Vraag 1: Waarom wordt Proxima b ‘bewoonbaar’ genoemd?
A. De planeet staat dicht bij zijn ster
B. Er is water aanwezig
C. De planeet is klein en rotsachtig
Vraag 2: De Duitse en Engelse taal behoren beide tot de Germaanse taalfamilie. Waardoor heeft het Duits een compleet systeem van geslachten en naamvallen en het Engels niet?
A. Engeland had meer immigranten dan Duitsland.
B. Na de Industriële Revolutie is de grammatica vereenvoudigd.
C. Op de geïsoleerde Britse Eilanden heeft het Engels nooit naamvallen en geslachten ontwikkeld.
3. Hoe komt het dat muggengezoem zo moeilijk te lokaliseren is?
A. Doordat muggengezoem gemakkelijk weerkaatst wordt
B. Doordat muggen spelen met het volume, waardoor ze soms verder weg en soms dichterbij lijken te zijn
C. Doordat muggengezoem een vrij monotoon en constant geluid is
4. Je wilt met een laser een ballon laten knappen. Met welke combinatie lukt dit het snelst?
A. Met een rode laser op een rode ballon
B. Met een groene laser op een rode ballon
C. Met een blauwe laser op een witte ballon
5. Magnus, Vladimir en Anish spelen in één week een aantal schaakwedstrijden. De winnaar van elk potje speelt vervolgens tegen degene die daarnet niet speelde. Aan het eind van de week heeft Magnus 10 keer gespeeld, Vladimir 15 en Anish 17. Remise kwam niet voor. Wie heeft het tweede potje schaak verloren?
A. Magnus
B. Vladimir
C. Anish
6. In gebieden die op een hoge breedtegraad liggen, hebben mensen over het algemeen een lichte huidskleur. Waarom hebben de Inuit dan wel een bruine huid?
A. Hun dieet bevat zo veel vitamine D dat zonlicht maar een kleine rol speelt bij het aanmaken van deze vitamine.
B. Tijdens de poolzomer is het zo lang licht, dat hun lichaam voldoende vitamine D aanmaakt.
C. Door de witte omgeving is het weinige zonlicht waaraan ze blootgesteld worden veel feller. Hierdoor maakt hun lichaam toch voldoende vitamine D aan.