Verslag debat 'Nederland buiten kennis'

Nederland kan niet zonder brains. Maar hoe maken we Nederland aantrekkelijk voor toptalent uit binnen- en buitenland? Wetenschappers en ondernemers gingen daarover in discussie tijdens een door de KNAW en Tegenlicht georganiseerd debat.

“Is kennis nu echt zo belangrijk voor de Nederlandse economie?,” vraagt debatleider Pieter van der Wielen het panel. Een inkoppertje, geeft de radio- en tv-presentator toe. Peter Wennink, financieel directeur van chipmachinefabrikant ASML, antwoordt bevestigend. “ASML heeft meer toegevoegde waarde voor de Nederlandse economie dan de Tweede Maasvlakte.” Hij gaf deze illustratie eerder in de Tegenlichtaflevering Nederland buiten kennis.“De dag na de uitzending werd ik gebeld door de havenmeester die daar net iets anders over dacht, maar ik hield voet bij stuk,” vertelt hij lachend.

Buitenlandse werknemers onmisbaar

Voor die kenniseconomie zijn buitenlandse werknemers volgens Wennink onmisbaar. “Verscheidenheid is hard nodig. Buitenlandse werknemers nemen ook kennis mee en zonder die kennis hadden we bij ASML geen ontwikkelingen kunnen doen. Wij maken goede machines met behulp van de brains van buitenlandse werknemers.” Emmo Meijer, directeur R&D bij FrieslandCampina, bevestigt dat de werkvloer van grote bedrijven in Nederland al lang geen nationale aangelegenheid meer is. “Er wordt geen woord Nederlands meer gesproken in de labs.”

Totaalpakket

Maar hoe krijg je die buitenlandse uitblinkers naar Nederland, terwijl de concurrentie met topuniversiteiten en bedrijven in Engeland en Amerika moordend is? Wennink vertelt dat ASML samen met de Technische Universiteit Eindhoven bijvoorbeeld een scholarship aanbiedt. “Een koppeling tussen een studie en vervolgens een baan in Nederland.” Niet alleen het werk zelf is belangrijk. Volgens Robbert Dijkgraaf gaat het om het geheel. De president van de Koninklijke Nederlandse Academie van Wetenschappen vindt dat ons land een mooi totaalpakket aanbiedt. “De kwaliteit van leven, het onderwijs, bijna iedereen spreekt Engels. Nederland heeft goede papieren.”

Schrijnend verschil

We zijn er echter nog lang niet. Peter-Paul Verbeek, de voorzitter van de Jonge Akademie, hoort bijvoorbeeld nog geregeld verhalen over kennismigranten die voor hun partners geen visum kunnen krijgen. “Het politieke klimaat helpt daarbij ook niet.” Emmo Meijer valt Verbeek bij. “Een van de belangrijkste problemen is waardering voor de wetenschap. Onlangs was ik bij een bijeenkomst in Duitsland waar bijna de hele Duitse regering op de voorste rij zat, omdat er een belangrijke wetenschapper sprak. Dat verschil met Nederland vond ik schrijnend.”

Schokgolf

Meijer: “Als er massaontslagen vallen bij een Nederlands bedrijf ontstaat direct een schokgolf van verontwaardiging. Maar als er 2800 onderzoeksplaatsen verdwijnen hoor je daar bijna niemand over.” Meijer duidt hiermee op de prognose van de VSNU, de vereniging van universiteiten. Zij berekende dat in heel Nederland de komende jaren 2800 postdoc- en promotieplekken zullen verdwijnen door de bezuinigingen op onderzoek en innovatie. Robbert Dijkgraaf was erbij toen dit aan de minister werd voorgelegd: “Hij wimpelde het af met de opmerking: ‘Dit werp ik verre van mij’. Dan krijg je een welles-nietes discussie. Er is dus nog niet eens consensus over wat precies het probleem is.”

Salarisstrookje

Ook uit de salarisstrookjes blijkt weinig waardering voor hoogopgeleide technici, vinden sommigen. Een bezoeker van de Tegenlichtsite schreef: “Nee, de techniek is bijna uit idealisme. Een financiële prikkel is er niet. Niet bij ASML, niet bij Nucletron. Maar als u mij een ton per jaar betaalt, kijk dan eens wat er gaat gebeuren. Dan stuur ik ook mijn kinderen de kant op van engineering.” Ook een DSM-manager liet tijdens het debat vanuit het publiek weten dat hij de beloning voor bètaonderzoekers te laag te vindt. “Ik begon pas echt wat te verdienen toen ik vanuit de wetenschap naar het bedrijfsleven overstapte. Ik ben dus zelf ook schuldig aan het verzwakken van jonge aanwas uit de wetenschapssector.” Maar is dat nu echt zo erg, vraagt hij zich later af. “Kennis kun je toch kopen?” Zo gemakkelijk is het volgens Dijkgraaf niet. “Waarvan koop je dan kennis in? Van kapitaal? Maar hoe kom je aan dat kapitaal?” Emmo Meijer windt zich op: “Je kunt wel kennis uit het buitenland halen, maar als je zelf geen specialistische kennis hebt lukt je dat niet. Ik heb dat al vaak genoeg mis zien gaan. Wie bepaalt immers of de kennis die je haalt waardevol is?” Ja, daar had je wel een specialist voor nodig, gaf de manager toe. Meijer knikt: “Precies, dat bedoel ik.”