Zorgopleidingen kampen met grote tekorten aan stages. Een vicieuze cirkel, door krapte op de arbeidsmarkt en ziekteverzuim is er lang niet altijd tijd voor de noodzakelijke begeleiding van studenten. Bij de HBO-opleiding Bachelor Medische Hulpverlening (BMH) wordt daarom maar een kleine 10% van de studenten toegelaten tot de studie.

Ook al voor de Coronacrisis was er een ernstig tekort aan zorgpersoneel door de vergrijzing en de daarbij horende demografische krimp en dat is alleen maar meer geworden. Het tekort ligt nu rond de 50.000 zorgmedewerkers. Een ander probleem is dat het percentage verzuim hoger ligt dan ooit tevoren, zo’n 10% van de verpleegkundigen is ziek. 

Sinds 2014 is er een aparte acute zorgopleiding, de Bachelor Medische Hulpverlening (aan de Hogeschool in Nijmegen, Rotterdam en Utrecht). Juist in het leven geroepen om de grote tekorten op termijn op te vangen. Een meer specifieke opleiding naast de reguliere opleiding HBO-verpleegkunde. 

De BMH is noodgedwongen een numerus fixus opleiding. Uit de cijfers die Argos heeft opgevraagd blijkt dat minder dan 10% wordt toegelaten door het gebrek aan stageplaatsen. Terwijl ongeveer 1500 studenten zich jaarlijks aanmelden. Voor het studiejaar 22-23 heeft Utrecht zelfs een stop, Nijmegen neemt slechts 28 studenten aan en Rotterdam 40. ‘En eenmaal binnen is er voor 30% van de studenten toch geen stageplek’, zegt onderwijsmanager Peter-Hans Vierhoven van de Hogeschool Arnhem Nijmegen (HAN). ‘Hetzelfde aantal als voor de HBO-V opleiding waar geen numerus fixus voor is.’

Bestuursvoorzitter Ron Bormans van de Hogeschool Rotterdam ziet de oplossing voor het stagetekort in meer dualisering (leer-werk trajecten) en het ter plekke begeleiden van studenten door docenten. Bijvoorbeeld door een docentenkamer in te richten in een ziekenhuis.