Nu de crisis miljoenen mensen werkloos maakt, lijkt een onvoorwaardelijk basisinkomen realistischer dan ooit. Sterker nog, Spanje keert sinds deze maand al een permanent basisinkomen uit aan de armste huishoudens. In welke landen borrelt het nog meer?

Sinds de pandemie zit een groot deel van de wereldbevolking thuis. Voor velen is er weinig alternatief om geld binnen te brengen. Teren op eigen vermogen is er niet bij, want dat hebben de meeste mensen niet.

Zo hebben in de Verenigde Staten inmiddels meer dan 40 miljoen mensen  bijstand aangevraagd. Maar ook in Nederland hebben veel gemeentes het aantal bijstandsaanvragen zien verdubbelen.

Overal ter wereld wordt massaal een beroep gedaan op overheden, die soms geen betere optie blijken te zien dan om het geld gewoon maar uit te delen. Het doet verdacht veel denken aan dat b-woord: een basisinkomen (ook wel: burgerschapsdividend) voor elke burger, zonder verplichtingen.

Een aantal basisinkomen-projecten zijn sinds corona in een stroomversnelling geraakt. Is het basisinkomen klaar voor de volgende stap? We maken een rondje over de wereld: wat is er de afgelopen maanden gebeurd op het gebied van het basisinkomen?

Spanje loopt voorop met gegarandeerd inkomen

De Spanjaarden winden er geen doekjes meer om. Extreme werkloosheid vraagt om adequate maatregelen. Vanaf deze maand keert de overheid  maandelijks een bedrag uit aan de armste 2,5 miljoen mensen, waardoor zij een gegarandeerd inkomen houden tussen de vijfhonderd en duizend euro, afhankelijk van individuele omstandigheden.

Regelmatige updates van fiscale data moeten zorgen voor een efficiënte en relatief goedkope distributie van het burgerschapsdividend, dat bovenop eventueel ander inkomen valt.

Nadia Calviño, minister van Economische Zaken in Spanje, wil het gegarandeerde inkomen blijven uitkeren, zolang economische kwetsbaarheid aanhoudt, en een huishouden voldoet aan de gestelde eisen. Aangezien deze kwetsbaarheid ook na de crisis nog zal aanhouden, verwacht ze dat het inkomen een ‘permanent instrument’ zal worden.

José Luis Escrivá, minister van Sociale Zekerheid, verwacht dat het gegarandeerde inkomen een aanzienlijk deel van de armoede in Spanje moet gaan uitroeien. Kosten? Drie miljard euro per jaar. 

‘The time has come’ in Schotland

Ook in Schotland liggen de plannen op tafel. ‘The time has come’, aldus de premier van Schotland, Nicola Sturgeon. Schotland verwacht flinke economische krimp vanwege de coronacrisis, en Sturgeon ziet een basisinkomen als de manier om de gevolgen te lijf te gaan. Naast de opzet voor proefprojecten - waarvan binnenkort de bevindingen worden verwacht - zegt Sturgeon  ‘constructieve gesprekken’ te voeren met de Britse regering over een basisinkomen.

Uiteindelijk is het namelijk aan het Britse overheid om een plan te creëren voor alle landen binnen het Verenigd Koninkrijk. De Britse minister van Financiën, Rishi Sunak, stelde aan het begin van de lockdown al dat een universeel basisinkomen de werkloosheidscrisis niet gaat oplossen.

Toch hebben meer dan 100 parlementsleden de Britse regering opgeroepen tot het overwegen van een basisinkomen. En: zelfs de Financial Times, toch bepaald niet de meest linkse krant, riep op na te denken over oplossingen zoals een basisinkomen.

'minder eenzaamheid, meer gevoel van autonomie'

De stille voorloper Brazilië

In 2004 was Brazilië het eerste land ter wereld waar iedere burger officieel recht kreeg op een basisinkomen, naar initiatief van ex-senator Eduardo Suplicy. De wet heeft sindsdien op uitvoering moeten wachten, omdat President Lula kort daarna haar paradepaardje - de Bolsa Família - ondertekende: geen basisinkomen, maar een subsidieprogramma voor de armste gezinnen van Brazilië, waarmee 36 miljoen mensen uit de armoede zouden zijn getrokken.

Met Bolsonaro kwam er grotendeels een eind aan het beleid: hij sloot de laatste zeven maanden van 2019 de toegang af tot de sociale uitkering voor hen die vroegen om opnieuw te worden opgenomen in het programma. 

Toch heeft de coronacrisis het Congres zover gekregen opnieuw geld uit te delen: eind april ontvingen 33 miljoen zelfstandigen en informele werknemers in Brazilië een ‘noodgevallen basisinkomen’ van 600 Braziliaanse real (BRL) per maand, wat neerkomt op ongeveer 100 euro. Alleenstaande moeders ontvingen 1200 BRL. Beide bedragen zijn tot nu toe bevestigd voor drie maanden.

Cheques in de VS

Zelfs in de Verenigde Staten, waar de belastingvoordelen voornamelijk voor de rijken zijn, kreeg ook 'de gewone burger' de afgelopen maanden geld uitgekeerd. 

In samenspraak met zijn minister van Financiën besloot president Trump dat elke Amerikaan zo spoedig mogelijk een bedrag moest ontvangen, onvoorwaardelijk. Het Congres nam daarop de CARES-wet aan, waarmee niet-rijke Amerikanen een ‘stimuluscheque’ tot 1200 dollar werd aangeboden, en 500 dollar per afhankelijk kind.

Een beetje mager, vonden de Amerikaanse democraten. Zij stelden een plan op, ‘The Emergency Money for the People Act’, waarmee ze minstens zes maanden lang 2000 dollar per maand willen bieden aan Amerikanen boven de 16 jaar die minder dan 130.000 dollar per jaar verdienen. Tot nog toe is die regeling niet opgepakt. Eind dit jaar zijn er nieuwe verkiezingen in de Verenigde Staten.

'het is gelukt om mensen zo dichterbij de arbeidsmarkt te krijgen'

Minder eenzaamheid in Finland

In Finland werd in 2017 en 2018 een bijstands-experiment uitgevoerd. Een groep van tweeduizend werklozen ontving een vast basisinkomen van 560 euro per maand. Ze waren niet langer verplicht om op zoek te gaan naar een baan - en mochten ze deze vinden, dan hoefden de proefpersonen niet bang te zijn dat het bedrag zou worden ingetrokken.

Begin mei 2020, midden in de crisis, werden de resultaten bekendgemaakt: het effect is niet groot, maar wel positief. Mensen met een basisinkomen gingen iets vaker weer aan het werk dan mensen in de controlegroep, en namen eerder slecht betaald werk aan. Ook had dit vaste bedrag per maand invloed op de mentale gezondheid: gevoelens van depressiviteit, verdriet en eenzaamheid verminderden, en het gevoel van autonomie werd groter. 

Beperkte proef in Nederland

En hoe zit het eigenlijk in Nederland? In 2017 besloten meerdere gemeentes in Nederland te experimenteren met een regelarme bijstand: bijverdienen mag en een tegenprestatie is niet verplicht. Het kabinet vond deze versoepeling echter te radicaal, waarna er slechts een beperkt experiment werd gehouden: de bijverdiensten mochten maximaal 199 euro per maand zijn en de proef mocht maximaal twee jaar duren.

752 van de 9.400 bijstandsgerechtigden werden verdeeld in vier groepen. De eerste groep kreeg minder regels opgelegd, de tweede kreeg meer begeleiding, de derde groep mocht bijverdienen en voor de vierde, de controlegroep, bleef alles zoals het was. In de gemeentes Utrecht, Nijmegen, Wageningen en Deventer werd het experiment uitgevoerd.

Het resultaat? De alternatieve bijstandsregelingen lijken beter te werken dan de huidige aanpak, maar de verschillen zijn klein. Voorstanders wijzen op de kleine verschillen, tegenstanders wijzen op de beperkte significantie.

Toch mag het experiment niet mislukt heten, stellen de onderzoekers. ‘Het is wel degelijk gelukt om mensen binnen zestien maanden wat kleine stapjes dichter bij de arbeidsmarkt te krijgen.’

Duik dieper in het basisinkomen

De Akademie van Kunsten organiseert vanaf vandaag een serie van vier webinars over het basisinkomen. Hierin bundelen kunstenaars, experts en wetenschappers hun krachten om uit te zoeken hoe een samenleving waarin een basisinkomen is ingevoerd eruit kan zien.

Het eerste webinar is op 2 juni. Kijk voor meer informatie of voor aanmelding op de website.