Meteorologen spreken van een ‘freak event’. Zowel de Noord- als Zuidpool kampen al een week met extreme hitte. Is dit een aanwijzing dat de aarde nog sneller opwarmt dan we al dachten?

Zo heet was het er nooit eerder: op de Noord- en Zuidpool worden al dagen temperaturen gemeten tot 30 graden hoger dan wat normaal is voor deze tijd van het jaar. Met -11,5 graden Celsius op Antarctica sneuvelde vorige week vrijdag het hitterecord van die regio uit 2016. De situatie baart klimaatwetenschappers grote zorgen.

De oorzaak van de huidige hittegolf zijn stromen hete lucht die naar beide polen worden geblazen. Op de Zuidpool gebeurde dat via een zogenaamde ‘atmosferische rivier’, die vochtige, warme lucht naar Antarctica vervoerde. Zo’n vochtige lucht houdt meer warmte voor een langere tijd vast, waardoor het boven het continent blijft broeien. Klimaatverandering zorgt ervoor dat dit soort luchtstromen intenser worden, en vaker uitwijken naar plekken waar dat voorheen ongebruikelijk was. 

Dat er ook nog eens weinig ijs op de oppervlakte ligt, kan de effecten van die warmte versterken. Op 25 februari bereikte de maximale jaarlijkse hoeveelheid zee-ijs op de Zuidpool namelijk een historisch dieptepunt van 1,9 miljoen vierkante meter. Terwijl er de afgelopen 40 jaar gemiddeld 2,85 miljoen vierkante meter ijs lag. Het laagste ijsniveau op de Noordpool werd in 2017 voor het laatst waargenomen. Ook dit jaar staat in de top tien van jaren met het kleinste Arctische ijsoppervlak.

Het grotere plaatje

De hoge temperaturen verbaasden ook professor Roderik van de Wal, hoogleraar zeespiegelstijging aan de Universiteit Utrecht. Directe gevolgen voor de zeespiegel heeft de hittegolf nog niet. ‘Voor de gemiddelde jaartemperatuur betekent het nog niet zoveel. Er komt een moment dat die hoge en lagedrukgebieden weer verder trekken. Dan gaan lokale omstandigheden de temperatuur vooral bepalen. En je zit nog steeds op een hoge breedtegraad, dus het zal daar weer heel erg gaan afkoelen.’

De wetenschap is simpel: water bevriest onder nul graden, ijs smelt boven nul graden. Ondanks de warmte liggen de temperaturen op de polen gelukkig nog steeds onder het vriespunt. Maar de huidige hittegolf doet afvragen hoe lang dat nog vanzelfsprekend gaat zijn. Begin deze week werden bij Groenland temperaturen rond en zelfs boven het vriespunt gemeten. Dat is ongewoon voor deze tijd van het jaar, wanneer het ijs- en ijskoud zou moeten zijn. 

‘Deze hittegolf is een teken aan de wand dat we dingen aan het veranderen zijn.’

Volgens Van de Wal moeten we naar het grotere plaatje kijken. ‘Deze hittegolf is een teken aan de wand dat we dingen aan het veranderen zijn.’ Momenteel is de aarde met een hele graad opgewarmd, ten opzichte van de gemiddelde temperatuur in 1850.

Als we doorgaan op de huidige weg, is de kans groot dat de aarde tegen het einde van deze eeuw met meer dan twee graden is opgewarmd. Sommige scenario’s voorspellen zelfs een stijging van 5 tot 8 graden. Een stijging van anderhalve graad kan al een reeks ‘tipping points’ ontketenen: dan worden kritieke grenzen overschreden die onomkeerbare, zelfversterkende verstoringen in het klimaat tot gevolg hebben.

Smeltend zee-ijs | Verovering van de Noordpool (2019)

Land inleveren

‘Het is niet uit te sluiten dat we voor de Groenlandse ijskap in de loop van deze eeuw over het tipping point heen gaan,’ zegt Van de Wal. ‘Bij een opwarming van 3 graden is die kans 50 procent.’ Voorbij dat kantelpunt zou het vrijwel onomkeerbaar en onvermijdelijk worden dat de volledige ijskap verdwijnt. 3,5 miljoen kubieke meter aan ijs zou de zee in smelten, en de zeespiegel met zeven meter doen stijgen.

‘Daar kun je geen dijken tegen bouwen. We zullen grote stukken land moeten opgeven. Dat moeten we al bij twee meter.’

'Als de Groenlandse ijskap smelt, zullen we grote stukken land moeten inleveren'

Buiten Nederland zijn de gevolgen nu al voelbaar, vertelt Van de Wal. ‘In de Stille Zuidzee worden eilanden geëvacueerd en worden mensen aangemoedigd om naar Australië en Nieuw-Zeeland te verhuizen als gevolg van klimaatverandering en de daaruit voortvloeiende zeespiegelstijging.’

De schade is nog steeds te beperken, hoopt Van de Wal. ‘Als we aan het Parijsakkoord voldoen, en we beperken de temperatuurstijging tot anderhalf tot twee graden tegen het einde van deze eeuw, dan zal de zeespiegel ruim een halve meter zijn gestegen.’ Maar op de huidige voet zal dat in 2100 al een hele meter zijn. En in de decennia daarna misschien wel vele meters.

Een heleboel rampen

De zeespiegel is overigens volgens Van de Wal niet ons grootste probleem op dit moment. ‘Tegen de tijd dat Nederland onder loopt, zijn er al veel grotere rampen gebeurd op andere plaatsen in de wereld.’ Het aantal extreme events neemt al jaren toe. Bijvoorbeeld orkanen in het Caribisch gebied, die steeds vaker voorkomen en steeds heviger worden. ‘En die richten veel sneller veel grotere schade aan voor de maatschappij dan zeespiegelstijging.’

Ook grote droogtes, natuurbranden en massa-uitsterving staan vlak voor de deur, en zijn op veel plekken al een dagelijkse realiteit. Hoe nauwkeuriger de computers worden, hoe meer wetenschappers er zeker van zijn dat klimaatverandering en de verwoestingen die het met zich meebrengt niet iets is van de volgende eeuw, maar van deze eeuw. Een wereld die warmer is dan anderhalve graad heeft een totaal onherkenbaar klimaat.

Maar hoewel de emissies nu minder hard stijgen dan voorheen, gebeurt er volgens Van de Wal nog veel te weinig. ‘Om aan het Parijsakkoord te voldoen moeten we in 2045 zo'n beetje CO2 neutraal zijn en daar zijn we natuurlijk helemaal niet naar op weg. Er moet nog heel veel gaan veranderen. Neem de stijgende benzineprijzen. Onze eerste reactie is: dan moeten de accijns omlaag. Zo ga je er dus niet komen.’

Van de Wal vreest dat er nog een hele rampzalige gebeurtenis aan vooraf moet gaan voordat we voldoende gaan ingrijpen in het gebruik van fossiele brandstoffen. ‘Ik denk wel dat de noodzakelijke actie in een stroomversnelling zal geraken als gevolg van het feit dat we zien dat het zoveel schade met zich meebrengt. En dat komt natuurlijk steeds meer aan het oppervlak.’

‘Als we op tijd harder ingrijpen, dan kunnen we er nog voor zorgen dat we onder de kantelpunten van ijskap-instabiliteit blijven.’ Als de ijskappen eenmaal verdwijnen, komen ze niet meer terug.

Groenland | Het warme Noorden (2014)