Jan Leyers leert hoe de islam wordt gestuurd en georganiseerd in Bosnië. De hiërarchische wijze waarop dit gebeurt blijkt één van de geheimen van de gematigde Bosnische islam.

Diep in de Bosnische bergen ligt het dorpje Prusac, een islamitisch bedevaartsoord. Jaarlijks komen er duizenden pelgrims samen om een middeleeuws mirakel te herdenken. Jan Leyers leert hoe de islam wordt gestuurd en georganiseerd in Bosnië. De hiërarchische wijze waarop dit gebeurt blijkt één van de geheimen van de gematigde Bosnische islam. Terug in Sarajevo ontmoet Leyers de voormalige grootmoefti van Bosnië, Mustafa Cerić, die waardevol advies heeft voor Europese beleidsmakers en moslimimmigranten.

Hongarije

Leyers trekt verder naar Hongarije, een land dat net als Bosnië ooit onder Ottomaanse heerschappij stond. Daar is amper nog iets van te merken. In Boedapest bezoekt hij één van de weinige moskeeën en maakt er kennis met de voorzitter, Szultan Sulok. Die uit zijn zorgen over de retoriek van de Hongaarse regering en merkt dat moslims het in Hongarije steeds moeilijker krijgen. Leyers laat zich uitnodigen in een moslimjeugdkamp op het Hongaarse platteland en ontdekt dat de Arabische invloed nooit ver weg is.

Jan in gesprek met enkele moefti’s, dit zijn de Bosnische islamitische geestelijken. Hij leert hoe de Bosnische islam strikt hiërarchisch georganiseerd is.

In Boedapest ontmoet Leyers een hippiestel dat zich tot de islam bekeerde en zich beklaagt over de toenemende arabisering, waarin alleen maar regels gelden en het hart ver te zoeken is.