Stephan Sanders

Jeroen Willems

Jeroen Willems (1962-2012) was theaterman, filmacteur en zanger.

Stephan Sanders

Zelfs als bekroond zanger en acteur blijft Jeroen Willems (1962-2012) in gevecht met zijn gevoel van eigenwaarde. Willems volgde zijn opleiding tot acteur aan de Toneelacademie in Maastricht. Hij heeft tientallen rollen gespeeld in Nederlandse toneelgezelschappen. Op dit moment speelt hij vooral in het buitenland: Duitsland, Zwitserland. Ook ontwikkelde hij zich als filmacteur, in Nederland en daarbuiten. Hij speelde rollen in onder meer Majesteit, Komt een Vrouw bij de Dokter en Ocean’s Twelve. Zijn stem wordt door critici beschreven als van ‘een hypnotiserende kracht’. Die kracht heeft hij ingezet als zanger. Hij werd bekend van zijn eigenzinnige versie van Brel liederen en van Monteverdi. Orfeo naar Monteverdi wordt ook weer deze kerstperiode uitgevoerd. Maar op kerst zelf mag hij zichzelf zijn.

Jeroen werd geboren in 1962 in Maastricht en groeide op in Heerlen. Zijn theatercarrière begon aan de toneelschool van Maastricht, waar hij na verschillende mislukte audities werd toegelaten.

Zijn eerste theatergroep was Hollandia, waar hij 16 jaar lang grote rollen speelde. Daarnaast trad hij op met het Nationale Toneel en toneelgroep Oostpool. Als acteur was hij te zien in verschillende drama series, waaronder Bij ons in de Jordaan, De Troon, Stellenbosch en Bellicher: de macht van Meneer Miller. Op het witte doek speelde Jeroen onder andere in Komt een Vrouw bij de Dokter, De Brief voor de Koning, Ocean’s Twelve, de Passievrucht, en Majesteit—waarvoor hij een gouden kalf kreeg voor zijn rol als Prins Claus.

Ook ontving hij de prestigieuze Louis D’or prijs voor zijn werk en kreeg hij als eerste de Mary Dresselhuys prijs.

Van zijn Limburgs accent horen we inmiddels niets meer. Want Jeroen werkte er hard aan om hier van af te raken. Zijn gevoel en passie voor taal maakten hem een succes in het buitenland.

Zijn veelvuldig bekroonde monoloog ‘Twee Stemmen’ voert hij al 14 jaar op, in het Engels, Duits en Frans. Hiervoor trok hij onder andere langs Berlijn, New York, Adelaide, Londen, Sint Petersburg, Avignon en Edinburgh.

Met name in Duitsland is Jeroen nu een veelgevraagd acteur. Dat komt goed uit want volgens Jeroen heeft Duitsland een veel dieper gewortelde theatercultuur dan Nederland. In Duitsland trad hij onder andere op met de Duitse topactrice Barbara Sukowa, bekend van Berlin Alexanderplatz en lola.
Ondanks zijn grote acteertalent zegt Jeroen zelf dat zingen hem “gelukkiger maakt dan toneelspelen.” Hij laat dan ook geen mogelijkheid voorbij gaan om te zingen. Zijn gevoel voor zang komt ook terug in zijn acteerwerk waarbij hij zelfs zijn toneelteksten benaderd als een partituur.

Met veel succes zong hij zijn eigenzinnige versie van Brel liederen de liederen van Jacques Brel. En ontving hij veel lof voor zijn vertolking van Monteverdi in samenwerking met het percussiegezelschap Track van Paul Koek.
Ondanks zijn succes wordt Jeroen zijn carrière ook gekenmerkt door een constante onzekerheid. Een onzekerheid waardoor hij zichzelf en zij die met hem werken tot het uiterste duwt.

samenvatting eerste uur

Sanders wilde graag het gesprek beginnen met het feit dat zijn gast gestopt is met roken, want dat had Jeroen vorige week tijdens het voorgesprek gezegd: maar vlak voor het gesprek stak hij er toch één op: hoe zit dat? Roken is een verslaving, en door de zenuwen voor dit lange gesprek komt het er dan toch van. Het is niet goed voor de stem en ik wil er wel van af, ik ben bijna vijftig!, zegt hij, het is ongezond.

Hij begon op zijn zestiende, zijn voorbeeld was zijn Caballero rokende vader, de dramaleraar die vroeg stierf, toen Jeroen nog maar vijftien was.

Wie was hij op zijn zestiende? Ik was eerst een enthousiast open kind dat aan de buren zijn nieuwe kleren liet zien: kijk ik heb een nieuwe broek, een nieuw hemd, zegt hij. Het jezelf laten zien zat er jong in.

Van dat open jongetje werd hij een verlegen dichtgeslagen puber. Die weinig sprak maar wel al zong.

In die verlegen periode spiegel je jezelf aan de wereld, aan de volwassenen; je weet het niet, maar je wilt uitstralen dat je het wel weet, en is er schaamte.
Hij heeft later in zijn vak geleerd dat verlegenheid een groot goed is. Niet weten en loslaten is de essentie van het vak.

Naast verlegenheid is er ook de hoogmoed, er van overtuigd zijn dat hij het toch bij het rechte eind heeft.

Veel mensen in ons vak, zoals hij dat noemt, ons vak van acteurs, hebben die combinatie van hoogmoed en verlegenheid.

Omdat er continu over je geoordeeld wordt. In repetities, in recensies, altijd wordt er over je geoordeeld, wat goed is en wat slecht, en het voelt als zeer persoonlijk. Dus moet je leren niet afhankelijk te worden van dat oordeel, en je eigenwaarde houden. Je moet geloven in jezelf.

En dat voor iemand die zeven keer toelatingsexamen deed voor verschillende toneelscholen in twee jaar tijd en werd afgewezen. Toen hij eindelijk werd aangenomen op de theaterschool in Maastricht was hij heel verbaasd dat het niet bij iedereen zo was gegaan.

Wat is er over van die verlegenheid? Nou, dat hij wel stil kan vallen in een gesprek, niet meer weet wat te vinden of te zeggen, over niks meer een mening heeft ( dan zeggen de mensen dat hij zo'n mysterieuze man is, of dat hij zo arrogant is), maar dan weet ie het gewoon even niet.

Het katholieke zuiden van zijn jeugd wordt even genoemd, en zijn vader die ook toneel speelde? Jeroen speelde zelfs met hem in de Kaukasische krijtkring? En toen was ie nog maar vier.

Zijn moeder was logopediste, zijn ouders kenden elkaar van de theaterschool en waren beiden liefhebbers van poëzie, zijn moeder die nog leeft geeft nog altijd voordrachtsavonden. Het was een grote liefde, die na achttien jaar werd afgebroken.

De dood van zijn vader die toen nog maar 52 was, was een daverende klap ofwel dat bleek het te zijn. Want in die tijd zelf op zijn vijftiende deed hij stoer, om de gêne van zijn vriendjes voor te zijn: zo van jaha mijn vader is de pijp uit gegaan. Terwijl het echte gevoel onmacht was: een onvoorwaardelijke liefde was zomaar weggesneden. Echt binden en echt loslaten bleek moeilijk te zijn in zijn verdere leven.
Uit die tijd zelf herinnert hij zich ook hoe hij zijn moeder beschermde: dat zijn eigen verdriet en kwaadheid minder belangrijk was. Het leidde ook tot het afscheid van het geloof. Want hij was tot dan een heel vroom misdienaartje dat dichtbij God was. De kleine Messias? dat waren zo'n beetje de laatste woorden.

samenvatting tweede uur

We begonnen in Heerlen, of het dorp Welten daarnaast, waar hij opgroeide. Hij doet de Heerlense tongval even, het accent waarmee hij gepest werd toen hij carnaval vierde in Maastricht. Prins Carnaval is hij nooit geworden, vreemd eigenlijk want hij voetbalde wel, en werd aanvoerder, ondanks zichzelf, en na die wedstrijd stopte hij omdat hij zichzelf niet goed genoeg vond.
Acteren dat wilde hij echt: Hij was zeventien, hij zag een film, een scène, een actrice, die raakte hem en hij dacht dat kan ik ook en dat wil ook. Welke film het was, weet hij niet meer, wel het moment van overtuiging.

'Wat houdt dat in, die wens om acteur te worden?' vraagt Sanders die die wens om te spelen niet kan navoelen.
Het gaat dan nog niet om wat het betekent, niet om de boodschap, om confrontatie, om artistieke visie ? nee in eerste instantie gaat het om het plezier van spelen, het plezier om iets te verbeelden. Het plezier van taal. Het plezier van iemand raken.
Sanders wil het verschil tussen zingen en spelen benoemen: 'bij zingen moet je je eigen stem leren vinden. Bij acteren moet je dependances van jezelf bouwen', zegt de interviewer. 'Nee', zegt Jeroen Willems, 'die dependances bouw je niet, die zijn er, die zijn deel van jezelf.'

Je wilt ook niet dat de acteur verdwijnt in zijn personage. Als je naar een grote acteur gaat kijken, en daar schaar ik me tussen, dan wil je toch niet dat die verdwijnt, je wilt hem juist zien, zien zijn, in een personage.
Dat is een lang en onzeker proces: je repeteert, je bent onzeker, je wilt het meteen goed doen, maar dat kan niet, je moet over de schreef durven gaan, lelijk durven gaan. En een regisseur die het ook niet altijd weet en dat gewoon zegt, zoals Johan Simons, dat is een verademing!

Sanders wil weten hoe zo?n theaterschool is ? dat gesleur aan je, dat je je móet laten zien, al die onzekerheden en dat op je 19-de. Ja, zo is het zegt Willems, die geen voorstander is van method acting, waarin je op je eigen emotionele verhaal een rol legt. Hij is een voorstander van de opvatting: het is verbeelding, het is allemaal gelogen. Je roept het op, maar het is niet echt.

Hij leerde ook zijn Heerlens accent af. Het is een verrijking om het ABN te leren net zoals het Frans, het Duits, Zuid-Afrikaans, waarin hij speelt.
Hij heeft goede oren gekregen van zijn ouders, zegt hij, oren zijn de belangrijkste dingen die je hebt als acteur of zanger. We weten niet half hoezeer we met onze oren kijken.