"Me and all my friends
we're all misunderstood
they say we stand for nothing and
there's no way we ever could
now we see everything that's going wrong
with the world and those who lead it
we just feel like we don't have the means
to rise above and beat it

so we keep waiting
waiting on the world to change..."

Uit: Waiting on the world to change van John Mayer

Vanaf het einde van de tweede wereldoorlog tot op de dag van vandaag kent onze wereld zo'n drie generaties. Uiteraard waren daar als eerste de babyboomers die - zoals de naam ook zegt - in grote aantallen na de bevrijding kwamen en zich lieten kenmerken door hun drang naar rechtvaardigheid en gelijkheid. De kinderen van deze generatie, Generatie X - geboren tussen 1965 en 1976 - lieten zich voornamelijk cynisch uit maar vallen vooral op door niet op te vallen. De jongere generatie van nu van 1976 tot en met ruwweg 2000 - sommigen definities hanteren trouwens 1982 tot 2000 - varen onder de vlag van Generatie Y, in de uitzending van 26 januari benoemd als de ‘Millennials’ , ook wel de Web 2.0 Generatie genoemd. Het verschil tussen deze typeringen is qua definitie niet zo groot te noemen, al is de naam Web 2.0 wel een duidelijker label dan Generatie Y dat slechts impliceert dat zij na Generatie X komen. Over het algemeen wordt Generatie Y getypeerd als een generatie waarvan de leden met eigenschappen als individualistisch, divers en breed algemeen ontwikkeld, gekarakteriseerd worden. Daarnaast heerst er een grote drang naar het vergaren van rijkdom en is het politieke engagement nihil. Van de ‘Millennials’ wordt echter gezegd dat de politieke betrokkenheid juist erg groot is, mede doordat het optimisme van deze generatie - belichaamd door de ‘change’-retoriek van Barack Obama – leidt tot het idee dat politieke hervormingen wel degelijk mogelijk zijn. Dit staat lijnrecht tegenover het cynisme van generatie X.

Met web 2.0 toepassingen wordt in algemene zin verwezen naar de ontwikkelingen die het 'world wide web' doormaakte naar de vorm zoals wij die nu kennen met toepassingen als sociale netwerkaccounts, blogs en videokanalen zoals Youtube. Het grote voordeel van deze ontwikkeling is dat er gebruik gemaakt kan worden van ‘user-generated content’, informatie die door de gebruikers zelf wordt gepubliceerd en verspreid. Belangrijkste gevolg hiervan is de zogenaamde democratisering van berichtgeving omdat nu iedereen met een pc en een internetaansluiting in staat is iets op het ‘www’ te publiceren. Hoewel de koppeling web 2.0 met mensen geboren tussen 1976 en 2000 vaststaat, levert een rondje langs de virtuele velden omtrent een nauwere definitie van de Web 2.0 Generatie echter een veelvoud aan ambigue definities op. Wellicht dat dit komt omdat de Web 2.0 Generatie nog bezig is zich als zodanig te ontwikkelen en er bij een volgende generatie pas een duidelijk kader getekend kan worden.

Dan de link met Barack Obama. Uit onderzoek is gebleken dat indien de leeftijdsgroep achttien tot negenentwintig jaar bij de afgelopen verkiezingen het alleen voor het zeggen gehad zou hebben, de uitslag 455 kiesmannen voor Obama tegen 57 voor McCain geweest zou zijn. Van de overige 26 kiesmannen zijn de gegevens vooralsnog onbekend. Ter vergelijking met de daadwerkelijke verkiezingen van 2008, die uitslag was 365 voor Obama tegen 173 van McCain. Uit deze statistieken moge duidelijk zijn dat Obama zijn verkiezing voor een groot deel dankt aan deze stemgerechtigde kiezer in de leeftijd van achttien tot negenentwintig jaar, ook wel de Web 2.0 Generatie. De karaktertrek van het gebrek aan politiek bewustzijn lijkt hiermee dus enigszins van de baan geschoven te zijn.

Naast de bekende behoefte aan ‘change’ die ervoor zorgde dat de ‘Millennials’ politiek gemobiliseerd werden, is ook de manier waarop Obama dit specifieke electoraat bereikte van belang geweest. Hij en zijn campagne team waren zich als geen ander bewust van de mogelijkheden die het web 2.0 te bieden heeft, dit blijkt wel uit het feit dat er in de aanloop naar de verkiezingen en tijdens zijn huidige presidentschap volop gebruik gemaakt wordt van de vele toepassingen die de wereld rijk is. Zo heeft Barack Obama bijvoorbeeld een eigen Facebook pagina – een sociale netwerk account met meer dan 150 miljoen actieve leden - en geeft hij vanaf zijn Youtube themakanaal regelmatig videoboodschappen uit die door duizenden mensen worden bekeken. Ook zijn vrouw Michelle Obama wordt ingezet als object voor de web 2.0 toepassingen met Facebook- en MySpaceaccounts. De invloed van de web 2.0 applicaties kan ook gevonden worden in de wijze waarop de diverse jonge bewegingen rondom Obama hun promotie organiseren en voeren. Veel gebeurd gewoon vanuit de studentenkamers zelf, zo is in de uitzending te zien. Hierin zien we bijvoorbeeld Tobin van Ostern, directeur van ‘Students for Obama’ , die vanachter zijn laptop regisseert en voortdurend in contact staat met de studentenleiders van ‘Students for Obama’ in de diverse Amerikaanse staten.

Students for Obama kan overigens worden gezien als een typisch product van de ‘Web 2.0 Generatie’. In 2006 richtten een aantal studenten een pagina op Facebook op om Obama aan te moedigen zich kandidaat te stellen voor het presidentschap. Deze site was een enorm succes en telde in korte tijd duizenden leden. Students for Obama besloot hun activiteiten uit te breiden met een officiële website en activiteiten buiten het internet. Al snel werden ze onderdeel van de grotere campagne ‘Obama for America’. Er werden meer dan 700 afdelingen opgericht met studenten die zich actief inzetten voor Obama. Bijvoorbeeld door stemmers te registreren en fondsen te werven en door het actief verspreiden van “Obama’s boodschap van hoop, actie en verandering”.

Voor de genoemde accounts en kanalen zie de links rechts op deze pagina.

Door: Mitsuko Teiwes