Met friet, internet en drones helpen deze Nederlanders Oekraïne

Hoe kun je Oekraïne ondersteunen vanuit Nederland? VPRO Tegenlicht sprak drie intiatieven van Nederlandse bodem over hoe zij op hun eigen wijze Oekraïne proberen te helpen, en over hoe ze daarin steeds verder gaan: 'Wij bestaan zolang de oorlog duurt.'

22 maart 2023

Franky en Coen bakken friet in Oekraïne

Franky over waarom de twee snackbarhouders al een jaar met de frietwagen naar Oekraïne gaan

'Mijn vrouw is Oekraïens,' vertelt Franky. 'We wilden haar familie naar Nederland halen. Toen dat niet lukte, kreeg ik het idee om met een frietwagen naar de Pools-Oekraïense grens te gaan. Ik vertelde dat aan m'n vriend Coen, hij zei: geef me een halfuurtje. Vijf minuten later belde hij op: ik ga mee. We legden allebei 2000 euro in en zijn naar de Pools-Oekraïense grens gereden. Daarna kwam de media-aandacht en de donaties en konden we steeds terug, we bakken duizenden frietjes per trip.'

'Onze komst maakt mensen blij, niet alleen vanwege het stillen van de honger, maar ook vanwege het gevoel dat ze gesteund worden. We komen van ver, we doen het vrijwillig, dat geeft ze een fijn gevoel. Omdat er zoveel wordt gedoneerd, krijgen we het budget niet opgebakken: van het geld hebben we een operatiekamer meegefinancierd, generatoren gekocht, en een bus voor een weeshuis betaald.'

'De laatste was alweer de tiende reis, van 18 dagen. Die bestond uit verschillende ettapes: onderweg naar het front kom je langs plaatsen waar de Russen verschrikkelijk hebben huisgehouden, zoals Irpin, Bucha en Hostomel. Daarna naar Kharkiv en van daaruit dagtrips nog meer richting het Oosten en uiteindelijk de Donbas, altijd minstens op 20 kilometer van het front. Niet overdreven: tachtig procent van de gebouwen is beschadigd. Je hoort de hele dag inslagen en explosies, je went eraan. Wat niet went: de raket die over ons hoofd scheerde - een HIMARS, volgens een soldaat. Tanks reden met een rotvaart over het zandpad langs onze tent. Vorig jaar hadden we daar niet durven staan, we hebben het langzaam opgebouwd: bij de Pools-Oekraïense grens kregen we relatief veel minder mee van de daadwerkelijke oorlog. Bij de volgende ronde willen we alleen nog maar naar de Donbas, misschien met één tussenstop om de reis makkelijker te maken. Rond 14 april gaan we weer.''

Keep Ukraine Connected helpt het Oekraïense internet in de lucht te houden

Penningmeester Sander Steffann over stichting die apparatuur levert aan Oekraïense internetproviders

'We hebben een stichting genaamd Global NOG Alliance, die netwerk operators van over de hele wereld ondersteunt. Na de invasie was onze voorzitter met een vriend naar Oekraïne gegaan met goederen. Hij zei: "Kunnen we Oekraïne niet helpen met het internet?" Internet is nodig om contact te houden voor en na aanvallen: men kan communiceren, burgers kunnen elkaar laten weten dat ze oké zijn. In Nederland hebben we een handvol grote internetproviders. Oekraïne is in een veel vroeger stadium: er zijn daar honderden kleine providers die glasvezel aanbieden voor hun eigen dorp. De grote providers krijgen overheidssteun, de lokale communities niet. Dat gat proberen we te vullen met Keep Ukraine Connected. We ondersteunen internetproviders die de lokale gemeenschap verbonden willen houden, en sponsoren materiaal zodat mensen zelf verbindingen kunnen aanleggen, soms in schuilkelders.'

'Ondertussen hebben we zo'n anderhalf tot twee miljoen euro aan apparatuur die kant op gestuurd. Routers bijvoorbeeld, maar ook veel datacenterapparatuur. In Oekraïne zijn namelijk veel datacenters vernietigd. We hebben een donatie van Microsoft gehad van 1 miljoen dollar, daar zitten routers bij van 1,5 meter vanaf de grond gemeten. Waar veel behoefte aan is zijn zogenaamde fiber splicers, om glasvezel weer aan elkaar de lassen die door ontploffingen kapot zijn gegaan. We krijgen foto's opgestuurd van internetproviders die naast ontplofte tanks glasvezel zitten te lassen, van uitgebrande datacenters, kantoren van internetproviders waar alle pc's kapot gegooid zijn en serverracks zijn stukgeschoten.'

'We hebben contact met de vereniging van Oekraïense internetproviders, en hebben een database ingericht waar Oekraïners kunnen invullen aan welke apparatuur behoefte is, waar donateurs kunnen aangeven wat beschikbaar is. Dat matchen we aan elkaar, en onze vrijwilligers halen het op bij collectiepunten in Duitsland en Polen, vanwaar het weer bij de providers terecht komt. Er is een gigantische wil om apparatuur te doneren, alleen het logistieke netwerk was er nog niet. Alle leden van onze stichting zitten al jaren diep in de internetwereld, dus we kunnen onze contacten uit de internationale tech-community mobiliseren. Zo zijn we per ongeluk logistieke experts geworden - met vallen en opstaan.'

Eyes On Ukraine levert drones aan Oekraïne

Vrijwilliger Sjoerd Renkers over stichting die drones modificeert en levert aan Oekraïense militairen

'Eyes on Ukraine is één week na de Russische invasie opgericht, met als doel waarheidsvinding: drones aan burgers leveren zodat ze de situatie voor de buitenwereld kunnen vastleggen. Later is het doel offensief geworden: we voorzien militairen van drones. Dat is nooit een gewetensvraag geweest. Als ik zie wat de Russen daar aanrichten, wil ik dat Oekraïners alle middelen krijgen om zich te kunnen verdedigen. Knuffeldieren en hondenbrokken inzamelen is ook goed, maar wat Oekraïne echt nodig heeft zijn de wapens om de Russen te weren. Sinds de inval hebben we 650 drones geleverd.'

'Zelf ben ik bij stichting gekomen vanuit mijn achtergrond: ik heb al zo'n 2,5 jaar zelf een drone. We kopen de drones in, maken ze met software gebruiksklaar voor de Oekraïners en sturen ze daarna in bestelbusjes naar Oekraïne. Er zijn drie verschillende soorten drones, afhankelijk van het hoofdtype kun je veel of weinig modificeren. Zo worden de Oekraïense luchthavens niet meer gebruikt, maar de no-fly zones zijn nog steeds actief, en ook over energiecentrales kun je niet vliegen. Dat kan ik aanpassen. En ik pas het zendvermogen aan, zodat drones verder kunnen vliegen, en ook minder gevoelig zijn voor vijandelijke verstoringen. De Russen doen er namelijk alles aan om die drones uit de lucht te krijgen.'

'Soms gaan de drones naar individuele contacten, zoals soldaten, of een drone-reparateur die bij ons aanklopt voor onderdelen die in Oekraïene lastig te krijgen zijn. Maar het merendeel gaat naar KOLO Fund, een Oekraïense hulporganisatie die jonge rekruten van militaire opleidingen opleidt tot drone-piloot. Ze zien er qua postuur en voorkomen niet altijd uit als militairen, na hun opleiding gaan ze met onze drones naar het front. Dat vervult me met trots, maar ook verdriet: een groot deel van die mensen gaat daar omkomen. Dat is de drijfveer: weten dat we er alles aan doen om ze te helpen. Ik zie het als mijn taak om geen steken te laten vallen. Stel dat ik een drone verkeerd programmeer, waardoor die zichtbaar is op een vijandige radar? Dat is levensgevaarlijk. Ik maak me zorgen of we genoeg geld binnen blijven krijgen. Hoeveel we kunnen doen is afhankelijk van hoeveel geld we binnen krijgen, wij bestaan zolang de oorlog duurt.'