Niet alle leerplichtige kinderen passen naadloos in het Nederlandse onderwijssysteem. Niemand weet precies om hoeveel minderjarigen het gaat, maar het aantal ‘thuiszitters’ groeit. In 2023 waren dat er minstens 20.000, schat oudervereniging Balans. Terwijl tien jaar geleden de Wet Passend Onderwijs werd ingevoerd met als doel: alle kinderen weer samen naar school, lijkt dit verder weg dan ooit.

Argos doet al jaren onderzoek naar de vraag waarom het maar niet lukt om alle kinderen van geschikt onderwijs te voorzien en wie hiervoor verantwoordelijk is . Kinderombudsman Margrite Kalverboer roept vandaag de minister van Onderwijs op om haar verantwoordelijkheid te nemen.

Leerlingen met extra ondersteuningsbehoefte kunnen met wat hulp naar het regulier onderwijs of naar het speciaal onderwijs als dat echt nodig is. Althans, zo luidt de theorie. De werkelijkheid is anders. Door personeelstekorten en wachtlijsten in het onderwijs en de jeugdzorg, ingewikkelde regelgeving en de toegenomen werkdruk in beide sectoren is er niet méér, maar juist minder passend onderwijsaanbod. Het aantal kinderen op het schaarsere speciaal onderwijs is gestegen en er vallen meer leerlingen uit. Zij belanden tussen wal en schip in het onderwijssysteem en zitten vaak (deels) thuis.

Enquête

Het zijn kinderen die mentaal en/of fysiek beperkt zijn in hun mogelijkheden of die vanwege hun gedrag opvallen en uitvallen. Kinderombudsman Margrite Kalverboer: ‘We zien in onze tweejaarlijkse enquête dat kinderen die niet naar school gaan hun leven heel negatief beoordelen, gemiddeld met een 4.5. Dat is zelfs lager dan kinderen die in de gesloten jeugdzorg zitten. In het coronajaar 2020, toen alle kinderen thuis zaten en de thuiszitters er dus voor hun gevoel meer bij hoorden, steeg dat cijfer tijdelijk naar een 6.9.’ 

Bijzonder is dat niemand weet om hoeveel kinderen precies het gaat. Schoolverzuim wordt op verschillende manieren door verschillende instanties geregistreerd, alleen de soorten en de duur van het verzuim zijn niet altijd helder gedefinieerd. Kinderen die niet zijn ingeschreven op een school of een vrijstelling van leerplicht hebben, zijn al helemaal niet goed in beeld. Hun belang wordt niet voldoende gediend door scholen, instellingen of zelfs hun eigen ouders, zegt Kalverboer. ‘Wat een beetje vergeten wordt is dat thuiszitten niet alleen negatief voorspellend is voor het perspectief op ontwikkeling van deze kinderen zelf, maar ook voor de maatschappij als geheel. Eén van de voorspellers voor delinquent gedrag is bijvoorbeeld schooluitval.’

Oproep aan minister

De Kinderombudsman doet vandaag een oproep aan demissionair Minister van Onderwijs Mariëlle Paul, om zo snel mogelijk te zorgen dat alle kinderen in Nederland echt recht op onderwijs krijgen. Ze pleit voor meer creativiteit en innovatie in de klas en maatwerk. Bijvoorbeeld door hybride onderwijs mogelijk te maken voor kinderen die nu thuiszitten en die niet alle dagen naar school kunnen. Het belang van het kind moet voorop staan en kinderen zelf moeten vaker gehoord en serieus genomen worden, vindt Kalverboer. 

Op zaterdag 11 mei zoomt Argos in op de problemen van de thuiszitters en op de vraag waarom het, ondanks goede bedoelingen, maar niet lukt het recht op onderwijs voor alle kinderen te realiseren.

achtergrond

Geen school voor mijn kind

De Kinderombudsman maakt zich ook zorgen om de stijging van het aantal ouders dat een vrijstelling van onderwijs voor hun kinderen aanvraagt om levensbeschouwelijke redenen. Vorig jaar maakte Argos daar twee uitzendingen over.

Zorgen bij leerplichtambtenaren om stijgende groep niet-schoolgaande kinderen

Leerplichtconsulenten door het hele land maken zich zorgen over de ontwikkeling van kinderen die niet naar school gaan met een vrijstelling van de leerplicht, op basis van het geloof of denkrichting van hun ouders (artikel 5b lpw). Dit aantal is de afgelopen jaren namelijk flink toegenomen. Van 575 kinderen in schooljaar 2013-2014 tot 1771 kinderen in 2021-2022.