Onze economie moet flink op de schop. En er is haast. VPRO Tegenlicht spreekt met econoom Christian Felber: ‘Het doel van een economie moet het algemeen belang zijn.’

Knaken verdienen. Daar draait het op dit moment om in onze economie, vindt econoom Christian Felber. En dat moet anders. ‘Nu zijn we alleen bezig met de kunst van het geld verdienen. In een échte economie is geld een middel en het algemeen belang het doel.'

De coronacrisis legt bloot wat we eigenlijk al wisten: onze geglobaliseerde samenleving is allesbehalve duurzaam. Virussen profiteren van onze roofbouw-economie. We halen soja uit een steeds kleinere Amazone en palmolie uit de grootste ontbosser van de wereld: Indonesië. De druk op onze ecosystemen neemt toe. Het probleem? De manier waarop we onze economie hebben ingericht. 

Op dit moment bevinden we ons volgens Felber in een rat race. We zien geld als succes, waardoor bedrijven gefixeerd zijn op winst. Ze produceren zo goedkoop mogelijk, met uitbuiting en schade aan het milieu als gevolg. 

Maar is rijkdom voor een beperkt aantal mensen het juiste doel? Felber vindt van niet. Een goede economie draait niet om winst, maar om de maatschappij. Hij pleit daarom voor een nieuw systeem: een Economy for the Common Good (ECG).

Geld verdienen is geen doel

De beweging van Felber komt in 2010 van de grond in Oostenrijk na zijn bestseller: ‘Change Everything. Creating an Economy for the Common Good.’ Een wereldwijde beweging ontkiemt die zich schaart achter hetzelfde idee: een economie voor het algemeen belang. Daarin staan vijf basiswaarden centraal: menselijke waardigheid, solidariteit, duurzaamheid, rechtvaardigheid en democratie. 

De ECG heeft inmiddels al meer dan vierduizend vrijwilligers in dertig landen en groeit nog steeds. In Europa zijn Duitsland, Oostenrijk en Spanje koploper. Nederland sloot zich in 2013 aan. Meer dan tweeduizend bedrijven ondersteunen de beweging. Ze financieren de beweging en organiseren lezingen en workshops. Een kwart daarvan gaat nog een stap verder en gebruikt Felbers ‘Common Good Balance Sheet.’ Deze ethische balans moet volgens Felber het verschil gaan maken. 

Een winstcijfer zegt niks over een duurzame of rechtvaardige keuze

Een ethische balans

De meeste beursgenoteerde bedrijven zijn het hele jaar bezig om vooral zo veel mogelijk winst te behalen. Een groot gedeelte van de winst gaat traditiegetrouw naar de aandeelhouders. Soms gaat er nog wat naar een goed doel, maar het overgrote deel blijft bij de onderneming zelf. Over de rest van zijn activiteiten hoeft een bedrijf amper geen verantwoording af te leggen.

Hoe los je dat op? Je maakt het probleem zichtbaar. Alle bedrijven worden elk jaar geforceerd om een financiële balans te publiceren. Maar dat is niet genoeg: een winstcijfer zegt niks over een duurzame of rechtvaardige keuze. 

Felber kwam daarom op het idee van een ethische balans: the Common Good Balance Sheet. Deze matrix maakt duidelijk hoe een bedrijf scoort op maatschappelijke thema’s zoals gelijkheid en duurzaamheid. Denk aan: is er binnen het bedrijf sprake van een democratisch beleid? Wordt de werknemer eerlijk behandeld? Doet het bedrijf wat voor het klimaat? 

Maak het voor bedrijven aantrekkelijk om zich te 'gedragen'

Punten scoren

De matrix bestaat uit twintig thema’s (doelen) waaraan een bedrijf moet voldoen. Deze worden bepaald door vier kernwaarden: menselijke waardigheid, solidariteit, duurzaamheid en transparantie. Voor elke kernwaarde krijg je plus- en minpunten. Het model past zich aan per bedrijf. Het café op de hoek wordt logischerwijs minder hard afgerekend op duurzaamheid dan een transportmultinational zoals DHL. 

Hoe hoger de score, hoe meer recht je krijgt op economische en juridische voordelen. Denk aan belastingverlaging of overheidsopdrachten. Volgens Felber moet je het voor bedrijven aantrekkelijk maken om zich ‘te gedragen'.

'We hebben wetten nodig die bedrijven forceren om een ethische balans op te stellen'

Politieke druk

Ook zijn er wereldwijd al enkele Common Good Cities, waaronder in Italië, Spanje, Duitsland en Oostenrijk. Zij stimuleren bedrijven in de regio om te werken met een balans, maar ook met een Common Good Index. Een index bepaalt wat de belangrijkste waardes zijn in een regio. Deze worden samengesteld door burgerraden en kunnen jaarlijks veranderen. 

Een regio kan er dan voor kiezen om zijn bedrijven meer te testen op het gebied van duurzaamheid, als dat nodig blijkt te zijn. Zo kan een economie per regio anders worden ingericht.

Met deze stappen wil Felber ons systeem langzaam veranderen. Het grootste obstakel? Er is meer druk nodig vanuit de politiek, vindt Felber. Om bijvoorbeeld ook de beursgenoteerde bedrijven te dwingen. ‘We hebben wetten nodig die bedrijven forceren om een ethische balans op te stellen’, benadrukt hij. ‘Want niemand geeft vrijwillig zijn macht op.’