De vernielingen die tijdens de avondklokrellen worden aangericht, zijn overal live te volgen. Ook nieuwsmedia zenden de rellen live uit. Maar gooien ze daarmee geen olie op het vuur?

Tijdens de ‘avondklokrellen’ zijn de video’s van vernielingen overal te zien. Veel van de beelden die op onze telefoons, laptops en televisies voorbijkomen, zijn door relschoppers en omstanders zelf gemaakt. Ze vullen onze tijdlijnen, maar ook de pers zendt gretig live beelden uit. Een aantal dagen na het uitbreken van de eerste rellen besluit de regionale zender NH Nieuws hiermee te stoppen: het delen van live beelden zou volgens hoofdredacteur Ib Haarsma een aanzuigende werking hebben, laat hij in een interview met BNR nieuwsradio weten. Hadden nieuwsmedia beter geen live beelden kunnen delen tijdens de rellen?

Copycat effect?

Dat het delen van live beelden van de rellen een aanzuigende werking heeft, baseert Ib Haarsma, hoofredacteur NH Nieuws, op een gesprek dat hij met politiechef Frank Paauw voerde. Paauw laat hierover schriftelijk echter weten dat hij heeft gezegd dat het uitzenden ‘een aanzuigende werking zou kunnen hebben’, maar dat dit niet op onderzoek gebaseerd is. Ook is hij van mening dat de media niet anders hadden moeten handelen dan ze hebben gedaan en dat ‘het delen van beelden er zeker in deze tijd bij hoort’. Ook Lector Openbare Orde & gevaarbeheersing Otto Adang zegt geen onderzoek te kennen naar de aanzuigende werking van het live uitzenden van dit soort beelden.

Iemand die zich veel bezighoudt met het kopieergedrag van mensen, ofwel het zogenoemde ‘copycat effect’, is Marieke Liem. Als hoogleraar Sociale Veerkracht en Veiligheid doet zij onderzoek naar dit effect bij moord. Bij suïcide is al empirisch aangetoond dat er inderdaad sprake kan zijn van kopieergedrag, geïnspireerd door mediaberichten. ‘Wanneer er uitgebreid over suïcide wordt bericht en zeker wanneer de methode die is gebruikt in detail is beschreven, dan kan het suïcide cijfer sterk toenemen,’ zegt Liem. Dat gebeurt met name onder mensen die lijken op de betreffende casus. ‘Een concreet voorbeeld hiervan is Marilyn Monroe. Na haar dood zagen we een enorme toename van suïcides, met name onder vrouwen met vergelijkbare demografische kenmerken.’

Liem heeft geen onderzoek gedaan naar wat de invloed van het uitzenden van live beelden op collectief geweld kan zijn, maar dat het een aanzuigende werking kan hebben vindt ze een interessante hypothese. Wel lijkt het haar lastiger om te toetsen. ‘De rol die media spelen bij individuele geweldplegingen zijn veel beter te achterhalen,’ zegt Liem. Zo kun je bij suïcide bijvoorbeeld kijken naar de Google-zoekopdrachten van de suïcidale persoon. Dat is anders in het geval van deze avondklokrellen: ‘Ik kan me voorstellen dat hier veel meer factoren van invloed zijn, juist in die collectiviteit. Dat mensen onderling afstemmen of ze al dan niet gaan demonstreren.’

Winkels barricaderen hun ramen, uit angst voor schade door relschoppers

Heldenstatus

Liem vermoedt dat het uitzenden van live beelden door nieuwsmedia niet zo zozeer een aanzuigende, maar eerder een glorificerende werking heeft, waarmee ze bedoelt dat relschoppers zichzelf als een soort held kunnen gaan zien. ‘Als jij op Instagram wordt gepost en gerepost, is dat prima,” zegt Liem, “maar als je op EenVandaag komt, kan ik me voorstellen dat dat een veel grotere erkenning geeft. Ook al kijken jongeren zelf niet naar dit soort programma’s; hun ouders, de buurt en vele andere om hen heen doen dat wel.’

Liem denkt ook dat de manier waarop je over de rellen bericht uitmaakt in hoeverre het glorificerend werkt: ‘Ga je dit met grote letters op de voorpagina zetten met sensationele teksten en gedetailleerde afbeeldingen, of beschrijf je het zo sec mogelijk?’

Van het podium af

Ook al is er geen onderzoek waaruit blijkt dat het live uitzenden van rellen een aanzuigende werking heeft, dan nog zegt eindredacteur Haarsma dit niet meer te willen doen. ‘De belangrijkste reden, is een journalistieke reden,’ zegt Haarsma. ‘Wij zijn een publieke organisatie, we krijgen publiek geld en ik vind dat je daar zuinig mee om moet gaan. Ik vind het veel interessanter om context aan te brengen in een situatie, dan om de sensatiezucht te voeden. Bij een live uitzending kun je die context niet geven. Waarom zou ik die relschoppers dan een extra podium willen geven?’

Tom Postmes, hoogleraar sociale psychologie die zich veel bezighoudt met massagedrag, ziet er juist ook voordelen in als een nieuwsmedium live beelden van een dergelijke situatie uitzendt. Postmes: ‘Ik wil op zo’n moment de best mogelijke weergave van wat er gebeurt krijgen. En daarin vertrouw ik de niet-nieuwsmedia, die ook real-time verslag doen, minder dan een goed getrainde journalist.’

Een videobus staat bij de demonstratie tegen de coronamaatregelen, die later op meerdere plekken uitliep tot de avondklokrellen.

Ongewenste manipulatie

Ook is het volgens Postmes belangrijk dat nieuwsmedia de beelden uitzenden, om ongewenste manipulatie tegen te gaan: ‘Als je constateert dat iedereen die aanwezig is bij de rellen met zijn telefoon aan het filmen is en die beelden gelijk de ether instuurt, dan is het nogal onzinnig om te doen alsof het een probleem is als verslaggevers dat ook doen. Als jij als regulier nieuwsmedium de situatie niet zo goed mogelijk probeert te verslaan, doen anderen dat voor jou. Dan ontstaat er dus een vrij speelveld waarin bijvoorbeeld de politie of andere aanwezigen een beeld kunnen creëren dat hen goed uitkomt. Zij krijgen de ruimte om hun eigen versie van het verhaal te construeren.’

Het maakt wel uit wat voor livebeelden je uitzendt, vindt Postmes. ‘Tijdens de rellen zou ik proberen het hele veld zo compleet mogelijk in beeld te krijgen. Dus filmen wat de politie doet, wat de groep tegenover de politie doet, wat omstanders doen. En ik zou de mensen aan het woord laten. Bij de bestorming van het Capitool is er een Britse journalist geweest die het lef heeft gehad om mensen daarbinnen vragen te stellen. Dat vond ik echt een rapportage van kwaliteit. Dat hij dus nog tijdens alle actie de tegenwoordigheid van geest had om die mensen om uitleg te vragen.’ Volgens Haarsma is het echter vaak niet mogelijk om echt vragen te stellen. ‘We kunnen een relschopper die net een ruit van een winkel heeft ingegooid vragen wat hij binnen wil gaan doen, maar ik zie niet in wat de journalistieke relevantie daarvan is.’ 

Een harde conclusie over hoe nieuwsmedia het best met rellen om kunnen gaan, is lastig te trekken. In ieder geval wil Haarsma in de toekomst blijven onderzoeken hoe je goed verslag kan doen van dit soort gebeurtenissen. Haarsma: ‘Maar het is geen harde wetenschap, geen wiskunde, net als dat de maatschappij geen wiskunde is. Er zullen steeds momenten komen waarop je goed naar je eigen verantwoordelijkheid moet kijken en ik vind dat niet meer dan normaal.’