Vorig jaar ontstaat er landelijke ophef over de Week van de Lentekriebels. Bezorgde ouders, die menen dat seksuele vorming schadelijk is voor hun kinderen, komen verhaal halen op scholen. Zo ook op basisschool De Regenboog in Amsterdam. We blikken terug met directeur Josien Branbergen en vragen haar hoe de Week dit jaar is verlopen.

“Dit is kinderliteratuur, het wordt op basisscholen uitgedeeld. Vanaf vier jaar en er staan illustraties in… Wat is pijpen en hoe doe je het?” Aan het woord is Thierry Baudet in een video die hij maart vorig jaar deelt op X. In zijn handen heeft hij een boekje dat bedoeld is voor ouders, en dat bovendien al jaren niet meer verkrijgbaar is. Laat staan dat het op basisscholen wordt uitgedeeld.

Het filmpje is slechts een van de vele voorbeelden van misinformatie die rondgaan op sociale media in aanloop naar de Week van de Lentekriebels in 2023. Het beeld wordt gecreëerd dat het lespakket van Rutgers, de organisatie van de Week, bijdraagt aan het seksualiseren van kinderen en het normaliseren van pedofilie – en dat terwijl de lessen juist bedoeld zijn om kinderen weerbaarder te maken.

Rutgers is het expertisecentrum seksualiteit en organiseert sinds 2005 de Week van de Lentekriebels, in samenwerking met de regionale GGD’en. Basisscholen en scholen in het speciaal onderwijs die ervoor kiezen om mee te doen, geven gedurende de projectperiode lessen over weerbaarheid, relaties en seksualiteit. Daarbij kunnen ze gebruik maken van drie door het RIVM erkende lesmethodes, een daarvan is ontwikkeld door Rutgers. Ook zijn er scholen die gebruik maken van eigen lesmateriaal.

De commotie die ontstaat en die verder aangewakkerd wordt door politici en influencers wordt landelijk nieuws, en leidt tot spoedbijeenkomsten op scholen, waar bezorgde ouders verhaal komen halen. Zo ook op basisschool De Regenboog in Amsterdam, die al sinds de eerste editie meedoet aan de Week. “Zonder problemen”, volgens directeur Josien Branbergen.

Tot vorig jaar, als op de maandagochtend in de Week van de Lentekriebels een mail van een ouder binnen. “Die in zeer stevige taal aangaf niet gediend te zijn van de Week en daarbij aannames deed over de lessen die wij gaven.” Het blijft niet bij die ene mail: “Er kwamen meer ouders die geen vragen kwamen stellen, zoals we in het verleden gewend waren, maar zeiden: we willen dit niet,” vertelt Branbergen eind vorig jaar in Argos Medialogica: Kriebels in de Onderbuik.

Niet ter discussie

Een met spoed ingelaste ouderavond kan het tij niet keren: drie ouderstellen houden hun kinderen de rest van de week thuis. Branbergen: “En elke dag dat een kind om zo’n reden niet op school komt, voelt voor ons natuurlijk heel naar.” Het onderwerp laat haar sindsdien niet meer los. “Ik ben er in mijn hoofd mee bezig gebleven”, vertelt ze een jaar na de commotie aan de telefoon, na afloop van de Week van de Lentekriebels 2024.

Een week die toch wat spanning teweegbrengt bij haar en het docententeam van De Regenboog. “Die huivering herkende ik ook bij collega’s op andere scholen. Hoe gaan we het aanpakken om niet in dezelfde situatie als vorig jaar terecht te komen?”

Hoewel het lespakket van Rutgers en de Week van de Lentekriebels bij De Regenboog niet ter discussie hebben gestaan, kent Branbergen scholen in haar omgeving waar die discussie wel gevoerd is. “Tot mijn spijt hoorde ik van een school die vorig jaar besloten heeft om onder druk van ouders over te stappen op een christelijke voorlichtingsmethode.” Dan, twijfelend: “Het is een beetje een gevaarlijke uitspraak, maar ik vind die methode iets te mager voor deze tijd.”

Rutgers laat weten nog niet te weten of er meer scholen in Nederland het afgelopen jaar zijn gewisseld van methode of gestopt met de Week van de Lentekriebels, omdat er nog een evaluatie zal plaatsenvinden. Ook zijn er scholen die de Week van de Lentekriebels op een ander moment in het jaar organiseren.

Andere benadering

Wel kiest De Regenboog voor een andere benadering dan vorig jaar. “We wisten dat we nog meer moesten investeren in informatie vooraf, om ophef te voorkomen”, zegt Branbergen. Er wordt een ouderavond georganiseerd én een ochtend waarop ouders kunnen binnenlopen om het lesmateriaal in te zien. Zo’n inloopochtend werd tot de coronapandemie jaarlijks georganiseerd, daarna bij gebrek aan belangstelling niet meer.

Nu zijn er zo’n vijftien ouders aanwezig. Voor de meeste aanwezigen is het voldoende om alleen het lesmateriaal in te zien, anderen hebben specifieke vragen voor de aanwezige docent. “De meeste zijn opvoedkundige vragen over het eigen kind”, zegt Branbergen. “En een belangrijke vraag is of we met pornografisch fotomateriaal werken tijdens de lessen. Het antwoord is nee, en het zijn alleen tekeningen.”

Een ander onderwerp waar ouders vragen over hebben, is het bespreken van LHBTIQ+ rechten. “We merken dat met name bij islamitische ouders. Zij willen dat hun kinderen met respect in de maatschappij staan, en dus respect hebben voor mensen die anders in het leven staan, maar ze vinden het lastig als wij zeggen dat het normaal is om homo te zijn, omdat het dat vanuit hun geloof niet is. Daar hebben we binnen het team een verhitte discussie over gehad. Onze boodschap is dat je in Nederland verliefd mag worden op en trouwen met wie je wilt. Dat willen we niet nuanceren, maar als er kinderen zijn die zeggen dat dat van hun geloof niet mag, dan is dat wel een onderwerp wat in de klas besproken mag worden.”

“Het grootste compliment is dat we dit jaar alle kinderen binnenboord hebben gehouden.”

Josien Branbergen

Extra werk

De georganiseerde bijeenkomsten bezorgen de docenten een hoop extra werk, maar hebben succes: iedereen doet mee aan de week van de lentekriebels, ook de kinderen die vorig jaar thuisgehouden werden. “Een vader die vorig jaar zijn kinderen thuishield, bedankte ons zelfs tijdens de ouderavond, dat we de tijd hebben genomen om alles zo goed uit te leggen. Hij zei dat hij zich vorig jaar had laten meeslepen door berichten die vanuit de media, sociale media en politici op hem af waren gekomen. Hij zei dat hij vanuit de emotie had gereageerd en niet zelf had nagedacht of die berichten reëel waren. Nu kon hij het beter plaatsen.”

Ook heeft Branbergen het idee dat de Week van de Lentekriebels dit jaar anders belicht werd in de media. “Ik heb veel minder oproeikraaiers gezien in de talkshows op televisie. Waar het vorig jaar veel meer ging over de ophef, zo van: jongens dit kan toch niet? Werd er nu veel meer informatie gegeven die reëel was.” Lachend: “Misschien hebben de media toch iets geleerd van vorig jaar. Je weet het niet.”

Josien Branbergen

In de landelijke dagbladen verschijnen dit jaar al twee weken voor de Week van de Lentekriebels de eerste artikelen waarin met name wordt teruggeblikt op de ophef van een jaar eerder en aandacht uitgaat naar waar de Week van de Lentekriebels daadwerkelijk over gaat. In de landelijke talkshows komt het onderwerp niet of nauwelijks ter sprake, hoewel er ook dit jaar weer misinformatie rondging op sociale media. Een woordvoerder laat weten dat dit jaar vanuit Rutgers meer aandacht is geweest voor het informeren en betrekken van ouders en verzorgers en de politiek.

De foto boven dit artikel is illustratief en niet gemaakt op De Regenboog.