De Spaanse klimaatplannen, opgesteld in het kader van het Europese richtlijn voor hernieuwbare energie (RED), voorzien een groei in energieopwekking uit biomassa, van 613 megawatt in 2020 naar 1048 megawatt in 2030. Een veelbelovend vooruitzicht voor opkomende bedrijven die mee willen varen op de institutionele koers richting biomassa. Forestalia bijvoorbeeld, dat de grootste pelletproducerende fabriek van Spanje bezit en een lening van €42 miljoen van de Raad van Europa kreeg. Of Greenalia, dat een lening van €50 miljoen van de Europese Investeringsbank ontving om een biomassafabriek op te zetten in Curtis (Galicia). Milieuorganisaties Péton de Lono en Biofuelwatch stellen echter dat de fabriek niet voldoet aan de rendementseisen die de Europese Investeringsbank stelt.
De plannen die de industrie smeedt roepen de vraag op: is er wel genoeg houtige biomassa beschikbaar? Spanje staat op nummer drie wat betreft het absolute volume van beschikbare biomassa uit bossen, maar zowel milieuorganisatie IIDMA als de Europese commissie waarschuwen dat de klimaatplannen geen analyse van toekomstige vraag en beschikbaarheid voor biomassa in Spanje bevatten. Bij het berekenen van de potentiële beschikbare hoeveelheid van biomassa voor het nationale klimaatplan is verouderde data uit 2011 gebruikt.
Daarbij komt dat door het hele land lokale organisaties protesteren tegen de negatieve gezondheidseffecten die het verbranden van houtige biomassa met zich meebrengt. Zo ook het Bierzo Aire Limpio Platform, (Bierzo Schone Lucht Platform), dat geld inzamelde om een rechtszaak aan te spannen tegen een plaatselijke biomassacentrale van Forestalia. Of San Juan del Puerto, waar de omwonenden eisen dat de ‘regen van as’ die de centrale van biomassabedrijf Ence op hun dorp doet neerdalen stopt.
Ondanks deze protesten blijft biomassa onderdeel van publieke hernieuwbare energiesubsidies en Spanjes lange termijnplannen om CO2-uitstoot terug te brengen.