We moeten de schrijnende verhalen over de wooncrisis vertellen
De term wooncrisis is inmiddels ingeburgerd. Maar misbruik door projectontwikkelaars en beleggers ligt op de loer, waarschuwt stadsgeograaf Cody Hochstenbach.
Cody Hochstenbach - 24 Juni 2022
'We hebben inmiddels een wooncrisis: zoveel tekorten en de bouw stagneert.'
Deze woorden sprak SP-Kamerlid Sandra Beckerman op 14 februari 2019. Het is een ogenschijnlijk weinig opmerkelijk citaat, afkomstig uit een zogenaamde regeling van werkzaamheden van de Tweede Kamer. Beckerman wilde graag een debat inplannen over de oplopende problemen op de huizenmarkt. Een maand later, op 13 maart 2019, was het zover. De Kamer debatteerde over het opkopen van huizen door beleggers. Beckerman begon haar bijdrage met de volgende woorden:
'Voorzitter. Het is wooncrisis en een deel van die wooncrisis wordt veroorzaakt door particuliere beleggers op de woningmarkt. Of beter gezegd: belagers van onze volkshuisvesting.'
wooncrisis als ingeburgerde term
Het lijkt inmiddels haast onvoorstelbaar, maar het zijn de vroegste verwijzingen naar de term wooncrisis in de parlementaire archieven. Ook tijdens dat debat van 13 maart had geen enkele andere politicus het over een wooncrisis. PvdA-Kamerlid Henk Nijboer kwam er nog het dichtste bij in de buurt door over een woningnood te spreken. Hoe anders is het nu, niet veel meer dan drie jaar later. De term wooncrisis is ingeburgerd geraakt en staat hoog op de politieke agenda. De term komt voor in 98 parlementaire documenten uit het vergaderjaar 2020-2021. Het huidige lopende vergaderjaar gaat het zelfs al om 110 documenten, terwijl de teller vrolijk doortikt.
Een soortgelijke ontwikkeling valt waar te nemen in het publieke debat. NRC-redacteur Lotfi El Hamidi vroeg zich onlangs af of de wooncrisis een nieuwe sociale kwestie is en dook daarom de archieven in. Hij schrijft: 'Waar voorheen termen als "woningnood" en "woningentekort" werden gebruikt, blijkt nu het woord "wooncrisis" gangbaarder. In het NRC-archief komt de term "wooncrisis" voor het eerst voor in 2019. Dat geldt ook voor Trouw en Het Parool. Alleen bij de Volkskrant kwam het woord eenmaal eerder voor, in 2018.' Ook de media zijn pas betrekkelijk recent gaan spreken over een wooncrisis.
over de auteur
Cody Hochstenbach is stadsgeograaf. Aan de Universiteit van Amsterdam doet hij onderzoek naar de invloed van woningmarktbeleggers op sociale ongelijkheid. Ook is hij de schijver van het boek Uitgewoond.
Aantal parlementaire documenten met vermelding van de term wooncrisis en/of woningnood per vergaderjaar.
misbruik op de loer
Het is natuurlijk kwalijk dat we er middenin zitten, maar ik ben zelf blij dat de term wooncrisis omarmd is. Er gaat een urgentie van de term uit: te veel mensen bevinden zich in een onwenselijke of onacceptabele woonsituatie en dat moet zo snel mogelijk veranderen. Daarnaast is de term wooncrisis veel omvattender dan de term woningnood, waarbij het vooral om een getalsmatig tekort aan woningen gaat. Maar daarin ligt ook de zwakte van de term wooncrisis. Het is een vaag begrip, en staat open voor uiteenlopende interpretaties en definities. Misbruik ligt op de loer.
Ontwikkelaars en beleggers maken handig gebruik van de geboden speelruimte. Zij wijzen naar de wooncrisis om te benadrukken dat het heus heel belangrijk is dat zij ruim baan krijgen. Schaf die knellende regelgeving af en láát ons die glimmende woontorens met luxe penthouses en af en toe een verdwaalde sociale-huurstudio bouwen. Hun doel is private rendementen veiligstellen.
woonsores van de middenklasse
In de publieke discussies gaat bovendien buitenproportioneel veel aandacht uit naar de woonsores van de middenklasse. Dat is niet zo verrassend, betoog ik in mijn boek Uitgewoond. Dit zijn de journalisten, wetenschappers en gemeenteraadsleden die ook geen betaalbare woning meer kunnen vinden. Hun stem klinkt luider en hun netwerken zijn invloedrijker.
Dat is een uitdaging, probleem en oplossing reizen namelijk vaak hand-in-hand. Daarmee bedoel ik dat hoe we een probleem definiëren, grote invloed heeft op welke oplossingen we formuleren. Hebben we vooral aandacht voor de middenklasse, dan zullen we vooral komen met oplossingen die zich (zogenaamd) op hen richten. Dan gaat het over meer aanbod van woningen in het middensegment, terwijl die eigenlijk veel te duur zijn. Of over startersleningen die starters moeten helpen een huis te kopen maar vooral de prijzen opdrijven.
de impact van de woningcrisis
Het zal de woonverschraling aan de onderkant niet helpen, eerder verergeren. En dat terwijl de meest gemarginaliseerde groepen veruit het hardst en al veruit het langst worden getroffen. Daar concentreren zich de betaalproblemen, de schrijnende angst voor de volgende huurverhoging, de oplopende energiearmoede, het achterstallige onderhoud, de woononzekerheid met dakloosheid als ergste lot, de ongezonde en onveilige woonsituaties. Daar concentreren zich de wanhoop, de vernedering en de schaamte.
Het zijn juist deze verhalen die de aandacht moeten krijgen, maar dat gebeurt veel te weinig. Wie door bijvoorbeeld Amsterdam loopt ziet een rijke stad. De welvaart en de overwaarde klotsen tegen de plinten. De woonarmoede blijft buiten beeld, in de schaduw. De verhalen blijven onbesproken en benoemd, en omdat niemand ze vertelt blijven anderen ook stil. Het is een vicieuze cirkel.
Op deze plek wil ik die vicieuze cirkel helpen doorbreken. We moeten de impact van de wooncrisis tastbaar maken, laten zien hoe diep het doordringt in de levens en lichamen van mensen. En hoe dit niet op zichzelf staat, maar onderdeel is van structurele en politieke lijnen.
Hierbij kan ik jullie hulp goed gebruiken – mijn mailbox staat open.
Mail Cody Hochstenbach op c.hochstenbach@vpro.nl