ook wel eens een jongen, die op tv was getoond, de volgende dag dood bij zijn vader was afgeleverd. Niet zo fris allemaal. Maar nu hebben ze kennelijk in de gaten dat het programma in de rest van de wereld bekend wordt, en gebeurt dat niet meer.’

Zitten de Amerikanen hier op een of andere manier achter?
‘Al-Irakija wordt medegefinancierd door Amerikaans geld. Maar uit de manier van televisie maken blijkt helemaal niets van enige Amerikaanse expertise. Het ziet er niet uit, er wordt ook geen enkele poging gedaan om lekkere tv te maken. Het aantrekkelijke zit hem in het onderwerp. Je vraagt je toch steeds af: wat bezielt die mensen om zichzelf op te blazen, en dertig Iraakse kinderen te doden?’

Wat is er verder te zien?
‘Heel veel, vooral Egyptische, soaps. En satirische programma’s. Heel succesvol is ook hun variant van In Holland staat een huis. In Irak hebben ze ervan gemaakt dat ze een nieuw huis voor je bouwen als het kapot gebombardeerd is. Dus dan komt er zo’n mevrouw van de tv bij je aan de deur, die zegt: “We hebben een verrassing voor u. U krijgt een nieuw huis.” Maar het moeten het liefst arme mensen zijn met een goed verhaal. En dan komen er op het eind een paar Gerard Jolingen-op-zijn Iraks tevoorschijn die met betraande gezichten zingen dat ze zo blij zijn dat deze mensen een nieuw huis hebben gekregen.

Dat soort reality-tv wordt door de commerciële zenders gemaakt. Ze hebben geloof ik al vijf of zes huizen gebouwd. Het is volgens de makers vooral bedoeld om hoop uit te stralen. Een paar mensen van de commerciële tv hebben we in Amman uitgenodigd voor een rondetafelgesprek. Daar wilden we eerst ook die generaal bij zetten, maar al snel bleek hij veel meer politicus dan televisiemaker. Dus is hij apart geïnterviewd.

Het zou mooi zijn geweest om met hem in Irak te kijken hoe het er achter de schermen van zijn programma aan toe gaat, maar dat is veel te gevaarlijk. Een week nadat hij in Amman was, ontsnapte hij maar net aan de dood: hij werd bijna zelf opgeblazen.’

Dit artikel verscheen eerder in de VPRO gids nr. 22