Terwijl in Nederland lokale winkelketens omvallen, rukt de Chinese onlineshoppingreus Alibaba op. Hoe verontrustend is de komst van dit bedrijf, dat net zo hard in spullen handelt als data van gebruikers verzamelt?

Neem Weert. Zestig winkels staan daar leeg, zegt de plaatselijke wethouder in de VPRO Tegenlicht-aflevering ‘Shoppen volgens China’. Of dat nog goed komt? De wethouder doet zijn best, maar kleine winkelgemeentes hebben het moeilijk en dat zal zo blijven. Weert is nog niet verslagen. Aan de rand van de gemeente zijn enorme distributiecentra verrezen waar spullen uit de haven van Rotterdam verder worden verspreid naar onder andere Duitsland, om uiteindelijk als pakjes op de mat te vallen bij onlineshoppers – en dat zijn er steeds meer. Er is nog grond vrij. De deal is nog niet helemaal rond, maar zo goed als zeker verrijst hier straks op een stuk land ter grootte van dertig voetbalvelden een distributiecentrum van Alibaba. Met Amazon is het de grootste onlinewinkel ter wereld. Komen de Chinezen nu dan echt? Niet per se goed nieuws. Niet alleen vanwege de mogelijke verschraling van het lokale winkelaanbod, ook gezien de slechte reputatie van China op het gebied van privacy en mensenrechten. Want Alibaba komt niet alleen pakjes brengen, maar neemt ook wat mee terug: data over gebruikers.

Hoe hard het allemaal zal gaan, is gissen. Zeker is dat we aan het begin staan van de grote opmars van Alibaba, aldus regisseur Roland Duong. ‘Hoog tijd om de boel een beetje wakker te schudden.’ Duong volgt voor VPRO Tegenlicht al geruime tijd de globalisering en de invloed daarvan op de (lokale) samenleving. ‘We zijn ons er niet bewust van dat China technologisch al zo enorm geavanceerd is, dit wordt onderschat.’ ‘Shoppen volgens China’ plaatst de nodige waarschuwingstekens en brengt in gesprekken met Chinakenners met ieder hun eigen expertise de ontwikkelingen in kaart. Van Weert tot de Chinese metropool Shenzhen, kraamkamer van China’s meest geavanceerde technologie. Hard bezig Silicon Valley achter zich te laten

Showman

Wat is Alibaba precies? Beter is de vraag: wat is Alibaba niet? Wie Ali zegt, zegt baba. Je kunt spullen kopen bij AliExpress en betalen met Alipay, het Chinese PayPal dat het Chinese betalingsverkeer domineert. Of juist spullen wegdoen via marktplaats Taobao. Geld lenen kan bij Aliloan, reizen boeken met Alitrip. De moderne Chinees kan zijn hele leven leiden met de diensten van één bedrijf. Al is de Alibabisering nog niet compleet. Wat ontbreekt is een eigen chat-app zoals WhatsApp in het Westen of WeChat van de Chinese concurrent van Alibaba, Tencent. Dat doet pijn, want de smartphone wordt steeds meer de plaats waar zaken worden gedaan. Al helemaal in China.

Alibaba is opgericht pal voor de millenniumwisseling door Jack Ma, een voormalige leraar Engels uit de provincie met een goed instinct, groot doorzettingsvermogen en de behendigheid te manoeuvreren zonder de Chinese overheid tegen zich in het harnas te jagen. In zijn biografie over Jack Ma, De rode miljardair, noemt Hans Moleman hem een showman, die zich goed kan presenteren. De oud-leraar, wiens bedrijf een geschatte waarde heeft van 35 miljard, ontpopt zich zoals zo veel ceo’s tot inspirator en weldoener. Hij is vaste gast in Davos en aan tafel bij regeringsleiders. YouTube staat vol enthousiaste Ma-speeches.

Maar hoe rijk en beroemd ook, Ma zal nooit de fout maken de Chinese overheid te onderschatten. Moleman beschrijft hoe de familie Ma tijdens de Culturele Revolutie politiek gezien in het verkeerde kamp zat. Dat betekende constant op je hoede zijn, want arrestatie of erger lag altijd op de loer.

Behendigheid is bij Jack Ma in de ziel gestanst. Het zou weleens de onderscheidende kwaliteit kunnen zijn van de zakenman, die opereert in het onlinedomein, dat door de overheid met argusogen wordt gevolgd. Zeker nu de nieuwe Chinese leider Xi sinds 2012 tegen de verwachting in de duimschroeven juist aandraait en restricties op internet niet af-, maar eerder toenemen.

Bewustwording

Jack Ma is er niet gekomen door het westerse publiek stroop om de mond te smeren. De bedrijfscultuur van Alibaba staat bekend als roekeloos en uiterst agressief. Toch noemt de Nederlandse ondernemer Marc van der Chijs Chinezen de beste zakenmensen ter wereld. ‘Ze nemen de tijd, en lijken vriendelijk, maar ze zoeken je zwakke punten op en zijn altijd bezig met strategie,’ vertelt hij aan de telefoon. Van der Chijs zit niet in de uitzending, maar hij woonde ruim tien jaar in China en maakte de opkomst van Alibaba van dichtbij mee. Hij is oprichter van het Chinese YouTube, Tudou genaamd, dat in 2015 voor ruim vier miljard door Alibaba werd overgenomen. Pionierswerk, want YouTube bestond toen nog niet eens. Tegenwoordig woont Van der Chijs in Vancouver en is eigenaar van een aantal grote bitcoinbedrijven, waaronder het grootste bitcoin-mining-bedrijf van de vs. ‘Het kostte me jaren om het spelletje door te krijgen, maar toen ik het eenmaal doorhad heeft het me veel gebracht en hielp het me om ook buiten China snel zaken te kunnen doen. Buiten China is men toch redelijk naïef, vind ik nu. De ambities zijn bij Chinezen veel groter dan elders. Alibaba was al snel dominant in China, terwijl het altijd echt een lokaal bedrijf was.’

Volgens Van der Chijs hebben de Chinezen geen haast om het Westen te veroveren. ‘Andere markten zijn voor hen veel belangrijker. Pas als Alibaba groot is in de tweede en derde wereld komen ze hier. Maar in de toekomst gaat dit gebeuren, en dan verdwijnen de kleintjes zoals bol.com, geen twijfel over mogelijk. Er zullen twee grote spelers overblijven, Amazon en Alibaba. Amazon misschien wat meer gericht op het hogere segment, Alibaba op het goedkopere.’ Dan hebben we wel een probleem, reageert Duong. ‘Als wij onze spullen niet meer kunnen slijten in de tweede en derde wereld, wat blijft er dan over voor ons? De opkomende markten waarop Alibaba zich begeeft, zijn ook onze groeimarkten. Europa heeft zelf geen big tech. En die achterstand is bijna niet meer in te halen, tenzij men middelen vrijmaakt en de urgentie ziet.’ De bewustwording van hoever de Chinezen al zijn, is hard nodig, wil hij nog maar eens zeggen

Big data

Eén ding is zeker: mocht het zover komen dat bol.com niet meer bestaat, dan bestelt Moleman zijn boeken niet bij Alibaba. ‘Niet als ik over vijf jaar nog een visum wil voor China.’ De app van Alibaba verzamelt niet alleen big data van gebruikers, maar geeft ze straks misschien ook ratings. Een vinkje achter de naam van kritisch volk. Het is mogelijk. China experimenteert al een paar jaar met een sociaal kredietsysteem, dat bijvoorbeeld overtredingen door burgers bijhoudt, zoals niet-betaalde verkeersboetes of belastingaanslagen. Bij te veel strafpunten volgen vergaande sancties: niet meer mogen vliegen, bijvoorbeeld. ‘Big data is de nieuwe olie,’ luidt een uitspraak van het Chinese ministerie voor Internet. De Chinese overheid, beducht voor mede via sociale media geëntameerde politieke omwentelingen zoals de Arabische Lente, zal dat nieuwe zwarte goud niet laten liggen. Moeten westerse burgers de lange arm van China vrezen? ‘Nee, angst is vooral een slechte raadgever,’ reageert Moleman. ‘Je moet als vrije burger in Europa wel goed beseffen wat de aard van het beestje is, als puntje bij paaltje komt. China is uiteindelijk toch een meedogenloze politiestaat, waar je als lastige onderdaan geheid het onderspit delft.’

‘Google en Amazon hebben ook alle data,’ relativeert Van der Chijs. ‘Ik zie geen verschil. Het gaat erom wat men met die data wil doen. Bij Trump maak ik me daar veel meer zorgen over. Bij China denkt men al gauw: zwarte bladzijde. Maar ik voel me momenteel veiliger in China dan in Amerika. China wordt geregeerd door mensen die verstand hebben en nadenken. Dat is in Amerika niet langer het geval. Daar heerst een racistische overheid die mensen discrimineert op basis van huidskleur, geloof en afkomst. Over Trump, de klimaatverandering, kunstmatige intelligentie en de massale werkeloosheid als gevolg daarvan binnen nu en tien jaar, maak ik me veel meer zorgen.

Brussel

Moleman: ‘Je kunt van alles vinden over de grootschalige verzameling van gegevens van burgers in westerse democratieën, maar het wezenlijke verschil met autoritaire landen als China is dat er in de vs en Europa in ieder geval nog onafhankelijke instituties en vrije media zijn die voor checks and balances kunnen zorgen. Die instituties zijn in China gelijkgeschakeld.’ Nog beter is het, voegt Duong daaraan toe, als we kunnen voorkomen dat onze data in handen komen van de Chinese overheid. ‘Het gevecht om dat te voorkomen voert Brussel. Er komt nieuwe wetgeving aan.’

In 2015 deelde Ma, alweer in Davos, zijn jongste inzicht. Wat hij eerst in China deed wil hij nu mondiaal gaan doen: kleine ondernemingen wereldwijd in contact te brengen met klanten wereldwijd. ‘Er zijn twee miljard klanten in China en andere opkomende markten. Hoe kunnen we hen helpen hun spullen overal in de wereld te verkopen?’ Het gebeurt al, schrijft Moleman. Vissers in Alaska verkopen zalm rechtstreeks aan Chinezen, en kersenboeren uit de staat Washington doen hetzelfde met hun fruit. Het aantal Chinese klanten kan bovendien nog flink toenemen. China heeft begin 2018 de meeste internetgebruikers ter wereld, 664 miljoen. Maar pas de helft van de Chinese bevolking heeft internet. We staan pas aan het begin en Jack Ma weet het.