Dat een afbeelding van een nep teletekstbericht veelvuldig wordt gedeeld, is volgens NOS-hoofdredacteur Marcel Gelauff een buitengewoon kwalijke zaak. ‘Het is per definitie een beschadiging van het merk NOS. Maar hier tegen optreden is natuurlijk heel erg moeilijk.’

Maandag 29 juli doet een foto van een teletekstpagina de ronde op sociale media. ‘Woon-units voor vluchtelingen.’ luidt de kop. Het kabinet zou gemeenten toestemming hebben gegeven woonunits voor vluchtelingen te plaatsen bij mensen in de tuin. Het leidt tot ongeloof en verontwaardigde reacties. De NOS laat de volgende ochtend op sociale media weten dat het om een nepbericht gaat. Dan is de foto al veelvuldig gedeeld en geliked.

Ondanks taalfouten, licht afwijkende vormgeving en de geplaatste punt achter de titel – iets wat de teletekst redactie nooit doet – zijn er Twitteraars die het bericht voor waar aannemen. ‘Ik denk dat de veronderstelling was dat dit bericht er zo echt uit zag dat het ons verstandig leek onszelf hiertegen in het verweer te stellen,’ vertelt Gelauff.

De NOS grijpt lang niet altijd in wanneer er sprake is van nepnieuwsverspreiding onder naam van de NOS. Gelauff: ‘Je moet per onderwerp kijken hoe je het aanpakt. Hoe echt het lijkt, hoe groot het is, wat de reacties zijn. Maar ook wat het bereik is. Als een betrokkene tien volgers heeft en jij reageert met veel meer volgers, dan kan je je natuurlijk afvragen of het middel erger is dan de kwaal.’

Het nep-teletekstbericht

Reacties op Twitter

Bitcoinfraude

Vorig jaar besluit de NOS wel op te treden tegen www.nosrant.com. ‘Dat was een website waarop onze kleurstelling en lay-out gebruikt werd om content te plaatsen over bitcoins. In dat specifieke geval vonden we dat er echt inbreuk gemaakt werd op het merk NOS. Ook omdat onze naam in de URL stond.’ De omroep start een arbitrageprocedure bij de World Intellectual Property Organization (WIPO).

Volgens de uitspraak van de WIPO gaat het om een ‘bijna exacte kopie van de NOS-website (..) waarop artikelen staan ter faveure van frauduleuze activiteiten, waaronder de promotie van bitcoinoplichterij, phishing en malware.’

De NOS wordt in het gelijk gesteld en de website die in Panama wordt gehost, wordt uit de lucht gehaald. ‘Je moet je wel afvragen wat je daar nu mee bereikt. Ze halen die site offline en zetten hem ergens anders, in een ander land, onder een andere naam weer op. Bovendien loop je door zo’n procedure het risico er juist meer aandacht op te vestigen.’

Verschillende nieuwsmedia werden slachtoffer van bitcoinberichten

Toename

Op de vraag of hij het aantal nepnieuwsberichten onder naam van de NOS ziet toenemen, reageert Gelauff instemmend. ‘Ik heb wel het gevoel dat je het de laatste jaren meer ziet. Maar we hebben geen onderzoek gedaan om dat ook daadwerkelijk vast te stellen. We hebben geen juristen die hier de hele dag speuren naar dit soort zaken. Dat vind ik ook niet in proportie staan tot het probleem nu. Dat geld besteden we liever aan het maken van content. Maar het kan wel zijn dat we hier in de toekomst vaker tegen op gaan treden, wanneer het blijft toenemen.’

Statement NOS

Wat de effecten van de berichten zijn, vindt Gelauff lastig in te schatten. ‘Er zijn dagelijks een paar miljoen mensen die gebruik maken van de content van de NOS. Hoe kan ik meten wat het effect op hen is? Wij moeten er zelf in ieder geval alles aan doen om uit te stralen wat we wel zijn en waar we voor staan.’

"Het bewustzijn dat je, als je op internet zit, je moet afvragen of iets wel of niet echt is. Dat is een bewustzijn dat bij deze tijd hoort en wat ook bij de opvoeding van kinderen moet horen."

Marcel Gelauff

Eigen verantwoordelijkheid

Ook vindt Gelauff het belangrijk te benadrukken dat er een verantwoordelijkheid bij de nieuwsgebruiker zelf ligt. ‘Ik denk dat het heel belangrijk is dat er meer aandacht komt voor mediawijsheid. Het bewustzijn dat je, als je op internet zit, je moet afvragen of iets wel of niet echt is. Dat is een bewustzijn dat bij deze tijd hoort en wat ook bij de opvoeding van kinderen moet horen. Het is belangrijker om als samenleving iets aan mediawijsheid in het onderwijs te doen dan dat de NOS één procedure begint tegen een grappenmaker op een zolderkamer.’