Migranten op zoek naar een beter leven – het is van alle tijden en van alle continenten. Amerika, immigratieland bij uitstek, worstelt in het zuiden met Mexicaanse gelukzoekers; in Nederland blijven immigratie en integratie ook hete hangijzers die de samenleving polariseren. Door je eigen harde werk je levenssituatie verbeteren en alles bereiken wat je maar wilt – is dat voor iedereen weggelegd?

Jonathan Maas

Zuid-Texas

Migranten uit Zuid Amerika betalen duizenden dollars aan mensensmokkelaars om de Rio Grande over te kunnen steken, op zoek naar hun American dream. Aangekomen in het zuidelijkste puntje van Texas verschuilen ze zich in de schaduw. De open grens is niet de enige reden dat de bewoners van de Rio Grande Valley zich in de steek gelaten voelen door de overheid. Er is veel corruptie en de lokale politie heeft de handen vol aan drugsgeweld.

Is de American Dream wel echt voor iedereen - inclusief immigranten? Sonny Palacios is van Mexicaanse komaf, zoon van ouders die hard hebben geploeterd in de bouw en op het land om hun kinderen betere kansen te geven dan zij zelf ooit hebben gehad. Hij is advocaat én kandidaat-Congreslid; hij wil naar Washington om het verschil te maken voor zijn streek en Hispanic achterban. De hele route naar de bovenkant van de maatschappij begint met goed onderwijs, stellen Sonny Palacios en zijn familie. De ouders en grootouders van Sonny hebben nooit toegang gehad tot goed onderwijs, Sonny wel – en daardoor heeft hij de kans gehad om op te bloeien en vooruit te komen in het leven. ‘De kansen zijn er, maar je krijgt ze niet’, zegt Sonny, ‘je moet het zelf doen. The American dream is still alive if you’re willing to work for it.’ 

Nederland

Malik Azmani is VVD-kamerlid en woordvoerder immigratie en integratie. Zoon van een Marokkaanse arbeidsmigrant en een Friese moeder. Je zou hem als een liberale hardliner kunnen betitelen. Hij is in het nieuws geweest met uitspraken dat de vluchtelingenstroom moet worden beperkt, dat nieuwkomers pas na tien in plaats van vijf jaar een Nederlands paspoort mogen krijgen en hij vindt dat nieuwkomers zich de Nederlandse samenleving moeten ‘invechten’. Sonny Palacios is zo’n vechter, hij heeft zich de Amerikaanse samenleving ingeknokt en wil zich als politicus hard maken voor de belangen van Mexicanen; hij ziet immers dat niet iedereen in het land dezelfde kansen krijgt om zijn/haar American dream te realiseren. Verwacht iets dergelijks niet van Azmani. ‘Ik voel me Nederlander, en zit voor alle Nederlanders in het parlement’, zegt hij, ‘niet specifiek voor Nederlanders met een Marokkaanse achtergrond.’ 

presenteerblaadje

We lieten Azmani naar de uitzending kijken. Wat hem raakte was het zien van mensen die zich in de marge van de samenleving bevinden. ‘Mensen die niet in een normale woning zitten, maar in een soort schuur. Huilende moeders die hard werken en met weinig geld hopen dat hun kinderen een betere toekomst krijgen. De kans dat dit voor sommigen het geval is, bestaat; maar de realiteit is dat dit voor velen nooit gaat gebeuren. Datzelfde voorzie ik met de migrantenstroom die op Europa afkomt.’

Wat kun je hier als land tegen doen? Je als politicus druk maken om de kwaliteit van zwarte scholen bijvoorbeeld? Zorgen dat hier in Nederland iedereen dezelfde kansen krijgt om de beste versie van zichzelf te kunnen worden; ook nieuwkomers en kinderen van immigranten? ‘Nee’, stelt Azmani, ‘het is niet een kwestie van alleen mensen iets aanbieden, je moet iets verwachten van mensen. In Amerika krijg je de kansen niet op een presenteerblaadje aangereikt, je moet er voor werken. In Nederland maken we het mensen te gemakkelijk. Met de grote migrantengroep die in de jaren zestig Nederland is binnen gekomen, hebben we het fout gedaan. Het behoud van eigen taal en cultuur heeft er toe geleid dat nieuwkomers geen deelnemer aan de Nederlandse samenleving zijn geworden.’

verstikkend polyester dekentje

Azmani’s vader kwam in die grote golf arbeidsmigranten in de jaren zestig naar Nederland; heeft net als de familie van Sonny Palacios hard gewerkt om zijn kinderen kansen te geven. Malik Azmani was de eerste binnen de familie die ging studeren, ook al kreeg hij vanwege zijn etniciteit en taalachterstand op de lagere school het advies om naar de lts te gaan in plaats van havo/vwo. ‘Ik word daar nog steeds boos om’, zegt Azmani fel, ‘Dat je klein wordt gehouden en een label meekrijgt. Ik groeide op in een passieve arbeiderswijk in Heerenveen in de sfeer dat een dubbeltje nooit een kwartje kan worden. Maar ik heb een enorme vechtlust en heb me tegen dat schooladvies verzet; ben wel naar het vwo gegaan en met Nederlandse bijles in het twee jaar gymnasium ingestroomd. Ik ben het met Sonny Palacios eens dat je voor jezelf de lat hoog moet leggen. Ik heb het nooit erg gevonden om twee stappen harder te moeten lopen dan mensen die in een sociale omgeving zijn opgegroeid waar de stimulans tot hoger onderwijs er automatisch al was.’

Heeft de zoon van een alleenstaande Surinaamse moeder uit de Bijlmer op een bestaansminimum dezelfde kansen als een zoon van een advocaat in Amsterdam-Zuid? ‘Nederland is het meest nivellerende land dat er is’, zegt hij. ‘Het is hier absoluut mogelijk om je dromen te realiseren, er is geen enkele belemmering om een kwartje te worden. Maar je moet misschien wel harder lopen dan anderen. Er is discriminatie op de arbeidsmarkt, ja. Dat is slecht en unfair, maar dat is nu eenmaal zo. Het is ook unfair om mensen zomaar in een hokje te drukken, zoals ze vroeger met mij hebben gedaan; om mensen lager in te schatten en te pamperen.’

De verzorgingsstaat mag nooit werken als een verstikkend polyester dekentje’, zegt Azmani. ‘Die is er als uiterst vangnet, maar we moeten beginnen van mensen te vragen dat zij zoveel mogelijk bijdragen en voor zichzelf zorgen.’