‘Here in Youngstown. My sweet Jenny I’m sinkin’ down’, zingt Bruce Springsteen in zijn gelijknamige klaagzang op dit industriële stadje in de roestgordel van Amerika, de Rust Belt. Maar niet getreurd, Bruce, er is hoop. Vroeger was Youngstown welvarend door de staalindustrie, nu leeft de in verval geraakte industriestad op door de komst voor jonge creatieve startups. Hoe voormalige industriesteden nieuw elan krijgen door de creatieve tech-economie, ook in Nederland.

Jonathan Maas

Youngstown

Daar waar de mogelijkheden zijn

Youngstown ligt in de staat Ohio, tussen Cleveland en Pittsburgh. Kloppend hart van de Amerikaanse staalindustrie – ooit. Maar toen die industrie in de tachtiger onderuit ging,  raakte de stad in verval. Tot nu. Enter de 21e eeuwse creatieve economie. In de oude staalfabrieken vestigen zich nu startups zoals Tech Incubator, een 3D-printbedrijf dat Donald Trump-lichamen maakt. Regisseur Hans Pool vond het een inspirerende plek. ‘De ligging van Youngstown zo in het midden van het land, tussen twee grote steden in, is ideaal,’ zegt hij. ‘De stad heeft een goede universiteit en er is voor jonge mensen nog van alles mogelijk.’

Vergeet New York, vergeet L.A, vergeet Silicon Valley – het leven is daar dusdanig duur dat er voor nieuwkomers weinig mogelijkheden zijn, mensen gaan alternatieven zoeken. In en rondom Youngstown zijn de mogelijkheden er wel. ‘Ik zou het wel weten,’ zegt Pool, ‘de gemiddelde huizenprijs is daar pak ‘em beet dertig duizend dollar. Daar heb je dan wel een vrijstaand huis voor met minimaal drie kamers en een prachtige veranda. Voor die nieuwe startups geldt vooral een goede internetverbinding en maakt het niet zoveel uit waar je met je kantoor gevestigd bent. Bovendien: een beetje kunstenaarshanden jeuken bij het zien van de prachtige fabriekspanden. Pittsburgh en omgeving gaan boomen, daar ben ik zeker van. In Nederland zie je hetzelfde gebeuren. Een stad als Amsterdam raakt ook steeds meer op slot omdat alles er veel te duur wordt.’ 

Eindhoven

Een kleine tien jaar geleden begon Peter Weijmarshausen het 3D-printbedrijf Shapeways in de stad Eindhoven. Een consumentenplatform voor creatieve entrepreneurs en designers. Hoe het werkt: zij sturen hun ideeën in, van Shapeways krijgen ze vervolgens realtime feedback in hoeverre deze ideeën middels 3D-print te verwezenlijken zijn, en bij groen licht wordt het door het bedrijf geprint. Veel is mogelijk, van metaal, brons en messing tot keramiek, rvs en platina. Behalve de door hun klanten zelfbedachte ontwerpen printen, verzon het bedrijf ook een model waarbij klanten figuren van bestaande merken kunnen printen: Disney- en Star Wars-figuren en My Little Pony-prints voor zogeheten ‘bronies’ (volwassen mannen die fan zijn van My Little Pony). Zonder gedoe met rechten, want dat heeft Shapeways allemaal voor je geregeld; je kunt dus met een gerust hart een stalen My Little Pony-standbeeld printen zonder dat je een claim van Hasbro aan je broek krijgt. Het succesvolle Shapeways groeide als snel uit zijn jasje en moest om nieuwe financiers binnen te halen naar New York verkassen: ‘Alleen mega-steden kunnen de toegang tot talent en een ecosysteem bieden. Eindhoven had die status toen niet,’ zegt oprichter Peter Weijmarshausen.

startup-walhalla

Dat is nu anders. New Yorkers vinden het inmiddels ontzettend cool om naar Eindhoven te komen. Weijmarshausen: ‘Mijn bedrijf is van 12 naar 250 werknemers gegroeid. De New Yorkers liet ik wel eens een uitwisseling doen met werknemers in Eindhoven. Dan  kwamen ze enorm enthousiast terug, gaven zelfs aan best een paar jaar in Eindhoven te willen wonen. Het technische talent dat in de stad aanwezig is, gecombineerd met een hoge levensstandaard, de creatieve Design Academy en vooral ook betaalbare woongelegenheid maakt Eindhoven aantrekkelijk voor jonge ondernemende mensen.’ Een niet al te hoge ‘cost of living’ helpt enorm. Amsterdam en New York zijn geen goede plekken voor startups. Te duur.

Eindhoven borrelt. Neem de trein naar Eindhoven Strijp-S en je ziet hoe in de voormalige Phillips-fabrieken nu allerlei creatieve ondernemingen zitten. Het vroegere industrieterrein – voel de parallel met het Amerikaanse Youngstown - ademt creativiteit; er zijn leuke winkels, restaurants, filmhuizen en festivals. ‘In Eindhoven is een enorme aanwas van slimme creatieve mensen,’ stelt Weijmarshausen. ‘Er is een goede bodem maar de afgelopen tien jaar heeft de stad die bodem ook omgezet in initiatieven die levensvatbaar zijn. De kenniseconomie verliezen we: in China en India studeren meer mensen cum laude af dan in Nederland. Maar ons land biedt meer vrijheid: de vrijheid om te mislukken. Er is een vangnet en dus altijd een plan B; met die vrijheid is ondernemen leuk. Silicon Valley wordt vaak aangehaald als startup-walhalla. Als je daar als jong bedrijf kapot gaat, kun je meteen bij honderd andere bedrijfjes aan de slag. Het sociale vangnet, goede technologische opleidingen en een creatieve industrie is Eindhovens succesformule.’