VPRO Gidsartikel

Jaarlijks wordt mondiaal zestig tot zeventig miljoen ton textiel geproduceerd, waarvan minimaal de helft geverfd wordt. Met water dat daarna vaak vervuild geloosd wordt. Dat dat anders kan, toont Tegenlicht.

Direct achter het station in Weesp vindt een revolutie plaats. Althans, een deel ervan, in het kantorenpand waarin DyeCoo Textile Systems b.v. huist en waarvan Reinier Mommaal directeur is. De revolutie behelst de nieuwe manier waarop sinds kort textiel geverfd (to dye) kan worden: niet meer met ettelijke liters waters per kilo stof die na één keer gebruiken zwaar vervuild zijn en vervolgens vaak in de natuur geloosd worden, maar met behulp van koolstofdioxide, afvalproduct uit bijvoorbeeld de petrochemische industrie dat voor ongeveer tien cent per kilo te koop is en dat meerdere malen meegaat.

‘De waterverfindustrie is zeer traditioneel,’ weet Mommaal. ‘Sinds mensen eeuwen geleden begonnen om met een stok een lap stof door gekleurd water te roeren tot nu hebben er diverse evoluties plaatsgevonden. Onze machine verandert dit procédé op een grondige manier die zowel water spaart als beter is voor het milieu. De hele markt kijkt hiernaar.’

De machine waarover het gaat bestaat uit drie grote blauwe vaten waarin per vat een rol textiel van zo’n 150 tot 200 kilo past, aan de achterkant hangen bedrading, buizen en buisjes. Het duurt een uur of drie voordat het ingevoerde textiel de gewenste kleur heeft en weer naar buiten gehaald kan worden voor verdere verwerking. Wat rest van het verfproces is een minuscuul beetje afval dat onder andere bestaat uit wat vocht uit het doek en een klein beetje kleurstof. Een lachwekkende hoeveelheid in vergelijking met wat de gebruikelijke manier van textiel verven kost: voor een kilo stof is honderd tot 150 liter water nodig, de jaarlijkse textielproductie bedraagt zestig tot zeventig miljoen ton, waarvan minimaal de helft geverfd wordt; tel uit je schade. ‘Sinds eind januari staat dit apparaat in Thailand, later dit jaar plaatsen we er daar nog twee of drie. We doen alles stapje voor stapje, om het proces op een overzichtelijke basis te optimaliseren. Dit jaar gebruiken we als bewijs dat deze methode industrieel toepasbaar is, medio 2013 willen we echt groter de markt op.’

Begin

Stapje voor stapje, dat betekent dat sinds Geert Woerlee – oprichter van het moederbedrijf waaruit DyeCoo is voortgekomen – begin jaren negentig promoveerde op een koolstofdioxideonderzoek er een prototype is gebouwd in het begin van deze eeuw, gevolgd door een eerste machine die uit één vat bestond. Gaande de jaren nam de belangstelling toe, ontving DyeCoo de Herman Wijffels Innovatieprijs en stapte Nike in als strategisch partner. Mommaal: ‘Omdat ze het ongelooflijk interessant vinden en willen helpen om deze manier van stof verven tot een standaard te maken in de markt.’

Volgens Woerlee is de verfmachine nog maar het begin van de mogelijkheden die het milieuvriendelijke gebruik van co2 biedt. ‘De kunst is om op het juiste moment een product uit de handen van de uitvinders die hier in dienst zijn te trekken, anders knuffelen zij het dood. Dat product verbinden we vervolgens aan een bedrijf, waar het zich onderhevig aan marktmechanismen verder kan ontwikkelen. co2 wordt inmiddels ingezet bij onder andere de productie van medicinale cannabispillen, voor grootschalige schoonmaakactiviteiten van textiel en bij het verwerken van weefsel voor microscopische diagnose door de patholoog-anatoom.’ Hoewel alle indicatoren volgens Woerlee op groen staan, is de toekomst van de verfmachine nog geen gelopen race. ‘Innovatie krijgt alleen bestaansrecht als je de wetten van de economie volgt. Eerst is een zo groot mogelijke economische impact belangrijk, pas dan komt duurzaamheid. Je kunt wel een hoger doel dienen, maar als de basis niet goed is, gebeurt er weinig, dan blijft het een soort gezellige bezigheid voor een klein groepje mensen.’

Hergebruikt

Lapjes geverfd met de revolutionaire techniek, Mommaal heeft er een bescheiden stapeltje van op zijn werktafel liggen; oranje, geel, zwart, bruin en rozeachtig gekleurd. ‘Er is geen verschil te zien, voelen of ruiken tussen stof die met water of met co2 geverfd is. Daar willen we nog iets op proberen te vinden, zodat de herkomst altijd helder is en fabrikanten niet kunnen sjoemelen met een duurzaam verantwoord verhaal zonder dat onze machines gebruikt worden.’

Die co2 komt uiteindelijk op een dag toch in de atmosfeer terecht. Woerlee: ‘Maar het heeft wat langer geduurd en is dan wel eerst herhaaldelijk hergebruikt. De toepassing van co2 betekent een enorme vermindering van de aanslag op de hoeveelheid water en de vervuiling ervan zoals die nu plaatsvindt. Of zoals de eigenaar van de fabriek in Thailand waar onze verfmachine staat, zegt: “Water is for living, not for dyeing.”’

Uit: VPRO Gids #16, 2012