Marathoninterview Bertus Hendriks

Bertus Hendriks

Eén van Neerlands bekendste deskundigen bereikte in december 2007 de pensioensgerechtigde leeftijd. En of je nou wilt of niet: in Nederland moet je er dan 'uit'. Maar wat als je dé deskundige bent? Bertus Hendriks, Midden-Oostendeskundige van de Wereldomroep, tevens veelvuldig geraadpleegd door NOVA, het NOS Journaal en Met Het Oog op Morgen, wil van geen wijken weten. Als mensen hem nog steeds willen hebben, is hij beschikbaar om de situatie in het Midden-Oosten te duiden.

Rik Delhaas

Zolang Hendriks zich met die regio van de wereld bezighoudt, valt er elke dag wel iets nieuws over te zeggen. Daarom is het zo fijn dat Hendriks heeft toegezegd om zich drie uur lang te laten interviewen. Over Israel, Palestina en de Arabische 'buurlanden' zal het gaan. Maar ook over de vele andere functies die Hendriks in zijn leven heeft bekleed. Zo was hij een jaar lang voorzitter van de Algemene Studenten Vereniging Amsterdam (ASVA) in het roerigste jaar van haar bestaan: het collegejaar 1966/1967 en was hij voorzitter van het Palestina Komitee in een tijd (1970-1978) waarin je in Nederland niet eens partij te kiezen had: wij waren één met Israël. Via een wetenschappelijke carrière bij de Universiteit van Amsterdam kwam Hendriks bij de Wereldomroep terecht, waar hij uitgroeide tot vraagbaak over het Midden-Oosten. Niet slecht voor een kermisklant.

Het leven als deskundige

Biografie Bertus Hendriks, geb. 16 december 1942 te Apeldoorn

Dit mag geen afscheidsinterview heten. Want ook na zijn pensionering wenst Bertus Hendriks actief te blijven als Midden-Oostendeskundige. Dat is zoals u hem kent: Midden-Oostenspecialist van de Wereldomroep, die bij NOVA of het NOS Journaal aanschuift om de zoveelste ontwikkeling te duiden. Niet als Albertus Antonius Hendriks, die op 16 december 1942 werd geboren in Apeldoorn in een milieu van kermisexploitanten, of als de studentenleider, die betrokken was bij de Maagdenhuisbezetting. Of als één van de medeoprichters van de Studenten Vakbeweging. Als voorzitter van de ASVA, de algemene studenten vereniging Amsterdam, raakte hij min of meer toevallig betrokken bij wat later zijn loopbaan heeft getekend: het Midden-Oosten of meer specifiek het Palestijns-Israëlisch conflict. Want toen de ASVA in 1967 een genuanceerde verklaring uitbracht over de zesdaagse oorlog tussen Israël en haar Arabische buurlanden brak de pleuris uit, want het was de tijd dat Nederland als één man achter Israël stond. Daarom ging Bertus Hendriks zich in het conflict verdiepen.

In 1969 kreeg hij de gelegenheid om met een delegatie Israël en de Arabische buurlanden te bezoeken. Nog tijdens die reis brak er opnieuw commotie los over de verklaring die de delegatie na afloop naar buiten zou brengen.

In 1970 werd Bertus Hendriks voorzitter van het Palestina Komitee en alleen al het gebruik van het woord Palestina was not done in Nederland. Er bestond helemaal geen Palestina. Bertus Hendriks zou tot 1978 voorzitter en woordvoerder van het Komitee blijven. Een rumoerige tijd, die door de voortdurende vliegtuigkapingen en de moord op elf Israëlische atleten tijdens de Olympische Spelen in München van 1972, getekend werd.

Inmiddels was Bertus Hendriks een wetenschappelijke carrière aan de Universiteit van Amsterdam begonnen. En ook daar hield hij zich bezig met het Midden-Oosten: politieke antropologie van de Arabische en Islamitische wereld.

In 1989 stapte hij over van de wetenschap naar de journalistiek. Maar het Midden-Oosten bleef de constante: hij werd hoofd van de Arabische afdeling van de Wereldomroep en trad steeds vaker op als deskundige in NOVA, het NOS Journaal en ander radio- en televisieprogramma’s. Wat na 16 december jongstleden - de dag dat hij 65 werd - steeds minder vaak zal voorkomen, want hij moet met pensioen.

Eerste uur

"Jezus, Bertus, heb je daar nou zo lang voor gestudeerd?"
 

Het begint met de enige ontbindende voorwaarde die Hendriks had bedongen voor het gesprek: dat ‘ie niet zou komen als vandaag de Elfstedentocht verreden zou worden. Hij reed hem in 1986, kwam toen een kwartier te laat binnen, en realiseerde zich dat hij het uithoudingsvermogen wel had, maar niet goed genoeg kon schaatsen. Toen ging hij op een schaatsclub en in 1997 toen hij opnieuw meedeed, kwam hij twee uur eerder binnen – terwijl hij ook nog live verslag gedaan had voor de Wereldomroep. Zo fanatiek als hij ‘s winters schaatst, zo fietst hij in de zomer. De marmot – dan weten de kenners wel wat hij bedoelt – heeft hij tien keer gefietst. Afzien in je eentje en na afloop heel groot plezier hebben, zo is het eigenlijk.

Hendriks groeide op direct na de oorlog in Apeldoorn. Zijn vader was kermisreiziger – een kleine ondernemer die een draaimolen, snoepkraam en balletjesspel exploiteerde. Bertus moest helpen bij der verkoop van het snoep van 5 cent. Het klinkt romantisch, zegt hij, maar het was armoe troef – het katholieke gezin met negen kinderen moest leven van wat die handel in de zomer opbracht en dan moest ook het inschrijfgeld voor de nieuwe kermis verdiend worden. Zo kwam je op steeds kleinere kermissen terecht.

Zijn jongere broer heeft het overgenomen en verdient nu met zijn racebaan voor kinderen een goede boterham. Toen Bertus al wetenschappelijk medewerker was en in zijn acht jaar oude Volkswagen aankwam, zei hij: Jezus, Bertus, heb je daar nou al die jaren voor gestudeerd?

Want Bertus, de tweede jongen in het gezin, was het beste jongetje van de klas, mocht uiteindelijk naar de mulo en studeerde zich zo omhoog naar de Universiteit van Nijmegen. Daar schudde hij het katholieke geloof van zich af.

Later ging hij naar Amsterdam, studie Antropologie, en Bertus werd voorzitter van de ASVA. Het was de tijd van solidariteit met de Derde wereld, Vietnam natuurlijk, maar ook Griekenland, Spanje: aan de dictatuur daar moest ook iets gedaan worden. Hij had ook wel wat illusies over de Culturele Revolutie in China, moet hij bekennen: in zijn geliefde Le Monde las hij dat Mao niet de kant van Stalin op ging.

In juni 1967 komt dan de Zesdaagse oorlog – Israel in strijd met de omringende Arabische landen. Ook daarover kwam een verklaring: als die nu zou uitkomen zou je toegejuicht worden, zo gebalanceerd was hij. Maar Het Parool schreef: FOUT! Alsof je fout was in de oorlog door genuanceerd aandacht voor de positie van de Palestijnen te vragen.

Hendriks schrok van die heftige kritiek – en toen kwam er een eye opener. Wat die was, daar waren we gebleven.

Tweede uur

We zijn in 1968. Eerst een klein uitstapje in het kader van Beroemde Mensen Die Mij Totaal Vergeten Zijn: hij was in Washington om als voorzitter van de Algemene Studenten Vereniging Amsterdam te spreken over de Amerikaanse politiek in Vietnam, en daar was ene William Clinton die de lezingen organiseerde. Heel charmant maar een beetje rechts, en meer oog voor zijn vrouwelijke beeldschone ASVA-collega, maar toch wel jammer dat hij hem niet beter in zijn netwerk heeft gehouden.

Maar omdat het bij ons zo is dat als je ergens een tussenlanding maakt je al specialist van dat land bent, was hij na zijn bemoeienissen met de Zesdaagse Oorlog Midden-Oostendeskundige geworden,

In 1969 maakte hij zijn eerste reis naar de regio, en ook naar Israël, waar iedereen in de overwinningsroes was. De houding was: er zijn geen Palestijnen. Dus Bertus Hendriks voelde zich geroepen iets aan dat eenzijdige beeld te doen – het was toevallig op zijn pad gekomen, maar iemand moest toch zeggen dat het niet deugde. Als voorzitter van het Palestina Komitee wist hij dat hij zwaar aangevallen zou worden en dat gebeurde ook. Soms dacht hij wel: Jezus, hoe leggen we dit nou weer uit, vooral als er Palestijnse aanslagen in Israël waren, maar dan bleef hij benadrukken: dit geweld is een symptoom. Voor een probleem dat opgelost moet worden.

Hij herinnert zich een tv-interview waarin interviewer Fons van Westerloo hem maar het woord ‘veroordeling’ wilde laten zeggen. Maar Hendriks hield vol, want op die manier werd toch ook niet het geweld van andere vrijheidsstrijders op de wereld veroordeeld – in Algerije gebeurden ook vreselijke dingen.

Arafat heeft hij meerdere keren ontmoet. Voorzichtig formulerend zegt Hendriks dat het jammer is dat hij niet iemand als Mandela was – de zaak had een betere leider verdiend. Onderdeel van zijn personage was het gedoe om hem heen – dat je dan om drie uur ‘s nachts uit je bed werd gebeld om hem heimelijk te ontmoeten.

Een tragische figuur die de Palestijnen op de kaart heeft gezet, zo zal hij de geschiedenis ingaan. Het mislukken van Camp David kan hem niet aangerekend worden, maar wel heeft hij de fout gemaakt meteen met de gewapende strijd te beginnen bij de tweede Intifada. Tragische figuur, met veel verzachtende omstandigheden.