In Kwaad bloed reist journalist Jacqueline Maris van Brabant naar Groningen en van de Achterhoek naar Zeeland om verslag te doen van zes spraakmakende moordzaken en een mysterieuze verdwijning. Het zijn de verhalen achter de krantenkoppen. Ze spreekt met nabestaanden, getuigen én daders. De rode draad is het motto 'Niemand wordt als moordenaar geboren, maar iedereen is in staat te doden.'
De ruw gemonteerde interviews stuurt Jacqueline naar Gerrit Kalsbeek op het Friese platteland. Hij ontwerpt bij ieder verhaal een geluidsbeeld en schrijft het script dat ze samen definitief uitwerken.
In eerdere aankondigingen werd gesproken over zes dossiers van moordzaken, maar één hiervan is komen te vervallen.