Bij elke aflevering van The Fourth Estate laten we een Amerikacorrespondent aan het woord over zijn werk tijdens de Trump administration. Voor de eerste aflevering doken we in het journalistieke ambacht met Guus Valk, die voor het NRC Handelsblad in Washington woont en werkt. ‘Vroeger schreef ik veel meer over kunst, sport en economie. Tegenwoordig zijn Trump en de stand van het land een dagtaak.'

Susanne Evers

Dag Guus. Allereerst: hoe dicht kom je eigenlijk bij het Witte Huis en bij Donald Trump?
‘Niet zo dichtbij dat je hem kunt interviewen. Er zijn officiële momenten waar je als journalist bij kunt zijn, zoals een persbriefing en de State of the Union. Maar voor mij als Nederlandse correspondent is het volgen van het Witte Huis maar een klein onderdeel van mijn werk en niet zo belangrijk. Ik ga meer het veld in om mensen te spreken en zo kleur te geven aan verhalen.’

Is dat een verschil met Amerikaanse journalisten?
‘Ja, Amerikaanse kranten hebben een Washington-afdeling van dertig man en vaste White House Correspondents die als taak hebben om al het Trumpnieuws te volgen. Je ziet altijd beelden van al die journalisten voor het Witte Huis, maar als je goed kijkt dan zie je altijd dezelfde zestig gezichten. Het is niet zo dat iedereen in de wereld de hele dag achter Trump aanjaagt, het is een klein groepje.’

Wat zijn dan je bronnen als je aan nieuws over Trump wilt komen?
‘Dat hangt van het onderwerp af, maar voormalig medewerkers van het Witte Huis – bijvoorbeeld adviseurs uit de Obama-, Bush- en Reagantijd – zijn een belangrijke bron. Ik heb net iemand geïnterviewd die vroeger de Presidential State Briefing verzorgde. Elke ochtend krijgt de president een mapje met een verhaaltje erbij, met alle veiligheidsproblemen in de wereld en wat de gevaren voor Amerika die dag zijn. Dit was de man die dat bij Obama deed. En laatst heb ik Roger Stone geïnterviewd, een belangrijke adviseur van Trump en ook een hoofdrolspeler in het Ruslandverhaal van Robert Mueller. Als je zo iemand te spreken krijgt, dan is dat heel fijn. Die zijn moeilijk te krijgen en soms heb je geluk.’

Je hoort en ziet als correspondent natuurlijk enorm veel Trumpnieuws. Hoe bepaal je wat relevant is voor Nederlanders?
‘Mijn uitdaging is om mensen niet te overvoeren met informatie. Als er de hele week Trumpnieuws is, probeer ik op zaterdag een groot verhaal te schrijven dat die week samenvat en er ook iets aan toevoegt. Bijvoorbeeld: er zijn veel tweets, dan is er weer een ambassade geopend… Zo gaan alle weken met Trump eigenlijk. Mijn kunst is om dan bijvoorbeeld zijn biograaf te interviewen en te vragen: ‘Wat zegt dit over Trumps karakter?’

‘Je bent als journalist verplicht om alle facetten van Trump te laten zien, maar ik zit hier niet om de waarheid te verdoezelen.’

Hoe zorg je dat je geen eenzijdig beeld van Donald Trump neerzet?
‘Je bent als journalist verplicht om hem in al zijn facetten te laten zien. Ik zit hier niet voor een of andere actiekrant, maar om een genuanceerd beeld te geven. Maar ik zit hier ook niet om de waarheid te verdoezelen. Dus als Trump zich racistisch uit en bijvoorbeeld neonazi’s verdedigt zoals na Charlottesville, dan ga ik niet een voor- en tegenstander aan het woord laten en zeggen “zoek het maar uit”. Dan moet je stelling durven nemen. De journalistieke reflex van enerzijds, anderzijds is goed, maar ook gevaarlijk, omdat je daardoor niet zegt wat er in Amerika aan de hand is.

‘Tegelijkertijd moet je uitkijken dat je de president niet als een karikatuur neerzet, maar probeert om een zo rijk en gedetailleerd mogelijk beeld te geven van Trump en van zijn entourage, zijn presidentschap, van hoe het leeft in het land, van zijn beleid… Ik denk dat dat het geheim is om het goed te doen.’

Hoe probeer jij dat te doen?
‘Poeh. Ik probeer het zo min mogelijk karikaturaal te doen en ook mijn eigen nieuwsgierigheid te volgen. Ik heb bijvoorbeeld een keer een stuk gemaakt over Trump en hoe zijn denken een basis heeft in de Amerikaanse kijk op religie. Dat stuk ging met name over het welvaartsevangelie, dat betekent dat je door te willen ook rijk kunt worden. En dat vroom zijn materiële welvaart oplevert. Dat is iets wat Trump ook belooft, en dan snap je zijn Messias-achtige kant veel beter. Omdat hij dat gevoel aanspreekt – dat doet ‘ie heel slim. Europeanen kennen dat welvaartsevangelie niet, maar voor Amerikanen is dat een heel belangrijk onderdeel van hoe mensen naar het leven kijken.’

Guus Valk in gesprek met een Trumpstemmer in Fulton County (Pennsylvania), waar 84% van de mensen op Trump stemde.

Heb je het idee dat je manier van verslaggeven veranderd is sinds Donald Trump aan de macht is?
‘Ik ben harder gaan werken, haha.’

The New York Times-hoofdredacteur Dean Baquet zegt namelijk in de serie: ‘de rol van onze krant is groter en duidelijker dan ooit tevoren. Juist omdat Trump de media de oorlog verklaarde, doen wij extra ons best om bijvoorbeeld de feiten te checken. Merk je dat dat bij jouzelf ook veranderd is?
‘Ik merk dat de emoties hoger oplopen dan in het Obamatijdperk. Dat je extra beducht bent voor welk woord je wel kunt gebruiken en welk woord niet. Het lijkt alsof elk land in een soort permanente politieke crisis beland is, waarbij een heleboel instituties – waaronder de journalistiek – onder druk staan. Dat heeft gevolgen voor Nederland, voor West-Europa, maar ook voor de democratie hier in Amerika. We weten nu heel goed wat we kunnen zeggen en waarvoor we hier zijn. Dat heeft Trump veranderd.’

Dus het heeft eigenlijk meer het bewustzijn van je rol als journalist veranderd dan je daadwerkelijke manier van verslaggeven?
‘Dat tweede vloeit uit het eerste voort. Als je weet wat je missie is, ga je je ook anders gedragen. In mijn werk betekent dat dat ik veel onderwerpen heb afgestoten en me volledig richt op de Trump Administration.'

Is Trump een dagtaak geworden?
‘Ja. Vroeger schreef ik veel meer over kunst, economie, sport… Dat doe ik gewoon niet meer. Dat betekent niet dat ik het de hele tijd over Trump zelf heb, maar wel over de stand van het land. Dat was drie jaar geleden nog niet zo.’

meer correspondenten aan het woord