De woningnood is nijpender dan ooit tevoren. De harde feiten: een tekort van 300.000 woningen, jarenlange wachtlijsten voor sociale huurwoningen en onbetaalbare huizenprijzen. Dat de nood hoog is, was wel terug te zien tijdens het Woonprotest. Zo’n 15.000 mensen in Amsterdam gingen de straat op om op te komen voor hun woonrecht. Het was voor het eerst in veertig jaar tijd dat er op zo’n uitgebreide schaal werd gedemonstreerd voor meer woningen en een beter en rechtvaardiger woonbeleid.

Ook in Rotterdam is er op 17 oktober een landelijk woonprotest. En een week later is er een lokale demonstratie in Arnhem. Het broeit – en dat is nog zacht uitgedrukt. Je zou kunnen zeggen dat al die demonstraties een tikkeltje hun vruchten beginnen af te werpen. Na jarenlange stilstand in het woondossier besloot de Tweede Kamer de verhuurdersheffing te verlagen. Wooncorporaties moeten het geld dat vrijkomt besteden aan nieuwbouw.

Maar als we gaan bouwen, moeten we ook kijken hoe we dat gaan doen en waar, met het oog op klimaatverandering. Nederland zal er hoe dan ook totaal anders uit komen te zien. We werpen een blik op Nederland in 2120. Waarom precies dat jaar, lees je zo. Hoe zien onze steden en het platteland er dan uit?

Deze woonpioniers willen anders bouwen

Hoewel er dus wel wat aan het schuiven is, ontbreekt nog altijd de echte urgentie vanuit de overheid om de wooncrisis effectief aan te pakken. Daarom ging VPRO Tegenlicht dit jaar op zoek naar burgerinitiatieven waarin het probleem op een unieke en heel eigen manier wordt bestreden. Tijdens de woonpioniersverkiezing van dit jaar werden er twee winnaars aangewezen: jongerenproject SET en Peel Natuurdorpen, de favoriet van het publiek.  

Die laatste zou je een nieuw verdienmodel voor de boeren kunnen noemen.  Boeren, gaan op landbouwgrond, nieuwe natuur aanleggen. Daartussen komen huisjes te staan die zij bijvoorbeeld kunnen verhuren. De initiatiefnemers willen de boer toekomstperspectief bieden, een bijdrage leveren aan de woningnood en tegelijkertijd zorgen voor nieuwe natuur. Meerdere vliegen in één klap dus. Voorzitter Pierre Bos legt het hele plan uit…

Zo kan samenwonen met de natuur er straks uitzien

Als we denken aan Nederland in de toekomst, zullen veel mensen wellicht een doemscenario voor zich zien. Dijken die niet hoog genoeg zijn, dorpen die worden overspoeld door uitdijende rivieren, sterftegolven door extreme hitte en ga zo maar door. Maar wat als Nederland een gidsland wordt, dat andere landen de weg wijst? Een team van onderzoekers van Wageningen University & Research presenteerde een toekomstvisie voor Nederland in 2120, waar economische ontwikkeling en een natuurinclusieve samenleving hand in hand gaan.

Die wetenschappers denken dat Nederland niet per se gedeeltelijk onder water hoeft komen te staan. Als we wereldwijd onze uitstoot terugdringen, kunnen we grote steden als Amsterdam en Den Haag behouden. Wel moeten we nu al goed kijken wáár we willen bouwen. Op dit moment wordt er geïnvesteerd in bouwen in lage delen van Nederland. Of langs rivieren. Klinkt mooi en naast stromend water wonen is wellicht idyllisch, maar verstandig is het niet. Hoe moet het dan wel?

De vlechtheggen van natuurhersteller Jaap Dirkmaat

Over de natuur gesproken: we blikken nog even terug op onze uitzending van afgelopen zondag, Boeren, burgers en beren. Misschien heb je ‘m gezien, misschien niet (dan kun je de uitzending hier terugkijken). Tussen alle krachtige natuurherstellers zat een opvallende man die ons als het ware aan de hand meenam langs vlechtheggen op het boerenland. 

Deze Jaap Dirkmaat is natuurbeschermer, autodidact en directeur van de VNC, de Vereniging Nederlands Cultuurlandschap en ontwikkelde een Deltaplan voor het landschap. Hij pleit voor een simpele ingreep in Nederland om verdwijnende soorten te laten terugkeren in het landschap: de vlechtheg, horizontaal gevlochten takken waar van alles omheen groeit. En de boer wil best meewerken aan deze verandering van zijn land, als je hem maar goed betaalt. ‘Ik zie de boer als een ondernemer,’ zegt Dirkmaat. Hoe gaat hij te werk? 

De tweede klimaatstrijder: journalist Jaap Tielbeke

Nu steeds duidelijker wordt hoe groot de gevolgen zijn van de klimaatramp, is de vraag: wat kunnen we nog meer doen dan we nu al doen, hoe blijven we hoopvol en wat betekent het voor je gemoed als je hier dag in dag uit, mee bezig bent?Tegenlicht-redacteur Tom Reijner spreekt hierover met klimaatactivisten, wetenschappers en journalisten op een plek die voor hen iets zegt over de klimaatstrijd.

In deel 2 van deze reeks is het de beurt aan Jaap Tielbeke, klimaatjournalist van de Groene Amsterdammer en schrijver van het boek Een beter milieu begint niet bij jezelf. Het gesprek was op het Malieveld in Den Haag. Waarom wilde hij daar afspreken? Wat zegt het Malieveld volgens Jaap over klimaatverandering? En welke systeemverandering ziet hij voor zich?

Tips van de redactie: verder lezen en kijken

Elke week stuit onze redactie op verhalen, documentaires, events, boeken en artikelen rond onze uitzendingen of uit ons Tegenlicht-netwerk. Hieronder een beknopte selectie.

Nu nadenken over de toekomst

Redacteur Tom Reijner tipt een essay van filosoof Miriam Rasch, die hij eerder interviewde voor de podcast van Tegenlicht. Zij laat voor Follow the Money haar licht schijnen op zwartgallige toekomstvisioenen. We moeten volgens haar nú gaan nadenken over de toekomst, omdat die ‘heftige klimaatveranderingen in petto lijkt te hebben, en we erop gokken dat technologie ons wel zal redden’. Dat denken is essentieel, omdat we anders in een bestaan belanden waar we geen zeggenschap meer over hebben, schrijft ze. Lees het essay hier.

Een dystopische film over Limburg

Noortje van Baal, productie-stagiaire, zag op het Nederlands Film Festival een dystopische film over Limburg in de toekomst, als grote delen van Nederland zijn overstroomd en miljoenen mensen zijn gevlucht naar Limburg. (R)evolutie, want zo heet de film, stemde haar niet gerust, maar deed wel realistisch aan. Het is weliswaar een film met veel humor, maar het is niet te hopen dat onze toekomst er zo uitziet, aldus Noortje. Vanaf 18 november in de filmzaal te zien.

Digitale roem voor iedereen

Researcher Keshia Hederman was onder de indruk van een mooi artikel van The New Yorker – het Amerikaanse blad dat sinds jaar en dag garant staat voor verdiepende maatschappelijke verhalen.  Het gaat, kort gezegd, over de destabiliserende effecten van roem in het digitale tijdperk. Roem is voor iedereen toegankelijk, maar daarmee komt de dialoog, en het luisteren naar mensen, in het geding. Prachtig opgebouwd ook. Een leestip voor een regenachtig weekend.