In samenwerking met economenplatform Me Judice schrijven Nederlandse economen voor Tegenlicht over de toekomst van de euro.

Winston Churchill riep eens vertwijfeld uit: "If you put two economists in a room, you get two opinions, unless one of them is Lord Keynes, in which case you get three opinions." Als economen het dan wel eens zijn, geeft dat te denken. Zowel Arnoud Boot in het tv programma Tegenlicht als Harald Benink in een Tegenlicht column pleiten er voor Europese probleemlanden de eurozone uit te kunnen zetten. En ik ben dat – in weerwil van Churchill’s verzuchting – met ze eens.

Waarom? Heel simpel: omdat alles wat tot nu is geprobeerd niet werkt om het vertrouwen in de financiële markten terug te brengen. Wat is er al geprobeerd? Er is afgesproken dat het begrotingstekort niet meer dan 3% van het Bruto nationaal product (BNP) mag bedragen. Helaas werd dat maximum niet gehandhaafd toen het ging knellen. Afgelopen oktober zijn de teugels aangetrokken. Een land dat de norm niet haalt, moet geld op een geblokkeerde rekening storten. Dat geld is het land kwijt als het beleid niet verbetert. Verder wordt bij een boetebesluit een omgekeerde stemprocedure gevolgd: de straf wordt automatisch opgelegd, tenzij een meerderheid van de lidstaten zich daartegen verzet. Echter, een boetebesluit is en blijft een politiek besluit, en het is maar zeer de vraag of dat voldoende vertrouwenwekkend is voor financiële markten. Ik vrees van niet.

Nog meer geld pompen in probleemlanden als Griekenland en Ierland werkt niet

Verder is er een noodfonds waar nu al het astronomische bedrag van 750 miljard euro inzit. Nog meer geld pompen in probleemlanden als Griekenland en Ierland werkt niet, want dat doet een grote aanslag op de huishoudboekjes van de landen die nu nog aan de goede kant van de streep staan, zoals Duitsland en Nederland. Het vertrouwen op de markten neemt dan nog verder af.

Schulden herstructureren dan? Dat is jargon voor: een land failliet laten gaan. Gevolg is dat de schuldeisers (zeg maar obligatiehouders) niet al hun geld terugkrijgen. Dat is zeker een stap in de goede richting, omdat risico’s dan tenminste ingeprijsd worden en dus het nemen van hoge risico’s wordt afgeremd. Is dit genoeg om het vertrouwen terug te krijgen? Ik denk het niet, want het laat een andere diepere oorzaak van de huidige probleem ongemoeid.

Beter is het om sterker in te zetten op het bevorderen van concurrentie en marktwerking binnen de EU

Die oorzaak is de slechte concurrentiepositie van de Zuid-Europese landen. Italië, Portugal en Spanje staan ergens in de middenmoot op de Global Competition Index ranking, na Bahrein, Polen en Thailand. De arbeids-, goederen- en dienstenmarkten van deze probleemlanden zijn nu te weinig concurrerend. Er zijn twee manieren om de prikkels voor hervorming te vergroten: via de interne markt binnen de Europese Unie en via de wereldhandel.

De interne markt zou veel concurrerender kunnen. Nu worden vooral voor de Zuid-Europese landen vaak allerlei overgangs- en uitzonderingsregelingen ingesteld om gevestigde belangen te dienen. Beter is het om sterker in te zetten op het bevorderen van concurrentie en marktwerking binnen de EU. De probleemlanden hebben op de wereldmarkt last van de dure euro, die hun toch al zwakke concurrentiepositie verder aantast. (Nederland en Duitsland hebben trouwens voordeel bij een voor hen relatief goedkope euro). Als Griekenland nog de drachme zou hebben, zouden ze die nu devalueren ten opzichte van de euro.

Landen die hun huishoudboekje niet op orde krijgen moeten de euro uit kunnen worden gezet

En dat brengt ons tot de kern: landen die hun huishoudboekje niet op orde krijgen moeten de euro uit kunnen worden gezet. Die dreiging zal disciplinerend werken, en zal het vertrouwen in de euro op de financiële markten terugbrengen.

Een misvatting is dat een kleinere eurozone desastreus voor de Nederlandse economie zou zijn. Onze economie heeft vooral baat bij de interne markt; het effect van de euro is minder belangrijk. De achterdeur van de eurozone openzetten voor probleemlanden en tegelijk de interne markt verder uitbouwen – daar ligt de oplossing.

Barbara Baarsma is directeur van SEO Economisch Onderzoek en hoogleraar Marktwerking en mededingingseconomie aan de Faculteit Economie en Bedrijfskunde van de Universiteit van Amsterdam.