De Duitse satiricus Jan Böhmermann – te zien in Tegenlicht – heeft met zijn Erdogan-ruzie duidelijk gemaakt dat Duitsers wel degelijk over humor beschikken. Al blijft satire er behoorlijk, tja, Duits.

Hoe kan het dat de Duitse parlementsverkiezingen van 24 september zoveel minder explosief lijken dan hun tegenhangers in andere Europese landen? Bondskanselier Angela Merkel bevindt zich in een schijnbaar onaantastbare positie. Wat zegt dat over haar land? Met die vragen toog Tegenlicht naar Keulen om de Duitse satiricus Jan Böhmermann te interviewen. Maar wie was dat ook weer?

Jan Böhmermann raakte tot ver over de Duitse grens bekend toen hij eind maart vorig jaar in zijn tv-programma Neo Magazin Royale een gedicht voorlas. Daarin beschimpte hij de Turkse president Recep Tayyip Erdogan. Hij wilde in de uitzending het verschil aantonen tussen satire en smaad (‘Wat nu komt, mag dus níet’) en stapelde expres grofheid op grofheid: ‘Het liefste wil hij geiten neuken/ en minderheden onderdrukken/ Koerden schoppen, christenen slaan/ en daarbij kinderporno kijken’.

Het gedicht viel, zacht gezegd, niet in goede aarde. Zowel de Turkse regering als Erdogan persoonlijk drongen aan op een proces. Bondskanselier Merkel noemde Böhmermanns poëzie aanvankelijk ‘bewust kwetsend’. Die uitspraak trok ze later in, maar wel stond ze het openbaar ministerie toe te onderzoeken of Böhmermann zich had schuldig gemaakt aan het beledigen van een bevriend staatshoofd. Het kwam haar op zware binnenlandse kritiek te staan. Uiteindelijk werd Böhmermann niet vervolgd, maar in een civielrechtelijk proces begin dit jaar werd het hem verboden om bepaalde ‘kwetsende’ regels uit het gedicht te herhalen. Daar staat tegenover dat de Bondsdag, het Duitse parlement, afgelopen juni besloot om het wetsartikel inzake belediging van een bevriend staatshoofd te schrappen.

Dat is nogal een prestatie, voor niets meer dan een stukje satirische televisie. Of moeten we zeggen: stukjes? Feitelijk had Böhmermann immers alleen maar gereageerd op een stunt van zijn collegasatirici van de Noord-Duitse omroep NDR. In het programma Extra 3 was twee weken eerder een videoclip te zien geweest van het lied ‘Erdowie, Erdowo, Erdowahn’. Op een melodie van Nena had daarin de Turkse president er ook al van langs gekregen, zij het inhoudelijk (‘Is een verkiezingsuitslag slecht/ dan buigt hij dat wel recht’). De regering in Ankara had daarop de Duitse ambassadeur ontboden en verzocht om verwijdering van de clip van internet. De ambassadeur wees echter op de vrijheid van meningsuiting, waarop hoge politici hem bijvielen, onder wie destijds de Duitse minister van Buitenlandse Zaken Frank-Walter Steinmeier en Jean-Claude Juncker, de voorzitter van de Europese Commissie. En Böhmermann dus, met zijn uiteenzetting over satire versus laster.

We denken er in Nederland niet zoveel over na – Duitsers heten nu eenmaal geen humor te hebben – maar toch bruist bij onze oosterburen de politieke tv-satire. Met name bij de publieke omroep. Waar wij het moeten doen met Zondag met Lubach en, sinds kort, Dwars door de week van BNNVARA, kunnen kijkers van het algemene eerste net ARD kiezen uit vier enigszins vergelijkbare programma’s. Dat zijn het al eerder genoemde Extra 3 (overgenomen van de NDR), maar ook SchleichFernsehen, Nuhr im Ersten en een show met de curieuze titel PussyTerror TV. Op het tweede kanaal ZDF zijn onder meer Die Anstalt te zien en de Heute-Show, die in het voorjaar dankzij publieksstemmen de Goldene Kamera- televisieprijs won voor beste satireshow. Böhmermanns Neo Magazin Royale zit op de op jongeren gerichte dochterzender ZDFneo.

Dit ruime aanbod maakt duidelijk dat Duitse tv-satire in de lift zit, wat in kijkcijfers ten koste gaat van het grotere en duurdere amusement. De Heute-Show van komiek Oliver Welke is daarbij de absolute favoriet. Al sinds 2010 wint het programma – heel bijzonder – elk voorjaar bijna een half miljoen kijkers, waardoor het nu op gemiddeld 4,11 miljoen toeschouwers per aflevering zit. Dat betekent een marktaandeel van 16,9 procent van alle op dat moment televisie kijkende Duitsers. Die Anstalt trekt doorgaans iets meer dan 2 miljoen kijkers, Extra 3 zit daar juist net onder. Böhmermann moet het doen met 300 à 400.000 kijkers en een marktaandeel van minder dan 2 procent. Om deze laatste maar weer eens te vergelijken met Arjen Lubach: die begon onlangs zijn nieuwe seizoen met 665.000 toeschouwers, een marktaandeel van maar liefst 11,7 procent.

In dit kader verdient een ex-mede- werker van de Heute-Show een speciale vermelding. Martin Sonneborn richtte in 2004, als toenmalig hoofdredacteur van het satirische tijdschrift Titanic, met enkele collega’s de politieke partij Die PARTEI op. Sindsdien grossiert zijn organisatie in persiflages op het politieke bedrijf. Zo beschikt ze over een jeugdafdeling die, naar secretaris-generaal Thomas Hintner, de Hintnerjugend heet, en dr aagt het partijlied de titel ‘Die Partei, die Partei, die hat immer recht’. Allemaal ongein, maar de partij heeft wel degelijk een serieuze kant. Tien jaar na de oprichting is Sonneborn lid van het Europees Parlement. Ook haalde Die PARTEI begin september de kranten met het nieuws dat ze heeft geïnfiltreerd in besloten Facebook-groepen gelieerd aan de nieuwe extreem-rechtse partij Alternative für Deutschland (AfD). Medewerkers begonnen bijna een jaar geleden met de operatie. Toen zij eenmaal de status van beheerder hadden bereikt, gooiden ze de oude beheerders eruit en maakten de inhoud van de groepen openbaar. Volgens een van de infiltranten werd een groot gedeelte van de Facebook-groepen geleid door bots: programma’s die haatdragende berichten en nepnieuws plaatsten en deelden op sociale media en automatisch vrienden toevoegden aan het eigen account om een zo groot mogelijke invloed voor te wenden. De AfD ontkent, maar zit kort voor de verkiezingen toch met een lelijke affaire.

Het is een stunt die je Arjen Lubach of Jan Böhmermann ook zou kunnen zien uithalen. En wie weet gaan ze dat binnenkort ook doen: Lubach is eind augustus naar zijn Duitse collega gereden om te praten over ‘een soort Europese samenwerking’. De twee zijn goed met elkaar te vergelijken, vindt Tegenlicht-regisseur Britta Hosman. ‘Net als Lubach is ook Böhmermann geestig, brutaal en hij durft ergens voor te staan. En je moet een beetje op de hoogte zijn van het nieuws om zijn grappen te begrijpen.’ Toch meent ze dat er achter Böhmermanns humor net iets zwaarwichtigers schuilgaat. Typisch Duits, noemt ze het. ‘Door de Tweede Wereldoorlog heeft Duitsland nu eenmaal een beladen geschiedenis. De oorlog is voor velen nog steeds een referentiekader. Tegen de internationale draai naar rechts die nu lijkt te worden gemaakt, met Donald Trump in de VS en Geert Wilders in Nederland, moet volgens Böhmermann dan ook worden opgetreden. En als Erdogan journalisten in de bak smijt, dan moet je daar iets van zeggen.’ Maakt dit hem tot een activist? Hosman twijfelt. ‘Geëngageerd, dat is hij. Hij is heel bewust bezig en goed geïnformeerd. Maar activistisch? Ik vind Böhmermann vooral... Tja, Duits.’