Mondo Minute met kunstenaar Jan Hoek

Mondo Minute - Jan Hoek

In deze serie staat elke aflevering een bijzondere kunstenaar centraal, met wie een korte, 1 minuut-durende documentaire wordt gemaakt. Met een begeleidend interview.

In deze aflevering kunstenaar en fotograaf Jan Hoek, die in zijn werk steeds de macht van de fotograaf in twijfel wil trekken. Hij onderzoekt wat er gebeurt als je modellen zelf laat bepalen hoe zij verbeeld willen worden, met vaak verrassende uitkomsten.

Wie er wel en niet mee mogen doen in de maatschappij en waarom; dat is een thema dat bij Jan Hoek steeds terugkomt. Waar komt die fascinatie voor de outsider vandaan?

Waarom ben je gaan fotograferen?
‘Toen ik begon met fotograferen, vond ik het heel spannend dat je met een camera toegang kunt krijgen tot werelden waarvan je normaal gesproken geen weet hebt.

Ik was gefascineerd door het idee dat er zó veel mensen zijn, die op zó veel manieren hun leven vormgeven. Zelfs mensen die volgens een vreemde logica leven, weten dat altijd weer zo te doen dat het werkt. En overal is wel een scene voor. Je kunt altijd wel een paar mensen vinden die hetzelfde doen, al zijn het er maar tien, en zo wordt elk gedrag weer normaal.’

'Je kunt altijd wel een paar mensen vinden die hetzelfde doen als jij, al zijn het er maar tien, en zo wordt elk gedrag weer normaal.’

'Als ik nu zomaar aan iemand op straat vraag: ‘Hoi, mag ik met jou mee naar huis?’, denkt diegene dat ik een freak ben. Maar als fotograaf mag dat ineens wel.' 

Was je altijd al zo nieuwsgierig naar de levens van onbekenden?
‘Als kind was ik al gefascineerd door een man bij het Centraal Station. Hij sliep in een doos, die hij had versierd met pornoplaatjes en kerstballen. Hij was mijn held, ik wilde alles van hem weten en verkleedde me ook weleens als hem. Later, in mijn puberteit, brachten mijn vriendin Renske en ik een dag door met een groep alcoholistische mannen in het park, we probeerden aansluiting te vinden bij de Marokkaanse scooterjongens in de buurt, of we belden zomaar aan bij mensen en vroegen of we naar binnen mochten. Daar had ik toen nog geen camera voor nodig, maar ja, dan ben je nog een puber.’  

De camera werd voor jou een manier om nieuwe werelden binnen te komen?
‘Ja, als ik nu zomaar aan iemand op straat vraag: ‘Hoi, mag ik met jou mee naar huis?’, denkt diegene dat ik een freak ben. Maar als fotograaf mag dat ineens wel. Dankzij de camera lieten mensen me binnen in hun leven, daarna werd het vaak veel meer dan een fotosessie.

Zoals bij Kim, de ex-heroïneverslaafde die ik acht jaar lang volgde. Wij hadden echt een band; ze belde me met problemen, we zijn zelfs samen op vakantie geweest. Kim had nog nooit de zee gezien, dus nam ik haar mee naar een hotel in Oostende. Dat soort dingen waren alleen mogelijk omdat mijn rol voor haar duidelijk was. Ik was ‘de fotograaf’, dat stempel maakte de verdeling overzichtelijk.’

De verhouding tussen de fotograaf en model is een groot thema in je werk.
‘Ik begon steeds meer na te denken over de macht die je over een model hebt als fotograaf, daar heb ik me nooit echt goed bij gevoeld. Misschien is het model wel helemaal niet blij met de foto’s, of met de plek waar ik ze ophang. Misschien snapt iemand niet wat er zal gebeuren als ik hem of haar portretteer. Ik dacht steeds meer: wat hebben de modellen hier eigenlijk aan?

Als je er goed over nadenkt, is het ook helemaal niet logisch dat fotografen de baas zijn over het beeld. Voor degene op de foto is het veel belangrijker hoe hij wordt vastgelegd. Hij kent het onderwerp, zichzelf, beter en zal er ook de meeste gevolgen van ondervinden.

Er heerst een beeld van de fotograaf als ‘fly on the wall’, iemand die slechts registreert, maar fotografen zijn helemaal niet zo neutraal. Ze komen uit een vrij homogene groep; het zijn vaak witte mensen, aan de top vooral mannen, hetero’s. En zij bepalen de beeldvorming van anderen.’

Zijn je drijfveren als kunstenaar veranderd?
‘Ik wil niet meer zomaar meer een verborgen wereld binnenstappen om daar rond te kijken, ik wil me ook engageren met de gemeenschap. Ik wil dat er uit mijn inbreng en de inbreng van mijn modellen iets nieuws ontstaat. In het project Sistaaz of the Castle (2016) bijvoorbeeld, werkten modeontwerper Duran Lantink en ik samen met dakloze transseksuele sekswerkers in Zuid-Afrika. Duran en ik zochten ze op omdat we gefascineerd waren door de fantastische outfits die zij samenstellen, de personages die ze voor zichzelf creëren.

We wilden dat het echt een samenwerking werd, en dat de Sistaaz evenveel macht kregen als wij. Daarom hebben ze gedeeld auteursrecht. Zij zijn net zoveel de baas over de foto’s als Duran en ik. Als er foto’s verkocht worden, krijgen zij een gelijk gedeelte van de opbrengst. Als zij een expositie willen organiseren, mogen zij dat net zo goed als wij. Als zij niet willen dat een foto in een publicatie komt, gebeurt dat niet. Zij worden als medemakers gepresenteerd en niet als onderwerp.’

'Ik wil dat er uit mijn inbreng en de inbreng van mijn modellen iets nieuws ontstaat.'

In je project Power to the Models, dat op BredaPhoto te zien zal zijn, laat je de modellen, zoals Sylvana Simons, helemaal zelf bepalen hoe en door wie ze geportretteerd worden.
‘Toen BredaPhoto me vroeg om iets voor ze te doen, dacht ik: dit is een goed moment om de macht van de fotograaf ter discussie te stellen. Ik heb mensen gekozen die ermee te maken krijgen dat ze steeds op dezelfde manier in beeld gebracht worden. Zoals model Lotte van Eijk, die dik is en supermooi en sexy. Zij vond het vervelend dat dikke mensen in films vooral worden gecast als grappig, in kranten onder het kopje ‘overgewicht’ en in modetijdschriften nooit. En Lotte zegt: ik wil gewoon zelf bepalen dat ik als dik iemand sexy kan zijn. Met Power to the Models wil ik een steentje bijdragen aan een wereld waarin fotografen steeds minder macht krijgen en degene op de foto steeds meer.’

Met je stichting Captain Hoek wil je de barrière tussen insider- en outsiderkunstenaars verbreken. Wat is het verschil tussen die twee?
‘Outsiderkunstenaars zijn kunstenaars ‘met een afstand tot de reguliere kunstmarkt’, zo heet dat officieel. Vaak zijn het mensen die autodidact zijn, die net een beetje anders zijn. Voor hen is een soort hele aparte kunstwereld ontstaan, met eigen werkplaatsen, eigen biënnales, eigen musea. Veel outsiderkunstenaars ontmoeten nooit insiderkunstenaars.

Het is een heel kunstmatige verdeling, want veel insiderkunstenaars hebben ook een hoofd dat niet altijd werkt, of willen zich niet aan de regels houden. We vinden het heel normaal als een gevestigde kunstenaar al zijn kleren uitdoet op een podium of zichzelf onderschminkt. Maar als iemand dat vanuit zichzelf doet, zonder context of opleiding, wordt dat als raar gezien. Die mensen mogen niet meedoen.

Ik kwam met de outsiderkunstwereld in contact door Bruin, een jongen met Downsyndroom op wie ik al heel lang pas en die sterk de drang heeft om dingen te creëren, te schilderen, videoclips te maken. Nu is hij mijn studio-assistent. Dat is heel inspirerend voor mij en voor hem is het fijn dat hij mee kan doen in het insiderkunstcircuit, in plaats van in een werkplaats te zitten met alleen andere outsiderkunstenaars. Hij houdt er, net als iedereen, niet van in een hokje geduwd te worden.’

Je modellen zijn misschien wel allemaal outsiders.
‘Ik ben gefascineerd door hoe je vanuit de periferie, vanuit de duisternis, vanuit de positie van weggedrukt worden iets moois kunt maken. Daaruit ontstaan vaak de mooiste dingen. Er zit noodzaak achter.’

‘Ik ben gefascineerd door hoe je vanuit de periferie, vanuit de duisternis, vanuit de positie van weggedrukt worden iets moois kunt maken. Daaruit ontstaan vaak de mooiste dingen. Er zit noodzaak achter.’

Voel jij je zelf een outsider? Is dat waar die fascinatie vandaan komt?
‘Ik heb me vaak afgevraagd hoe het komt dat ik me als kind al kon identificeren met verslaafde mensen en buitenstaanders. Ik dacht eerst dat het was omdat ik queer ben, maar ik begrijp inmiddels dat er misschien meer achter zit. Ik ben te weten gekomen dat er op mijn crèche waarschijnlijk dingen zijn gebeurd die niet hadden mogen gebeuren.

Dan word je onbewust al heel jong een kant op geduwd, naar een plek waar je anders bent dan anderen, waar je een stuk van jezelf niet kunt delen. Bij mij heeft dat er niet toe geleid dat ik verslaafd werd of aan de marges van de samenleving terechtkwam, maar het had ook makkelijk anders kunnen lopen. Je hebt wel een brein dat in een kronkel moet werken, en je moet een manier vinden om daar het beste van te maken. Door een enorme binnenwereld te creëren bijvoorbeeld. Ik denk niet dat het veel verschilt of ik een hele wereld bouw in mijn atelier, of dat iemand dat doet in een doos naast het Centraal Station.’

Geen editie van onze Mondo Minute missen? Volg ons op Facebook en Instagram

Mondo Minute is gemaakt in opdracht van VPRO Mondo door: 

Productie: Pastrami Film Co.
Eindredactie: Yuki Kho
Geschreven interview: Djuna Kramer
Producer: Dion Ghijsen
Creative Director: Sami el Hassani
D.O.P. en regie: Bart Hoveijn
Still Photography: Dion Ghijsen
Muziek: Tom Hofland
Editor: Huub Verburg
Colorgrading: Wietse van Bezooijen

Met grote dank aan Jan Hoek.