Psychiater Aram Van Reijsen blijft bij zijn oordeel dat betere keuzes van de politie hadden kunnen leiden tot een andere uitkomst in de zaak-Sammy Baker. Dat blijkt uit het definitieve deskundigenrapport van Van Reijsen, dat in het bezit is van Argos. Het vertrouwelijke rapport is onderdeel van de rechtszaak die de ouders van Sammy aanspanden tegen de Amsterdamse politie, nadat hun zoon in 2020 door agenten werd neergeschoten.

Het definitieve rapport van Van Reijsen volgt op een conceptversie waar Argos  eerder inzage in had. In dat rapport concludeerde de psychiater dat het politieoptreden op zowel het gebied van de bejegening van Sammy als op het gebied van coördinatie, ‘niet voldoende’ was geweest. Naar aanleiding van het conceptrapport kregen de politie en de ouders van Sammy de mogelijkheid ‘om eventuele opmerkingen te maken en verzoeken te doen’. Uit het definitieve rapport blijkt dat dit commentaar niet heeft geleid tot aanzienlijke veranderingen in zijn oordeel over het politieoptreden.

Het laatste kwartier van Sammy

In 2020 wordt de Duitse influencer Sammy Baker na een korte achtervolging door de politie neergeschoten in een binnentuin in Amsterdam-West. Twee dagen eerder viert Sammy samen met vrienden in Amsterdam zijn 23e verjaardag. Na een bezoek aan een coffeeshop verdwijnt hij van de radar. Zijn verwarde en onvoorspelbare gedrag doen vermoeden dat hij in een psychose terecht is gekomen. Als Sammy twee dagen later door zijn moeder en twee vrienden op straat wordt gevonden, sprint hij weg. Een kwartier later is hij dood. In de binnentuin in Amsterdam-West ontstaat een chaotische situatie waarbij twee agenten meerdere schoten lossen. Het Openbaar Ministerie besluit de agenten niet strafrechtelijk te vervolgen, omdat zij uit noodweer zouden hebben gehandeld. Sammy had een mes en zou een 'onmiddellijk gevaar’ hebben gevormd. Op pogingen van de politie om Sammy zijn mes te laten doen vallen, zou hij niet hebben gereageerd.

‘Geen acuut dreigend gevaar’

Van Reijsen komt in zijn definitieve rapport tot een andere conclusie. Hoewel de agenten meermaals riepen Sammy te willen helpen, was hun benadering, ‘bijna continu met getrokken wapen en met forse stemverheffing’, volgens Van Reijsen ‘niet de-escalerend’ en ‘gericht  op de reductie van angst’. De aanmerking van de politie dat sprake was van een ‘messenprotocol’, waarbij agenten in het belang van hun eigen veiligheid voldoende afstand moeten houden en het gerechtvaardigd is om een vuurwapen te trekken, is voor Van Reijsen geen reden om van deze conclusie af te wijken. Hoewel Sammy over een mes beschikte, was er volgens de psychiater in de beginfase geen sprake van ‘acuut dreigend gevaar voor anderen’. Het mes leek ‘veel eerder gericht op zichzelf en veel minder expliciet dreigend naar anderen’. Van Reijsen meent daarom dat de politie de gelegenheid had om Sammy met meer afstand en rust te benaderen. De politie had een meer de-escalerende manier van communiceren kunnen gebruiken, ‘waardoor waarschijnlijk beter was gelukt om in contact te komen met het slachtoffer’. Daarbij voegt hij toe dat ‘handelen volgens protocol' in zijn ogen niet per definitie hetzelfde is als juist handelen.’

‘Onduidelijke coördinatie'

Ook wat betreft de coördinatie tussen de verschillende aanwezige diensten, blijft Van Reijsen bij zijn eerdere conclusie dat  andere keuzes een positieve invloed hadden kunnen hebben op de uitkomst. Hoewel ongeveer tegelijk een hondengeleider, een onderhandelaar en een ambulance met het taakaccent psychiatrie worden opgeroepen, ziet Van Reijsen pogingen om met Sammy in contact te komen door ‘onduidelijke coördinatie' mislukken.

Het is voor Van Reijsen onduidelijk waarom het voorgenomen plan om een politieonderhandelaar in te zetten, ‘niet is afgewacht’. Nog voordat de onderhandelaar, die onderweg is, kan aankomen, komt de hondengeleider op basis van een ‘interpretatieverschil’ met de officier van dienst onverwachts in actie. Dat leidt volgens Van Reijsen tot ‘een snelle escalatie van een situatie die tot dan toe onder controle leek’, met fatale afloop. Ook ziet Van Reijsen dat de agenten geen gebruik hebben gemaakt van de psychiatrische expertise van het aanwezige ambulancepersoneel. Hij suggereert dat de agenten mogelijk niet op de hoogte waren van hun expertise op het gebied van ‘verwarde personen’. Commentaar van de politie dat er een geïntegreerde meldkamer bestaat, ‘zodat er onderling gemakkelijk geschakeld kan worden’, is voor Van Reijsen geen reden om van die eerdere suggestie af te zien.

 

achtergrond

Politieoptreden 'niet voldoende' in zaak-Sammy, zegt psychiater in vertrouwelijk rapport

Het politieoptreden in de zaak-Sammy Baker was 'niet voldoende,' zowel op het gebied van de bejegening van Sammy als op het gebied van communicatie tussen de politieagenten. Dat concludeert psychiater Aram van Reijsen in een vertrouwelijk conceptrapport, in handen van Argos en de Volkskrant.

Reconstructie: 'Het laatste kwartier van Sammy'

Een nieuw onderzoek op basis van 3D-reconstructie trekt het officiële verhaal over Sammy's dood in twijfel.

Verklaringen agenten over doodgeschoten Sammy Baker klopten niet

Het verhaal van de politie en het OM over wat er gebeurde toen Sammy Baker werd gedood door politiekogels, is op cruciale punten onjuist. Dat blijkt uit onderzoek van Forensic Architecture in samenwerking met Argos.