Het juiste antwoord is a.
De zonsopgang was een luchtspiegeling, die ontstond doordat zonnestralen afbogen door een zogeheten inversielaag. Dat is een warme luchtlaag die boven op een koude luchtlaag ligt. De warme en koude luchtlaag verschillen van dichtheid. Daardoor buigen de zonnestralen op de grens van de luchtlagen af. Wanneer de inversielaag ten minste 400 kilometer dik is en het juiste temperatuurverschil met de koude luchtlaag heeft, is de kromming van de zonnestralen even groot als die van de aarde. De zon lijkt dan eerder op te komen: hij is al zichtbaar voordat hij werkelijk boven de horizon is. Dit verschijnsel wordt het Nova Zembla-effect genoemd. Het werd op 24 januari 1597 voor het eerst beschreven door Gerrit de Veer, een bemanningslid van de expeditie van Willem Barentsz naar Nova Zembla.
Tot voor kort was de verouderde juliaanse kalender (antwoord B) de meest gehoorde verklaring voor de vroege zonsopgang op Nova Zembla in 1597. De juliaanse kalender liep in de zestiende eeuw tien dagen achter op het zonnejaar. Om deze afwijking te corrigeren, voerde paus Gregorius XIII in 1582 kalenderhervormingen door. Uit dagboeken van Gerrit de Veer kun je opmaken dat hij steevast deze nieuwe gregoriaanse kalender gebruikte. Bijvoorbeeld door na te gaan wanneer hij schrijft dat het een zondag is, of wanneer hij de posities van de zon beschrijft. Gerrit de Veer had zich dus niet in de datum vergist.
Men dacht ook lange tijd dat Gerrit de Veer vergeten was zijn kompas te corrigeren (antwoord C). Nova Zembla kende in 1597 inderdaad een magnetische afwijking ten opzichte van het geografische noorden – van maar liefst 22.5 graden – maar Gerrit de Veer was zich hiervan bewust. Uit zijn dagboeken blijkt dat hij zijn metingen niet baseerde op een scheepskompas, maar op een loden kompas dat vlakbij Het Behouden Huys was geplaatst. Dit laatste kompas was gecorrigeerd voor de magnetische afwijking.
De naam van het expeditieschip van Willem Barentsz was lange tijd onbekend. In oktober 2018 heeft Gerald de Weerdt, initiatiefnemer van de reconstructie van het expeditieschip, de naam van het schip gevonden in Amsterdamse stadsarchieven. In zakelijke contracten werd een klein scheepje vanaf 1596 opeens niet meer genoemd. Dit was zeer ongebruikelijk voor een scheepje dat al meermaals op expeditie was gestuurd. Historici hebben daarom geconcludeerd dat dit scheepje met de naam De Witte Swaen hoogstwaarschijnlijk het expeditieschip van Barentsz is geweest.
Deze vraag is bedacht door Margot Hoogerwerf.
Met dank aan Siebren van der Werf