Het aantal leerlingen dat thuis zit in plaats van op school is ook dit jaar gestegen. Dat blijkt uit nieuwe cijfers van het Ministerie van Onderwijs, die vandaag gepubliceerd zijn. In alle categorieën van de leerplichttelling in schooljaar 2022-2023 is een stijging van de verzuimcijfers te zien ten opzichte van een jaar ervoor. De Vereniging van Nederlandse Gemeenten en het Netwerk van Leidinggevenden Passend Onderwijs pleiten voor een Ministerie van Jeugd en Onderwijs.

Opvallend is de hoge stijging van het absolute en relatieve verzuim langer dan 3 maanden (8311 leerplichtige kinderen tegenover 5450 in het jaar ervoor), net als de voortdurende stijging van het aantal vrijstellingen op basis van fysieke of psychische gronden (8422 leerlingen tegenover 7389 het jaar ervoor). 

Ieder kind liefst zo dicht mogelijk bij huis een passende plek op school, dat is het doel van de Wet Passend Onderwijs, die inmiddels een decennium in werking is. De realiteit is echter dat dat ideaal verder weg lijkt dan ooit. Het aantal thuiszitters, leerplichtige kinderen en jongeren die niet naar school gaan, stijgt al jaren en de wachtlijsten voor jeugdhulp, zorg en (speciaal)onderwijs groeien. Voor de hand liggende redenen zijn de personeelstekorten in het onderwijs en in de (jeugd)zorg, maar er is meer aan de hand.

Moeizame samenwerking

De gemeenten zijn verantwoordelijk voor het uitvoeren van de Jeugdwet en de schoolbesturen voor de wet Passend Onderwijs. Waar ze zouden moeten samenwerken, zitten ze elkaar in de praktijk in de weg. Het is bijvoorbeeld nog steeds moeizaam om onderwijs op zorglocaties te realiseren, waardoor langdurig zieke leerlingen vaak verstoken blijven van onderwijs. Dat is in strijd met het Kinderrechtenverdrag. Er wordt wel geexperimenteerd met zogenaamde onderwijszorgarrangementen, maar het duurt (te) lang voordat dit soort pilots landelijk worden uitgerold.

De schotten tussen jeugdhulp en onderwijs moeten daarom worden geslecht. Om te beginnen op ministerieel niveau. Die oproep doen de Helmondse wethouder Cathalijne Dortmans (voorzitter van de commissie Jeugd, Onderwijs en Zorg van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten) en Jetta Spaanenburg, voorzitter van het Netwerk Leidinggevenden Passend Onderwijs in Argos. De Jeugdwet en Wet Passend Onderwijs vallen nu nog onder 2 verschillende ministeries (VWS en OCW).

Een minister voor Jeugd en Onderwijs

Dortmans: 'Wij hebben het er serieus over gehad bij de VNG, dat het heel mooi zou zijn als je een minister voor Jeugd en Onderwijs hebt, waaronder je dan ook kinderopvang, dat nu nog onder het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid valt, onderbrengt. Dus dat de doorlopende leerlijn letterlijk gevormd wordt door één ministerie, één bewindspersoon.' 

Spaanenburg pleit namens de leidinggevenden Passend onderwijs ook voor integraal beleid en ontschotte financiering van onderwijs en zorg. 'Ontschotting is ministerie voor Jeugd en in de steden wethouders voor jeugd en een wijkbudget waarin onderwijs en zorg samenkomen.'