De derde Wintergast van 2024 is zoöloog en klimaatactivist George Monbiot. Janine Abbring spreekt Monbiot over het gevoel van nietigheid en vrijheid wanneer hij in zijn zeekajak vaart, hoe een krachtig verhaal zelfs onze diepst gevoelde waarden omver kan werpen en hoe we straks de mensheid kunnen voeden zonder uiteindelijk de planeet zélf op te eten (spoiler: met pannenkoeken en worstjes van gefermenteerde bacteriën).

over George Monbiot

Zoöloog en klimaatactivist George Monbiot (Londen, 1963) laat een fragment zien uit de Britse cultserie Survivors, een serie uit de jaren 70. In die serie zijn mensen plotseling aangewezen op hun eigen kennis en vaardigheden nadat het grootste deel van de wereldbevolking is gestorven door een pandemie veroorzaakt door een virusuitbraak in een lab in China. Verder beelden van de Amerikaanse rapper Eminem en van uit het water springende bultrugwalvissen in de baai van Monterey in Californië. 

George Monbiot staat door zijn uitgesproken columns in de krant The Guardian en zijn optredens in de media in Engeland bekend als ‘professional troublemaker’. Monbiot studeerde Zoölogie in Oxford en praatte zich na die studie naar binnen bij de BBC om daar onderzoeksjournalistieke producties te maken over de natuur.

In 1989 publiceerde hij zijn eerste boek Gifpijlen, over de bevolkingspolitiek van Soeharto op West-Papoea. Daarna volgden onderzoeken en boeken over de Amazone en Oost-Afrika. Na zijn terugkeer in het Verenigd Koninkrijk schreef hij onder meer Feral: Rewilding the Land, the Sea and Human LifeUit de puinhopen: Een nieuwe politiek in een tijd van crisis en Regenesis - Voedsel voor iedereen zonder de planeet te verslinden.

George Monbiot liet zich expres arresteren tijdens een Extinction Rebellion protest in Londen, omdat hij gelooft dat onze leefwereld en de diersoort mens door altijd maar gehoorzaam te zijn niet zullen overleven. Maar hij zegt ook: ‘Wanhoop is een luxe die we ons niet kunnen veroorloven. De samenleving is een complex systeem, en dat betekent dat verandering opeens heel snel kan gaan. Je weet nooit waar hoop opeens de kop opsteekt.’