Vijf eindexamenleerlingen uit Chongqing, China op weg naar de top. Tegenlicht filmde een jaar lang op de school zonder internet of televisie.

Door: Ilse van der velden

Een kale leerfabriek is het, deze openbare middelbare school in Chongqing, een miljoenenstad in centraal China. Niks bankhangen, je hebt je bed en in de klas je lessenaar en daar zit je aan, zes dagen per week van zeven uur ’s ochtends tot half elf ’s avonds. Computers zijn er niet, televisie, huiskamers of sportzalen ontbreken ook. Voor I Wanna Be Boss volgde Tegenlichts Marije Meerman vijf slimme Chinese leerlingen in hun eindexamenjaar, die met nog ruim tien miljoen anderen uit het hele land strijden om toelating tot een van de twee topuniversiteiten van Beijing.

Voor Meerman begon de film met de vraag wie de toekomstige topmanagers, ambtenaren en ander kader zijn uit wereldmacht China, die ‘straks op de mondiale arbeidsmarkt gaan werken, en waar onze kinderen mee te maken krijgen.’ Jiacheng is er zo een: een bolleboos van arme komaf die in de film wordt toegelaten tot China’s nationale wiskundecompetitie. Zoals de meesten is Jiacheng sinds zijn twaalfde intern op school omdat zijn ouders veel te ver weg wonen. ‘In de film volgen we hem na de wedstrijd (ja, hij is geslaagd!) naar huis. Het laatste stuk was een uur door de blubber en de rijstvelden,’ zegt Meerman, ‘wij met alle apparatuur op onze nek. Voor veel kinderen is het contrast tussen school en thuis enorm; ze stappen telkens in een tijdmachine.’

Voor zowel Jiacheng als zijn hele familie is zijn toekomstige carrière de enige kans op een beter bestaan. Ook op school is de druk groot: het hele jaar door worden de prestaties van de leerlingen vergeleken, en zakt iemand op de ladder, dan volgen maatregelen. ‘Lijfstraffen zijn absoluut not done maar er wordt eindeloos op je ingepraat, een soort verbale hersenspoeling. Je moet je voorstellen dat zo’n jongetje als Jiacheng al in de laagste klassen van de lagere school wordt ontdekt, en vervolgens krijgt hij te horen: als je nou dat en dat kan, mag je naar een andere klas, en dan naar een andere school. En zo gaat dat maar door’.

De openbare school was een bewuste keuze. ‘We wilden niet alleen elite – hier zitten ook kinderen met een beurs – maar wel de allerslimsten. Zoals Gao Mengjia, een meisje met een beugel, dat ‘The earth is flat’ van Friedman heeft gelezen en nu de wereld beschouwt als haar speelveld. Haar grote voorbeeld is Warren Buffett.’

Ondanks het harde bestaan op school trof Meerman ontspannen leerlingen. ‘Ik vond het net Italianen, ze waren opvallend open en je kon met ze lachen. Het viel me mee. De ouders van Mengjia lieten ons zelfs op de ochtend van het examen binnen.’ Heeft Meerman alles uit haar onderwerp gehaald? ‘Ik had wel langer willen draaien. Het probleem was dat er zo weinig te beleven viel, die kids zitten alleen maar met hun neus in de boeken. Net als bij een natuurfilm moet je heel lang wachten voor er wat gebeurt. Toen we hoorden dat Mei tot die belangrijke competitie was toegelaten, zijn we meteen gekomen.’