Een groep Friese schapenhouders bedenkt een manier om hun vee te beschermen tegen de oprukkende wolf: een kilometerslang hek op de provinciegrens. Afgelopen week ging de eerste paal in de grond. Is het plan een slimme truc om aandacht van media en politiek te krijgen of komt het Friese wolvenhek er daadwerkelijk?

Het wolvenhek waar we niet meer omheen kunnen

Een groepje schapen- en melkveehouders, die samen de stichting Wolvenhek Fryslân vormen, startte in januari een crowdfundingsactie voor de bouw van een hek van zo’n anderhalve meter hoog en honderdvijftig kilometer lang. Het plan krijgt van begin af aan veel aandacht. In media werd al snel gesproken over een hek om Friesland’ of ‘een hek rond de provincie’. Maar een Trumpiaanse barrière om de hele provincie af te sluiten, was volgens initiatiefnemer en schapenhouder Jehan Bouma nooit het plan. ‘Als je iets presenteert, gaan media daar wel eens dwarsover. We willen het weidegebied van Friesland beschermen tegen de wolf. In natuurgebieden kan de wolf best een functie hebben. De natuurgebieden aan de rand van Friesland laten we erbuiten.’

Hans Wiegel slaat de eerste paal van het wolvenhek. Er is veel pers aanwezig.

Een proefhek als spiegel

De eerste 25 meter van het hek werd eind juni neergezet op de grens van Friesland en Drenthe. Het staat op particulier land. VVD’er Hans Wiegel, oud-commissaris van de Koningin, sloeg de eerste paal. Het is een ‘pilot’, of proefhek, volgens Bouma. ‘Alle landelijke pers was er en het is massaal opgepakt. Het heeft zelfs in het dagblad De Limburger gestaan. Men ziet dat het een maatschappelijk probleem is, en niet alleen dat van een paar boeren in Friesland.’

De plaats waar het proefhek verrees, is symbolisch. Bij het dorpje Boijl vielen op 4 april 2018 de eerste Friese schapen ten prooi aan een jagende wolf. De stichting en Bouma willen druk uitoefenen op de provincie. In juni 2020 besloten de Provinciale Staten van Friesland dat de wolf zich niet mag vestigen in de provincie. Een kleine meerderheid stemde voor de motie om de wolf te weren. Maar Gedeputeerde Staten beargumenteren dat het juridisch onmogelijk is om wolven te weren uit Friesland. Bouma toont initiatief: ‘Met de aanleg van het eerste stuk hek houden we ze een spiegel voor. Er is discrepantie tussen de Provinciale Staten en Gedeputeerde Staten. Het is aan ons om die discussie een stap verder te brengen.'

‘Roodkapje-motie’

De motie die in de Provinciale Staten van Friesland een meerderheid van de stemmen krijgt, wordt in sommige media een ‘roodkapje-motie’ genoemd.

Klik op 'open' voor meer informatie

Dat komt door drie fracties die tegen de motie stemden. Zij stellen dat de angst voor wolven vooral wordt ingegeven door mythes en sprookjes en daarmee irrationeel is. ‘De kans dat een mens in een wolventerritorium gewond raakt door een hond, een blikseminslag, een bijensteek of een aanrijding met een hert is vele malen groter dan dat hij of zij wordt verwond door een wolf.’

Voor faunaschade krijgen veehouders een tegemoetkoming. In Drenthe, Gelderland, Brabant en Limburg bestaat een vergoeding voor een flexibel wolvenhek om particulier gebied. Dat hek heeft volgens Bouma weinig zin. ‘Flexibele netten zijn een leuk verhaaltje voor de bühne, maar het werkt economisch niet. Het kost te veel in arbeid.' Daarbij heeft hij geen zin in de bijkomende administratie. ‘Het is een doodlopende weg, hoeveel subsidie je er ook tegenaan gooit. De bereidheid is er ook niet. Ik ben boer en geen ambtenaar.’

Stichting Wolvenhek hoopt dat er aan het eind van de zomer een proefhek van een twee of drie kilometer klaar is. Provincie Friesland heeft begrip voor de veehouders en zegt het signaal serieus te nemen. ‘Radertjes draaien niet sneller dan ze draaien. We hebben gekeken hoe andere provincies het hebben aangepakt. Zo hebben we net als in Drenthe een wolvencommissie ingesteld waarin we samen werken aan een oplossing.’

Wolvenwerend of -verstorend?

Maar hoe realistisch is het hek van 150 kilometer op de grens van Friesland? Van verschillende kanten komt de kritiek dat het wolvenhek niet legaal is. ‘Wolven hebben in Nederland de hoogst denkbare beschermde status onder de Habitatrichtlijn en het Verdrag van Bern. Het overheidsbeleid dient er vooral op gericht te zijn om de terugkeer van de wolf in goede banen te leiden’, schrijven meerdere wetenschappers in een opiniestuk. Juist daarom bouwt stichting Wolvenhek het proefhek op land van particulieren, legt Bouma uit. ‘Dat mag gelukkig nog steeds. Je mag de wolf niet bejagen, niet verjagen en niet verstoren. Je mag hem alleen weren. Dat is wat we doen.’

Toch is het nog maar de vraag of een hek van 150 kilometer ‘wolvenwerend’ genoemd kan worden. ‘Volgens de Europese Commissie bepalen de omvang en impact van maatregelen of sprake is van het juridische begrip ‘verstoren’. Het plaatsen van wolfwerende hekken rond individuele schaapskuddes geldt niet als verstoren. Een grootschaliger wolvenwerend hek, zoals voorgesteld in Friesland, wél’, schrijven de wetenschappers. Bouma is het daar niet mee eens. ‘Als je deskundigen erop loslaat, interpreteert de één wetgeving zus, en de ander interpreteert het zo. Wij hebben zelf gedegen juridisch onderzoek laten doen, met als conclusie dat het wel mag.

Het verschil in hekken

Het Friese hek wijkt af van dat wat door Wolf Fencing om particuliere weides wordt geplaatst.

Klik op 'open' voor meer informatie

Op de website van de stichting staat een uitgebreide technische toelichting over het hek. Het moet de wolf tegenhouden maar ander wild doorgang verlenen. De maaswijdte is daarom onderin 15 centimeter voor het doorlaten van kleine dieren. Hoger wordt het dan fijnmaziger zodat de wolf niet kan klimmen en met stroomdraad bovenop. Om onderdoor kruipen tegengaan, moet het hek zo’n 30 cm de grond in.

Op de website van Wolf Fencing wordt uitgelegd wat er nodig is om de wolf te weren. Samen met een groep vrijwilligers plaatsen ze hekken en geven advies over kuddebescherming, naar voorbeeld uit landen als Duitsland en Zweden. Dit systeem bestaat uit vijf of zes stroomdraden met een hoogte van ongeveer 120cm. Hoge hekwerken zijn dus echt niet nodig.

Vrijbrief om te beheersen

Martin Drenthen is universitair hoofddocent milieufilosofie aan de Radboud Universiteit in Nijmegen en lid van het platform Wolven in Nederland. Hij schreef het boek ‘Hek’ over de ethiek van de grens tussen boerenland en natuurgebied. ‘De mensen van het wolvenhek zijn ook niet gek. Ze weten waar ze zich van moeten distantiëren en zeggen: ‘We zijn niet tegen de wolf. Het is een mooi beest. We zijn allemaal voor biodiversiteit. Alleen niet hier.’'

In de communicatie over de risico’s van de introductie van de wolf, herhaalt Stichting Wolvenhek doemscenario's als: ‘over tien jaar staat er geen vee meer in de wei’, maar ook: ‘de wolf past niet in ons cultuurlandschap’. Drenthen: ‘Zelfs de meest uitgesproken tegenstanders van wolven vinden dat wolven een plaats verdienen in de ongerepte natuur. Het echte probleem ontstaat pas wanneer wolven verschijnen in het cultuurlandschap.’

We gaan ervanuit dat de natuur zich in de natuur afspeelt, zegt Drenthen. ‘De wolf is daar bij uitstek een voorbeeld van want mensen associëren wolven met wildernis. Een van de redenen dat de wolf zo controversieel is, is omdat hij zo dwars door ons cultuurlandschap heen loopt. Reetjes blijven in principe gewoon in het bos zitten, wolven niet. Het is natuur die niet binnen de lijntjes blijft. De wolf heeft grote gebieden nodig om te leven, zodat er in de praktijk altijd overlap zal zijn. Historisch en biologisch gezien, blijkt iedere keer weer dat de wolf zich prima voelt in een cultuurlandschap.’ 

Drenthen werpt zijn filosofische blik ook op het wolvenhek: ‘Dat hek zegt opnieuw weer: dit land is een cultuurlandschap waarin de wolf niet thuishoort. Dus hij moet daarbuiten blijven. Natuur in Nederland kan alleen bestaan als we hem intensief beheren want eigenlijk is er geen echte natuur in Nederland, zo klinkt het verhaal. Dat is voor een deel een vrijbrief om het ook voortdurend maar te kunnen manipuleren, beheersen en inperken. We moeten beseffen dat wij het landschap delen met andere soorten en dat we voortdurend met ze communiceren, meestal zonder ons daarvan bewust te zijn. Dat inzicht zou ook onze kijk moeten veranderen op wat hekken eigenlijk zijn.’

Hek als communicatiemiddel

Hekken zijn geen grens tussen natuur en cultuur, maar moet je zien als middel om te communiceren met de andere soorten waarmee we ons landschap delen, vervolgt Drenthen. ‘Aangezien dieren niet kunnen lezen, hebben we geen bordjes nodig maar andere voor hen ‘leesbare’ tekens. Je kunt gerichte elektrische afrasteringen rond schapenweides zien als een boodschap die door wolven begrepen wordt. Een forse elektrische tik op hun neus leert hen: schapen zijn geen aantrekkelijke prooi, daar kun je je beter niet op richten. Het hek beïnvloedt de afweging die de wolf maakt.’

Dat is belangrijk om het beoogde effect van het Friese hek op waarde te kunnen schatten. Voor een rondzwervende wolf met lust voor Friesland geeft het provinciehek niet zo'n duidelijke boodschap. ‘Het is eerder vergelijkbaar met een andere hindernis, zoals een rivier. Vervelend dat het er is, maar als je een goede reden hebt om verder te willen trekken omdat je op zoek bent naar nieuw territorium bijvoorbeeld, dan vind je wel een manier. En een wolf vindt eigenlijk altijd wel een manier.’

Net genoeg om op de foto te zetten

Gaat het wolvenhek van 150 kilometer er echt komen? Jehan Bouma zegt van wel. ‘Het is naar ons idee de enige manier om de wolf buiten de weide te houden. Iedereen moet door een bepaalde fase heen. Je krijgt altijd lacherige reacties in eerste instantie. Daar zijn we wel voorbij, denk ik. Nu komt de boodschap aan.’ Het proefhek brengt dus vooral een boodschap over. ‘Ik wil mensen aan het denken zetten maar dan moet je ze eerst bereiken. En je bereikt ze via de media. Het gaat erom dat je dingen verandert.’ 

Drenthen kan zich niet voorstellen dat het hek er komt. ‘Nee, dat gaat niet gebeuren. Iedereen die er verstand van heeft, zegt dat het niet gaat werken. Als ik kijk naar hun uitspraken, zijn het heel mediabewuste boeren. Na de kritiek die op het plan kwam, zeiden ze: ‘Dan is het in ieder geval duidelijk dat er iets moet gebeuren’.’ Drenthen vindt het proefhek een slimme zet: ‘Die eerste paar meter, dat is natuurlijk helemaal niks. Het is net genoeg om op een foto te zetten.

Als het onmogelijk is om het wolvenhek te bouwen en het bovendien niet effectief is, wat willen de boeren dan bereiken? Een wolvenhek lijkt niet alleen een communicatiemiddel om de wolf iets duidelijk te maken, zoals eerder uitgelegd. Want dit Friese proefhek is ook een manier om te communiceren met de politiek en Nederland. De veehouders zeggen met de actie tegen ons dat het menens is en de wolf grote gevolgen heeft voor het vee in de wei. Via het hek dwingen ze provincie Friesland beloftes na te komen.

Het proefhek heeft al één doel bereikt. Drenthen: ‘Je ziet door het hek de discussie verschuiven. Mensen gaan denken: 'Eigenlijk kan het ook niet, die wolven. Als Europa zegt dat we ze niet mogen weren, moeten we daar maar iets aan veranderen.’ Die strijd is nog niet gestreden. Op dit moment is de meerderheid van de nederlandse bevolking voor de toelating van de wolf. Maar dat kan snel veranderen.’

 

over het onderzoek

Beeldvorming rond de wolf