Door de hoeveelheid (des)informatie over de oorlog in Oekraïne is het lastig waarheid van leugen te onderscheiden. De opkomst van nep-factcheckers maakt dat mogelijk nog ingewikkelder.

‘Op sociale media zie je veel foto’s en video’s langskomen uit Oekraïne waarvan je niet weet of je het wel kunt vertrouwen,’ zegt Alexander Pleijter, expert in online journalistiek en factchecker bij Nieuwscheckers. In reactie op de grote stroom informatie worden door nieuwsmedia daarom factcheckteams opgetuigd, zoals bij NOS en de Volkskrant.

Factcheckers ontmaskeren desinformatie, vaak aan de hand van voor iedereen beschikbare zoekmachines en tools. Ze hebben het imago de waarheid boven tafel te krijgen. Wat als deze reputatie van factcheckers en OSINT-specialisten wordt misbruikt? ‘We zitten in een factcheck-oorlog,’ schrijft Laurens Verhagen in zijn column in de Volkskrant.

Zelf gefabriceerde fakes

Verhagen noemt als voorbeeld de foto’s van de zwangere vrouw die omkwam na een Russische luchtaanval op een ziekenhuis in Marioepol. De aanval was internationaal voorpaginanieuws en de beelden zorgden voor veel verontwaardiging. Een Russische ambassadeur beweerde vervolgens dat de foto’s nep waren. Een van de vrouwen zou een actrice zijn en haar verwondingen ‘gewoon zeer realistische make-up’. Op Twitter plaatste de ambassade de foto’s met daarop in rode letters: fake, precies zoals een factchecker dat zou doen. Maar de foto’s zijn niet nep. Het zorgt voor veel verwarring.

Nep-factcheckers bestempelen niet alleen waargebeurd nieuws als ‘nepnieuws’. Zoals op het online factcheckinitiatief War on Fakes, dat begint op 23 februari als kanaal op de berichtenapp Telegram. Een dag later, wanneer de oorlog begint, plaatsen ze het eerste bericht. Ze ‘controleren’ individuele berichten over de oorlog in Oekraïne, met vaak als conclusie dat westerse massamedia niet te vertrouwen zijn. Later krijgt War on Fakes een internationale website, met 'factchecks' in vijf talen: Engels, Frans, Spaans, Chinees en Arabisch. Geen Russisch. Het is niet duidelijk wie er achter War on Fakes zit. Maar je kan vraagtekens zetten bij het plotselinge ontstaan van de factcheckdienst en promotie voor de site op sociale media van Russische ambassades en het Russische ministerie van Buitenlandse Zaken.

Onderzoekers van Clemson University’s Media Forensics Hub en ProPublica nemen War on Fakes onder de loep. Ze ontdekken dat de site geregeld Oekraïense berichten ontkracht die helemaal niet bestaan. Niet alleen ontdekken ze dat het ‘nepnieuws’ nergens circuleert, ze vinden zelfs bewijs dat de zogenaamde ‘factcheckers’ het zelf fabriceren. ‘Whoever crafted the debunking video created the fake and debunked it at the same time.’ Het opsporen van desinformatie wordt op die manier omgezet in de verspréíding van desinformatie.

‘Je hoeft niemand daadwerkelijk te overtuigen. Het is al genoeg als mensen onzeker zijn over wat ze kunnen vertrouwen.’

Patrick Warren

Meeliften op de reputatie van factchecks

De tactiek van nep-factchecks is misleidend, zegt Pleijter. ‘Eigenlijk wordt er meegelift op de reputatie van factchecks. Nep-factchecks beweren de feiten of de waarheid te brengen, alsof er uitvoerig onderzoek naar is gedaan. Met een factcheck wil je zo betrouwbaar mogelijk informatie geven.’ Een belangrijk kenmerk van factchecks is transparantie. ‘Je laat zien hoe je onderzoek hebt gedaan, noemt alle bronnen, neemt links op en legt uit hoe je conclusies trekt. Maar ook over de financiering van het factcheck-initiatief. Wat zijn je inkomstenbronnen? Van welke fondsen ontvang je geld?’ Die transparantie ontbreekt bij bijvoorbeeld War on Fakes.

Om verdere verspreiding van een foto of video te voorkomen, is het van belang dat factcheckers het materiaal duidelijk als nep bestempelen met de tekst ‘fake’ of ‘hoax’. Verdachte details worden rood omcirkeld. Ook visueel lijken de nep-factchecks op de echte. ‘Ze imiteren op alle mogelijke manieren de werkwijze en presentatie van factcheckers om het zo betrouwbaar mogelijk te laten lijken,’ zegt Pleijter.

De informatieoorlog wordt al jaren uitgevochten tussen Rusland en Oekraïne. In beide landen weten ze dan ook hoe ze dit spel van desinformatie moeten spelen. Inmiddels zijn er ook voorbeelden van desinformatie uit Oekraïense hoek bekend, zoals het filmpje van een piloot, de ‘Ghost of Kyiv’ genoemd, die meerdere Russische vliegtuigen uit de lucht zou hebben geschoten. Later bleek de video te zijn gemaakt met een videogame.

Een ander voorbeeld is de foto van Natalia, de eerste Oekraïense gevechtspilote die zou zijn gestorven voor het land. Een Oekraïens parlementslid deelt het in een bericht op Twitter. Maar op de foto staat een Oekraïense die in 2016 een schoonheidswedstrijd won, melden factcheckers. Het bericht dat de eerste vrouwelijke gevechtspiloot zou zijn overleden, is niet bevestigd door het Oekraïense leger of officiële media outlets.

Pleijter noemt het voorbeeld van de mobiele crematoria. De Russen zouden mobiele crematoria gebruiken om oorlogsslachtoffers te laten verdwijnen. Maar bewijzen voor deze crematoria zijn er niet, zo stelden meerdere factcheckers vast. ‘Deze verhalen worden ook vanuit Oekraïne in omloop gebracht, om ervoor te zorgen dat andere landen meer sympathie krijgen voor het land en de afkeer van de Russen alleen maar toeneemt. Ze hebben natuurlijk ook door dat zij baat hebben bij positieve publiciteit. Westerse media nemen het over zonder te weten of het echt zo is.’

Propaganda in factcheck-vorm niet nieuw

Nieuw zijn de nep-factchecks niet. In 2017 startte de televisiezender RT, voormalig Russia Today, al een eigen factcheck-site. Fakecheck.rt bestaat nog steeds maar er zijn al jaren geen nieuwe artikelen op het platform geplaatst. Pleijter: ‘Ik vind het opvallend dat de website er zo mooi uitziet. De factchecks worden heel gelikt gepresenteerd. Maar ook achter deze website lijkt propaganda te schuilen.’

Factchecksite Poynter, van het Poynter Institute for Media Studies, ontdekte destijds dat de conclusies van de factchecks aansluiten bij het narratief van Rusland. Zo trekt de site bronnen voor de Russische invloed op de Amerikaanse verkiezingen in twijfel. De onderwerpkeuzes van de factchecks zijn bevooroordeeld, volgens Poynter. Daarnaast worden op de site legitieme factchecks afgewisseld met ‘scantily sourced or dubiously framed’ factchecks, wat volgens Poynter leidt tot onbewezen conclusies.

Ook in andere landen worden nep-factchecks ingezet. In Turkije, waar de regering media controleert en journalisten onderdrukt, zijn al jaren neppe factcheckers actief. Ze verspreiden onder meer dat Armeense genocide een leugen is, schrijft Poynter. Ook in Rwanda, Ethiopië en Saoedi-Arabië misbruiken overheden het format van factchecks vermoedelijk voor hun communicatie.

Nep-factchecks in Nederland

De berichtgeving van War of Fakes wordt geregeld overgenomen door Russische staatsmedia, zoals het Russisch persbureau Ria Novosti en RT. Sinds maart is RT niet meer in Nederland te zien. Toch bereikt Russische propaganda en desinformatie ons nog regelmatig, bijvoorbeeld via sociale media.

Een van de bronnen is Thierry Baudet, die nep-factchecks onder zijn volgers op Twitter deelt. De politicus retweet in maart een bericht van voormalig PVV-kamerlid Gabriëlle Popken. In een video steekt een ‘dode’ Russische soldaat een sigaretje op terwijl hij in een kiepwagen met lijkzakken ligt. Het zouden acteurs zijn die gesneuvelde soldaten spelen ten dienste van westerse propaganda. Maar in de originele video zijn achter-de-schermen-beelden te zien van opnames voor een videoclip van Russische rapper Husky uit september 2020, schrijft Nieuwscheckers.

Russische informatie bereikt ons ook via extreemrechtse websites, schrijft Arno van ‘t Hoog van Nieuwscheckers. Frontnieuws, een Nederlandse site met een reputatie als het gaat om verspreiding van complottheorieën, vertaalt pro-Russische artikelen in het Nederlands. Van ‘t Hoog onderzoekt het artikel ‘Valse vlag - Rusland: het bloedbad is nep’. Het artikel lijkt in zijn vorm op een factcheck. Van ‘t Hoog vindt twee bronnen, een bericht op de radicaal-rechtse Zweedstalige website Fria Tider en een artikel op de Amerikaanse pro-Kremlin complotsite Veterans Today.

Net als in de journalistiek, mag iedereen zichzelf een factchecker noemen. Het is geen beschermd beroep. Wel kun je jezelf als factcheck-initiatief laten goedkeuren door het IFCN, International Fact-Checking Network. ‘IFCN heeft regels opgesteld waar factcheckers aan moeten voldoen. Maar een hoop organisaties die wel betrouwbaar zijn, zijn niet aangesloten bij IFCN, zoals de meeste nieuwsmedia. Het keurmerk is een hulpmiddel,’ aldus Pleijter.

Twijfel zaaien

Pleijter noemt het gebruik van het format van factcheckers voor het verspreiden van valse informatie verontrustend. ‘Het genre is gebaseerd op betrouwbaarheid. Misbruik kan ervoor zorgen dat mensen sceptisch gaan kijken naar alle factchecks. Mensen kunnen zelfs factchecks niet altijd vertrouwen omdat sommige checks een bepaald gezichtspunt naar voren brengen.’

Het doel van deze nep-factcheck-sites is het zaaien van twijfel, volgens Patrick Warren, betrokken bij eerdergenoemd onderzoek van ProPublica. Met de kennis dat desinformatie echt vanuit alle hoeken komt, weten mensen niet meer wat ze kunnen geloven. Ze kunnen na het zien van één neppe video van bijvoorbeeld een Russische luchtaanval, vervolgens bij elke video twijfelen aan de authenticiteit. Volgens Warren is de tactiek heel effectief. ‘Je hoeft niemand daadwerkelijk te overtuigen. Het is al genoeg als mensen onzeker zijn over wat ze kunnen vertrouwen.’