weg met rentenieren: zinvol werk moet weer gaan lonen

De tijd dat vermogende mensen teren op het harde werk van anderen, lijkt langzaam aan z’n eind te komen.

Tekst Daan Kuys Beeld Fien Leeflang

Niet sympathiek: oudere generaties die de afgelopen dertig jaar allemaal eerst zelf een huis bemachtigden en vervolgens een groot deel van de woningen verkochten aan buitenlandse investeerders. Het gevolg: peperdure woningen. Zij rijk, de rest niet. Weg toekomst.

Rijk worden zonder dat je er iets voor hoeft te doen: het was de afgelopen dertig jaar een beetje een virus. Manieren genoeg: je had natuurlijk de huizen‘markt’ (‘hier is een woning, geef mij jouw salaris’) met alle bijkomende vaag genaamde regelingen (hypotheekrenteaftrek, salderingsregeling) waardoor veel mensen niet eens doorhadden dat huizenbezitters er een gratis uitkering bij kregen. En was het niet via de huizensector, dan werden mensen met vermogen wel rijk via brievenbusfirma’s, beleggingshypotheken, credit default swaps, bitcoin of internationale aasgierfondsen. 

Niet gek dat ook de jongere generaties inmiddels besmet dreigen te worden met dit aasgiervirus. De FIRE-beweging (Financial Independence Retire Early) - waarbij je wordt aangemoedigd om zoveel mogelijk geld te beleggen op de markt zodat je vroeg kan stoppen met werken - groeit gestaag onder millennials, evenals de TikTok-filmpjes waarin gladde boys op Bali vertellen hoe ze rijk zijn geworden zonder ervoor gewerkt te hebben. Iedereen een passief inkomen! 

Geef ze eens ongelijk met die oudere generatie als voorbeeld en een Den Haag - zelf ook oud - dat die generatie op haar wenken bedient.

lalala geef geld

De vraag is natuurlijk: als iedereen rijker probeert te worden zonder ervoor te werken, wie is er dan nog aan het werk? Wie bouwt onze woningen, windparken en zonnepanelen? Wie zorgt er voor onze ouderen en kwetsbaren in de samenleving? Wie beschermt ons land tegen de stijgende zeespiegel?

Inmiddels lijkt dat besef ook in te dalen in de Tweede Kamer. Zo’n beetje alle partijprogramma's van de afgelopen verkiezingen wilden dat werken weer meer ging lonen. De meest voor de hand liggende maatregel daarvoor: gooi de belasting op werk omlaag. En gooi de belasting op inkomen uit vermogen omhoog. Momenteel is die verdeling in Nederland grofweg:

  • Belasting op werk: 40 procent
  • Belasting op inkomen uit vermogen: 28 procent
  • Belasting op vermogen (het hebben van rijkdom): 0 procent.

Zoals je ziet wordt in Nederland alleen het inkomen uit vermogen belast. Denk dan aan de huur die de huisbaas vraagt, het dividend dat de belegger krijgt uitgekeerd, of de rente die gerekend wordt over leningen.

rijkdom in het vizier

Maar een belasting op vermogen zelf, bestaat nog altijd niet in Nederland. Toch zijn daar goede argumenten voor. Dat doet filosoof Ingrid Robeyns in haar nieuwe boek ‘Limitarisme, een pleidooi tegen extreme rijkdom’. Want waarom zou je meer nodig hebben dan bijvoorbeeld 10 miljoen euro? Extreme rijkdom ondermijnt onze democratie, zo betoogt Robeyns, omdat het ervoor zorgt dat de één meer te vertellen heeft in Den Haag dan de ander.

Zelfs het CDA, de BBB en de PVV waren in hun verkiezingsprogramma voor een ‘miljonairsbelasting’, dus enige hoop dat extreme rijkdom - en daarmee teren op het harde werk van anderen - zal worden aangepakt, is er zeker. Ook wereldwijd gebeurt er veel. Zo werd er een wereldwijde bedrijfsbelasting ingevoerd om belastingontwijking aan te pakken. En ook in de Verenigde Staten komen miljardairs die hun vermogen handig weten weg te houden bij de fiscus steeds meer in het vizier