Uitdagers & aanpakkers

De afgelopen maand vroeg VPRO Tegenlicht jullie allemaal om uitdagers en aanpakkers aan te dragen voor onze webapp. Mensen die verandering organiseren buiten de gebaande paden.

Dankzij jullie overweldigende input is er een database ontstaan met een schat aan vernieuwende initiatieven en ideeën waar we bij VPRO Tegenlicht nog geen weet van hadden. Mensen die bezig zijn met onderwijsvernieuwing, duurzaamheid en gezondheid. Vloggers, innovatieve doeners en denkers. Lees meer over de drie publieksfavorieten en twee wildcard kandidaten gekozen door de redactie. Klik hier om alle uitdagers en aanpakkers te bekijken! 

Wie?

‘Als kind kwam ik vaak op de boerderij van mijn opa en oma in Friesland. Ik ben opgegroeid in Driehuis omdat mijn ouders vanuit Friesland "naar Holland waren geëmigreerd", zoals dat vroeger heette. Ik was stapelverliefd op het boerenleven. Uiteindelijk werd ik communicatietrainer en werkte ik in Amsterdam. Maar in 1994 wilde ik mijn roots onderzoeken en ging naar de landbouwschool om me te verdiepen in het wezen van varkens, koeien, kippen en schapen. In 1995 huurde ik een boerderij in Amstelveen en zette Het Beloofde Varkensland op.’

Wat is dat?

Het Beloofde Varkensland is een paradijs voor ex-productiedieren en gedumpte minivarkens; Familie Bofkont. Ze mogen blijven leven tot ze "omvallen van ouderdom". De meeste dieren heb ik vrijgekocht uit de bio-industrie of het slachthuis. Aagje (zie foto) was het eerste biggetje dat ik kocht van een boer. Sindsdien geef ik workshops. Consumenten middels de schoonheid van de dieren verleiden tot nadenken over vleesproductie. Iedereen is welkom van veganist tot carnivoor.’

Waarom?

‘Ondanks dat er steeds meer vegetariërs en veganisten zijn, wordt er steeds meer vlees gegeten. Op dit moment zijn er wereldwijd 1,8 miljard varkensvleeseters, maar dit stijgt de komende jaren tot 4,8 miljard zag ik laatst in een reportage. Mijn werk lijkt een druppel op de gloeiende plaat, maar is van symbolische waarde. Mijn aanpak is positief. De bio-industrie is een hermetisch gesloten systeem waar iedereen verantwoordelijk voor is. Ook de consument. Het is niet eerlijk om alleen de boeren de schuld te geven. De consumenten hebben uiteindelijk de macht in pacht, zij zijn de eindafnemers.’

Hoe zie je de toekomst?

Het Beloofde Varkensland is mijn levenswerk geworden. Tot mijn laatste snik ga ik door met voorlichting. Ik ben niet tegen vlees eten, maar wel tegen de manier waarop dat nu tot stand komt. Vroeger at ik een ons spek per dag en het heeft mij heel veel moeite gekost vlees op te geven. Ik ben een afgekickte vleesjunk. Nu eet ik vegaspekjes. Maar het gros van de vleeseters zal nooit aan vleesvervangers willen. Voor die groep is kweekvlees een uitkomst. De uitvinder van kweekvlees is ook op Het Beloofde Varkensland geweest: "Dit is de boerderij van de toekomst. Overdag je varken aaien en 's avonds een gehaktbal op je bord, gemaakt uit een varkensstamcel. Vlees waar geen dier voor heeft hoeven sterven." Een sprookje? Nee. Kweekvlees geliefd maken is mijn nieuwe uitdaging. Een andere naam heb ik al. Happy Meat.’

‘Dit beeldje is mijn stip op de horizon. Hij staat voor trots en fier rechtop staan en herinnert mij eraan dat ik mij niet te veel door kleine dingen moeten laten afleiden.’

Wie?

‘Ik ben bestuurder van Fier, het landelijke expertise- en behandelcentrum op het terrein van geweld in afhankelijkheidsrelaties. Dat kan over seksueel geweld gaan, over misbruik, en slachtoffers van mensenhandel en loverboys. Wij doen alles wat nodig is om dit geweld te stoppen, te voorkomen én hulp te bieden bij de gevolgen van geweld.’

Hoe?

Wij bieden hulp bij geweld in afhankelijkheidsrelaties, doen onderzoek, maar vangen ook kwetsbare mensen op. Hierbij zorgen we dat ze zich veilig voelen, dat is heel belangrijk om tot de kern van het probleem te komen. Daarnaast vinden wij het heel belangrijk om ze door middel van onderwijs en allerlei andere activiteiten weer de mogelijkheid te bieden om deel te nemen aan onze maatschappij. Pas dan heb je kans op succes. Maar dat is wel een mega-uitdaging.’

Waarom?

‘In Nederland is het zorgstelsel sterk verkokerd. Iedereen werkt binnen zijn eigen systeem en vakgebied. Regelgeving is hierbij leidend, waardoor hulpverleners vaak tot aan de knieën in de klei staan. Ze willen wel meer doen, maar kunnen het niet. Bij FIER is onze visie vaak leidend. Wij willen niet in systemen denken, maar stellen de mens centraal. Hierbij kijken wij verder dan de regelgeving alleen. Het is vernieuwend dat wij dat niet alleen denken, maar ook doen.’

‘Wij hadden bijvoorbeeld laatst met een kind te maken waarvan het paspoort was ontnomen. En zonder paspoort kan je bij wet niet naar school. Terwijl het ontzettend belangrijk is dat juist een kwetsbaar kind zich normaal kan ontwikkelen. Ik vind dat niet kunnen. Dan denk ik "of het nou links- of rechtsom is, hij gaat gewoon naar school". En dat is uiteindelijk ook gelukt.’

Hoe zie jij de toekomst?

‘Ik hoop dat onze visie en holistische en integrale werkwijze uiteindelijk landelijk beleid wordt. Dat we gaan staan voor brede invulling van zorg en hierdoor kwetsbare mensen beter kunnen helpen met het opbouwen van een positieve toekomst. En ik hoop hier nog lang mee door te kunnen gaan. Er zijn zoveel voorbeelden die mij daarin sterken. Laatst verliet een meisje onze specialistische opvangvoorziening. “Ik ga mijn studie weer afmaken”, zei ze. Ze geloofde weer in de toekomst.’

‘Toen ik het boek Doing Good Better las, vielen alle puzzelstukjes in elkaar. Ik wist wel dat het mogelijk was, maar dit boek maakte het concreet: iedereen kan een held zijn en de wereld verbeteren.’

Wie?

‘Na mijn studie econometrie leek een carrière in de financiële sector een logische stap. Maar ik koos voor een andere weg, zodat ik bezig kon zijn met onderwerpen die mij echt inspireerden, zoals bijvoorbeeld het basisinkomen: toen ik hier voor het eerst over hoorde, raakte ik meteen gefascineerd. Wat is dit voor groots, ambitieus plan? En hoe gaan we dat betalen? Ik zocht alle kanten van het verhaal uit. Ik neem hier niet zozeer een standpunt over in, maar wil dat we een goede discussie over dit onderwerp voeren. Een bekende daagde me uit om het basisinkomen bij D66 op de agenda te zetten. Ik durfde niet, want ik kende daar bijna niemand en deed ook niets voor de partij. Maar hij duwde me over het randje. Achteraf ben ik hem dankbaar, want tegen alle verwachtingen in werd mijn agendapunt geaccepteerd. Ik sprong een gat in de lucht!’

Wat doe je nu?

‘Op 28 mei lanceren we de Stichting Effectief Altruïsme Nederland. De kerngedachte van effectief altruïsme is: hoe kunnen we mensen zo effectief mogelijk helpen met de beperkte tijd en middelen die we hebben? Geef bijvoorbeeld niet roekeloos of willekeurig geld uit aan een goed doel, maar denk goed na over de impact van je donatie. Dan kun je met iedere euro die je geeft de wereld echt verbeteren. Met de stichting willen we dit gedachtegoed naar Nederland halen. Zodat we mensen die 'beter goed ' willen doen daarmee inspireren.'

Waarom doe je dat?

‘Ik wil graag de wereld beter maken, net zoals iedereen. Maar je kunt niet alles, dus je moet prioriteiten stellen. Ik wil pragmatisme met idealisme combineren. Dat deed ik ook met het basisinkomen: ik probeerde gemeenten te begeleiden met het opzetten van experimenten in de hoop dat er wat gebeurt. Actie!'

Hoe zie jij de toekomst?

‘Ik zou mijzelf omschrijven als een kritische optimist. Als we uitzoomen en naar de toekomst kijken, zie ik op de lange termijn een trend van vooruitgang en verbetering. Natuurlijk gaat er nog veel fout. Maar over honderd jaar kijken we terug op deze tijd en denken we: waarom hadden we toen nog bio-industrie? Waarom gebruikten we toen nog fossiele energie? Net zoals we ons nu erover verbazen dat vrouwen honderd jaar geleden nog geen kiesrecht hadden. Ik geloof in vooruitgang.’

‘Kijk, deze bloemkool: bizar toch, dat een dokter geen broccoli of bloemkool voorschrijft? Dat doe ik in mijn praktijk wel want voeding is het beste medicijn.’

Wie? 

‘Ik studeerde geneeskunde in Amsterdam, maar ontdekte dat ik niet paste in het keurslijf van een witte doktersjas. Mijn hele leven lang droomde ik ervan om mensen beter te maken, maar ik zag er vooral dat de oplossing gezocht werd in medicijnen en er vrijwel geen aandacht was voor voeding en leefstijl. Ik heb mijn carrière in het ziekenhuis opgegeven en ben een eigen praktijk begonnen, waarin ik de westerse en oosterse geneeskunde combineer.’

Hoe werk je?

‘Ik wil niet met ziektes bezig zijn, maar mensen gezond maken. Dat zit ‘m bijvoorbeeld in het belang van genoeg groente eten en veel bewegen. Ik eet een pond groente per dag. En dan denken mensen al heel snel “dat red ik nooit”, maar dat valt best mee. Drink een smoothie in de ochtend, eet een kop soep in de middag en schep een extra lepel groente op in de avond. Zo simpel is het. Echt waar. En dat maakt een heel groot verschil.'

'Er kwam laatst bijvoorbeeld een jongen binnen met eczeem en gedragsproblemen. Een jaar lang zag hij de ene na de andere dokter en slikte hij dure medicijnen. Niets hielp. Kwam hij hier, ontdekte ik dat zijn lichaam gevoelig was voor gluten en koemelk. Oplossing: die twee dingen niet meer eten. En meer visolie slikken, want dat is goed voor de flexibiliteit van je lichaam. Binnen een paar dagen werden zijn klachten al minder. Dat geeft echt een goed gevoel.’

Waarom? 

‘Het grote probleem in onze samenleving is de toename van welvaartsziektes. Onze veranderde levensstijl als gevolg van de toenemende welvaart heeft allerlei gezondheidsproblemen met zich meegebracht. Denk bijvoorbeeld aan depressies of suikerziekte. Om die tegen te gaan wordt er naar mijn idee te veel gefocust op symptoombestrijding. Mensen krijgen een pil om het symptoom te verhelpen. Maar er wordt bijna niet gekeken naar de oorzaak. Welvaartsziekten zijn juist heel goed preventief te verhelpen. Mijn doel is juist om dieper te kijken naar de oorzaak van al die symptomen. Daarbij is het belangrijk dat je je richt op preventie en educatie. Dat is naar mijn idee de daadwerkelijke oplossing.’

Hoe zie jij de toekomst?

‘Mijn uiteindelijke missie: de aarde gezonder en vitaler doorgeven aan mijn zoon. Ik geef ook lezingen op scholen om kinderen de kennis te geven om een gezonde leefstijl te ontwikkelen. Ik wil me in de toekomst ook meer richten op het opleiden van coaches om deze boodschap verder te verspreiden.’

‘Ik heb een scherpe visie die mij, net als een kompas, altijd de juiste koers laat varen. Als ik iets zie wat ik kan verbeteren, dan ga ik daar direct mee aan de slag.'

Wie?

‘Tijdens mijn lerarenopleiding kwam ik erachter dat lesgeven met passie de sleutel is om kennis door te geven en om vakmensen op te leiden. Nu geef ik via mijn werkgever les op verschillende scholen in Nederland, omdat ik zoveel mogelijk onderwijsmethodes wil leren kennen. Daarnaast heb ik meerdere projecten opgezet die allemaal te maken hebben met onderwijsvernieuwing.’

‘Ik vind het namelijk belangrijk dat wij als leraren alle kansen pakken om mensen, en vooral jongeren, te helpen. Zo heb ik een aantal groepen leerlingen begeleid bij het vinden van een geschikte stageplek. Veel leerlingen zijn namelijk hartstikke slim en weten van aanpakken, maar hebben net iets meer moeite zich sociaal goed te profileren. Ik wilde daar een verbindende kracht zijn en bedrijven aanmoedigen juist deze leerlingen een positieve werkervaring te geven zodat zij kunnen laten zien dat ze een hoop te bieden hebben.’

Wat doe je nu?

‘Op dit moment zet ik mij vooral in voor een betere werkomgeving voor leraren en onderwijsvernieuwing. Zo organiseer ik bijvoorbeeld masterclasses voor beginnende leraren. Hierin geven we onder andere assertiviteitstrainingen en tips om burn-outs te voorkomen en succesmomenten te boeken.’

Waarom is dat belangrijk?

‘Leraren hebben het moeilijk in deze tijd. Toen ik de lerarenopleiding begon waren we met drie volle klassen, maar uiteindelijk bleven we maar met acht mensen over. Daarnaast las ik in een rapport van het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap dat een op de drie startende leraren binnen vijf jaar uitvalt vanwege de druk die het vak met zich meebrengt. In datzelfde rapport staat ook dat een leraar zestig uur per jaar mag investeren in zelfeducatie, zoals masterclasses. Maar uiteindelijk vinden velen daar geen tijd voor. Daar wilde ik wat aan doen. Ik zag een kans.’

Hoe zie jij de toekomst?

‘Ik zie de toekomst rooskleurig in. Als ik om me heen kijk zie ik steeds meer initiatieven die zich richten op het onderwijs. Maar er moeten wel een aantal dingen gebeuren. Zo zou het management van scholen leraren meer vertrouwen moeten geven. Nu wordt er namelijk alleen gewerkt vanuit een inspectie-gestuurd onderwijs, waar leraren worden gecontroleerd in plaats van geactiveerd. De druk is zo hoog dat veel leraren geen ruimte meer hebben, maar ook niet de regie krijgen om leuke dingen te doen. Verder zou ik ooit graag een eigen school beginnen, waarin we veel meer maatwerk bieden voor studenten. Zodat we het maximale uit iedereen halen.’