Bevroren geld, gloeiende gevolgen

Bart De Wever slaat de handen voor zijn gezicht
  • Abdou Bouzerda

Toen Bart De Wever deze week opmerkte dat zelfs tijdens de Tweede Wereldoorlog de geallieerden zich niet bezondigden aan het inpikken van Duitse tegoeden, haalde menigeen de schouders op.

Typisch weer zo’n overtrokken historisch parallel van de Belgische politicus, die de Europese druk probeerde te pareren of als onderhandelingstactiek gebruikt.

Maar wie goed luistert, hoort een ongemakkelijke waarheid: hoewel De Wevers historisch voorbeeld mank gaat – de geallieerden confisqueerden wél Duitse eigendommen – raakt hij precies aan de kern van het Europese dilemma.

Kun je als rechtsstaat ongestraft vijandelijk bezit afpakken, of gedraag je je dan niet gewoon als oorlogspartij, zonder het hardop toe te geven?

(tekst loopt door onder afbeelding)

Bart De Wever slaat de handen voor zijn gezicht
© Dirk Waem / Belga / AFP

Russische miljarden

Het gros van de Russische staatsgelden zit namelijk niet verstopt in duistere offshore-paradijzen, maar gewoon in Brussel – bij Euroclear, de financiële dienstverlener die transacties tussen banken en overheden afwikkelt.

Het gaat om zo’n 190 miljard euro aan Russische activa, in een kluis waar de Belgen – tot hun grote ergernis – de sleutel van hebben.

De Europese Commissie wil graag 90 miljard euro aan steun voor Oekraïne vrijmaken door precies deze bevroren tegoeden als onderpand te gebruiken.

Europa denkt voorlopig aan een leenconstructie: Oekraïne krijgt het geld nu, en hoeft pas terug te betalen als Rusland ooit schadevergoeding betaalt. Intussen wordt de jaarlijkse rente van zo’n drie miljard euro al overgemaakt aan Kyiv.

(tekst loopt door onder kader)

Opdraaien voor de kosten

Maar België vreest op te moeten draaien voor de kosten wanneer Rusland naar de rechter stapt omdat het zijn geld terug wil.

Een zorg die geheel terecht is als je Carnegie serieus neemt: het Carnegie Endowment for International Peace waarschuwt al maanden dat het loskoppelen van financiële sancties van een formele oorlogstoestand 'een juridisch en systeemrisico van historische proporties' creëert.

Zodra een rechtsstaat eigendom confisqueert zonder oorlogsverklaring of VN‑mandaat, ondermijnt hij niet Rusland – maar zijn eigen fundament.

(tekst loopt door onder kader)

Roebel, Roepi, en Dollar
© Idrees Mohammed / AFP

Oorlogsverklaring

Op 14 juni 1941, nog ruim vóór Pearl Harbor en dus de Amerikaanse deelname aan de Tweede Wereldoorlog, stelde congreslid Emanuel Celler iets opvallends voor.

Als zoon van Duitse immigranten vroeg hij het Congres om alle Duitse tegoeden in de VS te bevriezen. Zijn redenering was helder: als Hitler Europa verwoest, mogen zijn dollars niet vrij rondzingen in New York.

Toch hield Amerika de rug recht. Ondanks Cellers morele pleidooi en Britse druk bleef de rechtsstaat leidend. Je pakt geen geld af van een land waarmee je geen oorlog voert.

Dat veranderde pas na de Amerikaanse oorlogsverklaring aan Nazi-Duitsland. Roosevelt tekende Executive Order 9095. Daarmee werden Duitse tegoeden officieel vijandelijk bezit.

Niet omdat Hitler slecht was, dat stond buiten kijf. Maar omdat Amerika nu formeel partij was. En toen pas golden andere regels.

Had Washington eerder naar Celler geluisterd, dan was dat geen financiële maatregel geweest, maar gewoon een oorlogsverklaring met een boekhoudkundige bijlage. En precies daar wringt het in de Europese Commissie.

Grijze waarheid

Voorstanders van het plan zullen zeggen dat we feitelijk al in oorlog zijn.

 Rusland pleegt sabotage, hackt overheidsdiensten en beïnvloedt verkiezingen.Oekraïners vechten, zo klinkt het vaak, ook voor onze vrijheid.

Toch is er een belangrijk verschil. De Europese Unie heeft Rusland nooit formeel verantwoordelijk gesteld voor die acties. Juist dat is de essentie van een hybride oorlog: de dader blijft vaag, het conflict blijft grijs.

We steunen Oekraïne, maar dat betekent nog niet dat we Rusland de oorlog hebben verklaard. De Duitse bondskanselier Friedrich Merz verwoordde dat treffend: 'We zijn niet in oorlog, maar we zijn ook niet meer in vrede met Rusland.' 

Tegelijk moet worden toegegeven dat de taal in Europese hoofdsteden steeds harder klinkt. Maar nog altijd kiezen de regeringsleiders hun woorden bewust. Ze willen geen directe confrontatie.

Geopolitieke duidelijkheid

De Belgische premier De Wever zat fout over de geschiedenis, maar raakte wél de kern.

Wat hij had moeten zeggen: wie staatsgeld afpakt, zet een stap richting oorlog. Precies zoals de geallieerden dat deden, maar pas nádat ze Nazi-Duitsland officieel de oorlog hadden verklaard.

Daarom moet het debat niet gaan over juridische nuance of verzekerde risico’s. Dit gaat niet om boekhouden, maar om geopolitieke duidelijkheid.

Oorlogstaal

Zelfs aan de overkant van het schaakbord wordt dat zo gelezen. Dmitry Medvedev, vicevoorzitter van de Russische Veiligheidsraad, noemde het EU-plan deze week ‘een oorlogsdaad’ en waarschuwde voor ‘alle relevante gevolgen voor Brussel en andere EU-landen’.

Dat ís oorlogstaal. Misschien zitten we er al middenin. Niet omdat we het willen, maar omdat we niet durven uitspreken wat onze keuzes betekenen.

De vraag is nu: durven we dat wél — en zijn we bereid de gevolgen te dragen?

Tot snel,

Abdou