Heeft de videorecorder van researcher William de Bruijn ook rechten? In een verdienmodel voor de krimp moeten we 'ecocentrisch' denken.

Researcher William de Bruijn werkte mee aan de aflevering 'Het einde van bezit'. Hij schreef deze persoonlijke bespiegeling als introductie op de 'Universal Declaration of Material Rights'.

In 1978, toen ik als jong studentje op kamers ging, gaven mijn ouders mij bij wijze van afscheid een gloednieuwe videorecorder mee. Hij was van Sony en had een afstandsbediening waarmee je zender en tijdstip kon intikken van het televisieprogramma dat je wilde opnemen. Vele jaren deed het ding goed dienst. Totdat de 21e eeuw naderde. Wat bleek? De jaarteller voor het opnemen van programma's in de toekomst liep niet verder dan de datum 31-12-1999.

Ik belde Sony in Badhoevedorp. "Jongens, allereerst hulde voor een videospeler die al 21 jaar meegaat, maar hoe nu verder?". De Sony man lachte. "Tsja, dat wordt dus wel tijd voor een nieuwe: de 21e eeuw in die afstandsbediening invoeren zal niet gaan." Was het een ontwerpfout of was het door Sony bewust gedaan? Het zou kunnen dat ik hier te maken had met een gevalletje planned obsolescence.

In het Nederlands wordt dat fenomeen vaak vertaald als 'geplande veroudering'. Of correcter gezegd: 'ingebouwde maximale levensduur'. Fabrikanten verkorten de levensduur van een product om er in totaal méér van te kunnen verkopen. In de oude economie werd het een echt verdienmodel om producten zo te fabriceren (of te installeren of configureren) dat er na niet al te lange tijd weer nieuwe gekocht moesten worden. Met alle afval van dien.  

Verdienmodel voor krimp

Waar de visie van Thomas Rau op neerkomt is eigenlijk een nieuw verdienmodel, zoals hij zelf graag zegt 'een verdienmodel voor de krimp'. En die krimp is noodzakelijk voor de toekomst, kijk bijvoorbeeld naar de klimaatdoelstellingen die gehaald moeten worden. Wat Rau in de aflevering 'Einde van Bezit' bepleit is het omvormen van producten in diensten. En die dienst wordt dan vervat in het vestigen van een depot van materialen en grondstoffen.

Die wereld van dienst-levering en depot-vorming is aantrekkelijk voor ons spullen-overschot. Hoe mooi zou het leven in de toekomst immers zijn als je geen last meer zou hebben van "waar laat ik die auto", want de zelfrijdende auto’s in Nederland zoeken dan wel hun eigen parkeerplek, als er in hun directe omgeving echt geen ritjes meer noodzakelijk zijn. Uber berekende al dat we in Nederland zouden toekunnen met twee miljoen bijna-permanent rondrijdende robotauto's, in plaats van de huidige acht miljoen. Wat dat aan afval en schroot zou schelen.

En meubels? Die zou je gewoon in je vrijgekomen garage kunnen 3D printen –en dan weer 'ont'printen en omvormen-. Energie? Die ga je uiteraard ultra-locaal opwekken met je eigen zonnepanelen. Geen uitstoot, en ook weer: veel minder afval (denk eens aan al die olievaten, boortorens, jaknikkers, tankers, tankstations, raffinage, opslag etc). Zo ga je als consument/burger van het kopen van auto’s naar het betalen voor verplaatsingen. Van de aanschaf van lampen naar het inkopen van licht. En van het inkopen van stroom naar het produceren van eigen stroom.  
 

If we, mankind, would treat materials in a just manner, similar to the manner in which people should be treated, we would create a world with a future. That is why we took the initiative to draw up the Universal Declaration of Material Rights.  

theuniversaldeclarationofmaterialrights.org

Dragerloze muziek

Allemaal luchtfietserij? Nou, het ligt in de toekomst, maar denk eens aan wat er in de muziek is gebeurd de laatste jaren. Ooit hadden we de opneemcassette (afval: plastic en tape) en de vinylplaten (eigenlijk toch olieproducten). Toen gingen we het analoge tijdperk uit en kwam de digitale drager, de cd. Weer veel plastic en schijfjes. Daarna haalden we muziek als bestandjes naar onze computers, en kochten we massaal externe harde schijven om al die mp3-bestandjes op op te slaan.

De laatste, dragerloze fase wordt gevormd door streaming diensten als Spotify: alleen het gebruik van muziek telt en niet noodzakelijk het bezit. Op alle apparaten muziek streamen voor één vaste prijs per maand. Hetzelfde gebeurt nu in de wereld van film /video/tv (Netflix) en literatuur (bij Amazon kun je op je e-readers zelfs al per pagina afrekenen). En het zou onlogisch zijn als dit alles zich zou blijven beperken tot de wereld van de cultuur. 

Emancipatie eindige materialen

Wat dat alles betekent, praktisch en meer filosofisch, dat hebben we met Thomas Rau verder uitgewerkt. Uiteindelijk blijken het communicerende vaten: als de mens zich steeds meer onthecht van spullen, bezit, eigendom en ook status, dan komt er in het gesloten systeem dat onze planeet nu eenmaal is letterlijk en figuurlijk ruimte voor de emancipatie van eindige materialen en grondstoffen.

Bijvoorbeeld: misschien zijn er mensen die hun identiteit en trots en succes vroeger nog ontleenden aan hun dure verspillende en CO2-uitstotende patser-auto, en tegenwoordig vooral aan de opbrengst van hun hoogwaardige zonnepanelen, die ze misschien wel hebben geleased van de leverancier of coöperatie. De hoogwaardigheid van het materiaal waarmee je zonlicht omzet in stroom is dan cruciaal: de prestatie van het hoogkwalitatieve spul en de bijbehorende technologie dus. Kortom: dan ben je dus niet trots op je bezit maar op de prestatie van materialen. Niet voor niets meldt de site van Rau's circulair zusterbedrijf Turntoo:

Universele rechten voor materiaal

Thomas Rau en zijn collega's Sabine Oberhuber, Debbie Appleton en Erik de Ruijter hebben de ultieme consequentie getrokken uit dit inzicht. Als we alles bij elkaar optellen wordt het langzamerhand tijd dat grondstoffen en materialen ook rechten krijgen. Na mensen, dieren (denk aan de Partij voor de Dieren) en planten –ook daar zijn mensen mee bezig- en robots, hebben zij er nu het begin mee gemaakt. 

Zoals de mensheid onder druk van Galileo Galilei moest erkennen dat niet de aarde het centrum van het heelal was, maar de zon hooguit het centrum van ons zonnestelsel; zo ook breekt de tijd aan waarin de mens (om in de toekomst te overleven) zal moeten gaan erkennen dat wij niet het centrum van al het leven zijn. De aarde en de natuur vormen het grote geheel en wij als mensen zijn daar onderdeel van.

Als we van antropocentrisch denken naar 'ecocentrisch" denken (EN handelen) gaan, dan dienen we verder te denken dan mensenrechten. Zeventig jaar na de Universal Declaration of Human Rights komen Rau en de zijnen daarom met de Universal Declaration of Material Rights.

U bent van harte uitgenodigd om eraan mee te schrijven.