Waarom halen sommige oudjes fluitend de honderd? De VPRO Gids reist af naar het land van de honderdjarigen.

Iiiiiiiiiiiiiiep! Met piepende remmen komt een witte Fiat 500 tot stilstand voor de begraafplaats aan de Via Grazia Deledda. De voordeur zwaait open. Michel Poulain worstelt zich uit het wagentje. De 69-jarige Belgische demograaf met spierwit, ontembaar haar zet z’n handen in zijn zij en recht zijn stramme rug. In de verte rinkelen de bellen van een kudde geiten. Een geluid dat altijd aanwezig is, hier in Villagrande Strisaili. Een bergdorp op 1700 meter hoogte, ingenesteld tussen steile rotswanden op het Italiaanse eiland Sardinië. De Belg loopt de begraafplaats op. Speurt de paden af. Zijn vingers glijden over grafstenen. ‘Fortunato Floreddu, 101 jaar. Pasquale Orrù, 102 jaar. Maria Sebastiana Comida, 107 jaar,’ prevelt hij. Bij een recent geplaatste steen houdt hij halt en neemt een foto. Niet omdat hij een morbide hobby heeft. ‘Waar ik ook ter wereld kom, ik bezoek altijd eerst de lokale begraafplaats om een indruk te krijgen van het aantal honderdplussers,’ verklaart Poulain in zangerig Engels met Frans accent. Voor velen is deze plek het eindstation. Voor de Belg de start van een lange zoektocht.

Kunnen we de dood tarten en ons leven verlengen met tien, twintig ziektevrije jaren? Dat is de vraag die de piepjonge Poulain ’s nachts wakker houdt. Ja, er zijn bemoedigende verhalen. Uit het laboratorium, waar proefdieren heel oud worden op een dieet met extreem weinig calorieën of door toediening van het middel rapamycine, dat lichaamscellen in een soort onderhoudsstand zet. En sommige genetici willen nog verder gaan: niet een leven verlengen, maar zelfs de klok terugdraaien, door gebruik te maken van de nieuwste technieken om DNA te herschrijven. Maar Poulain, die geldt als een pionier op het gebied van longevity (levensverwachting), verkent de grens van de mens liever via demografische cijfers. Zijn petrischaal is het land van de honderdjarigen in de bergen van Sardinië. 

Reuzel

Niet alleen wonen hier gemiddeld twee keer meer eeuwelingen dan elders ter wereld. Villagrande Strisaili is ook de enige plek op aarde waar even veel mannen als vrouwen die hoge leeftijd halen. Een verhouding die elders ligt rond een op zes. Depressies en ouderdomsziektes zoals dementie of common killers als kanker, diabetes en hart- en vaatziekten komen in dit dorp nauwelijks voor. Piazza Martire is de hangplek voor deze vitale oudjes. Salvatore Porcu (98) chilt nog even in de schaduw van de eikenboom. Michelino Scuddo (97) gaat op huis aan. Hij moet zijn dagelijkse rondjes op z’n hometrainer nog doen. Kijk, zo kan het ook. Poulain is vastberaden het Sardijnse levenselixer te vinden. Maar makkelijk zal het niet gaan. ‘Ik moet vreselijk op eieren lopen’, zegt de Belg op gedempte toon. ‘Op Sardinië draait alles om twee dingen. Geld en macht.’

 ‘Come stai, hoe gaat het Igino?’ Poulain kust de 102-jarige Igino Porcu op beide wangen. Met zijn vriendelijke lach, enorme oren en een huid die de wet van de zwaartekracht respecteert, lijkt de Italiaan sprekend op de Grote Vriendelijke Reus uit het boek van Roald Dahl. Samen nemen ze plaats op de olijfgroene sofa in de huiskamer van Porcu. ‘Hoe is het met de gezondheid?’, wil Poulain – die met vele honderdplussers nauw contact houdt – weten. Hij loopt wat moeizaam, maar och, Porcu mag niet klagen. Hij voelt zich goed, zegt de oud-geitenherder. ‘Ik heb altijd hard gewerkt,’ vertelt Porcu. ‘Ik houd van goed eten: minestrone, worst, reuzel door het eten. En van wijn. Maar drinken doe ik niet meer. Ik kan het niet bij één glas houden.’ Porcu lacht zijn scheve tanden bloot.

Blue Zone

Wetenschappers zijn moderne ontdekkingsreizigers. Ze hebben een  onweerstaanbare drang om white spots van de kennis in kaart te brengen. Het is deze oerdrift die centraal staat in De verkenner, aflevering vier van The Mind of the Universe. Ook voor Poulain lonkt het ‘onverkende’ al zolang hij zich kan herinneren. Als zesjarige jongen kreeg hij een wereldkaart van zijn vader. Uren kon hij fantaseren over de reizen die hij later zou maken. Sindsdien doorkruiste deze Indiana Jones van de demografie 87 landen en ontdekte hij naast Sardinië drie andere hotspots met honderdplussers: het Japanse eiland Okinawa, het Costa Ricaanse schiereiland Nicoya en het Griekse eiland Ikaria. Een avontuur dat begon in oktober 1999 op een longevity-congres in de Franse kustplaats Montpellier. Daar presenteerde een Italiaanse arts volstrekt ongeloofwaardige statistieken van een stokoude Sardijnse bevolking. Toen iemand dat verhaal moest gaan natrekken, was Poulain er als de kippen bij. ‘Ik ruik een kans van ver,’ zegt hij.

Het is januari 2000 als Poulain landt op vliegveld Cagliari. Er ligt veel sneeuw op de weg. In een huurauto banen Gianni Pes, de Italiaanse arts van het congres, en de Belg zich via haarspeldbochten een weg naar bergdorp Arzana. Daar vieren die dag vier honderdplussers hun verjaardag. Maar voordat ze het feest bereiken, springt Poulain bij het gemeentehuis uit de auto. ‘Ik kom later,’ roept hij Pes na. Eerst móet hij het geboorte- en sterfteregister van Arzana inzien. Met kloppend hart en klamme handen bladert hij door grote boeken met vergeelde pagina’s en gekrulde, handgeschreven letters. En verdomd, Pes heeft gelijk. Arzana heeft bovengemiddeld veel eeuwelingen. Hij kan wel een vreugdedans doen en haast zich alsnog naar het feest.

In de maanden die volgen bezoekt het duo veertig bergdorpen. Ze struinen begraafplaatsen af, duiken in gemeentearchieven, interviewen eeuwelingen en hun familie. Ze verifiëren of dorpelingen op een geloofwaardige leeftijd trouwen, kinderen krijgen, maken familiestambomen. Dan blijkt: geen gesjoemel, geen vergissingen. ‘Ik was verbluft,’ zegt Poulain. ‘Ik nam een blauwe stift en trok op een landkaart een cirkel rond de zone met langlevenden. Zo werd het concept Blue zone geboren.’

Wat is het geheim?

De wereldbevolking telt steeds meer honderdplussers. In Nederland is dat aantal sinds 2000 verdubbeld, naar ruim 2500. Met de negentigplussers is het de snelst groeiende leeftijdsgroep in onze samenleving. Maar dit zijn random over het land verspreide oudjes. Wat is nou het geheim van de Blue zone? Poulain ziet een opvallend patroon, een combinatie van factoren: ‘Allereerst: alle hoogbejaarden zijn tot op zeer hoge leeftijd fysiek actief.’ Ze hoeden geiten op de hoogvlakte of beklimmen de geaccidenteerde straten van hun dorp. Elke klim masseert het hart. ‘Twee: hun dieet. Negentig procent van hun dieet – groente, brood, geitenkaas, worst en ander vlees, wijn – verbouwen of maken ze zelf. Zonder kunstmatige toevoegingen dus.’ De voedingsindustrie met al dat berwerkte voedsel is volgens Poulain een grote killer. ‘Drie: de sociale cohesie. Die is zeer sterk.’ Buren en familie zorgen voor elkaar, oudjes wonen bij hun kinderen, vereenzaming is amper een probleem.

‘Als laatste lijkt het erop dat Blue-zone-bewoners profiteren van bepaalde overerfbare veranderingen aan het DNA, die geconserveerd zijn in deze clan-achtige samenleving die tot 1950 volledig geïsoleerd was van de buitenwereld. Het goede nieuws is: als we ontdekken welke factoren – zoals dieet, leefstijl, enzovoorts – deze gunstige veranderingen in het DNA teweeg kunnen brengen, dan kunnen we dit ‘recept’ vertalen naar onze westerse samenleving. We testen onze bevindingen nu bij een Amerikaanse gemeenschap van hoogbejaarden.’ Blijft de vraag staan waarom juist Igino en zijn broeders hier zo oud worden. ‘Ik heb het raadsel nog niet opgelost, maar er lijkt één gemene deler te zijn: het waren allemaal schapen- en geitenhoeders. Ik noem het the way of the shepherd.’

'Pensioen? De snelste weg naar de dood.’

Michel Poulain

Spagaat

Poulain passeert een bord: Villagrande Strisaili, wereldrecordhouder van de levensverwachting voor mannen. Vervolgens een stilstaande vrachtwagen met longevity-brood. Het predicaat Blue zone is commercieel aantrekkelijk. Poulain: ‘Kijk naar het Chinese dorp Bama in de regio Guangxi. Daar hebben de Chinezen een kunstmatige Blue zone gecreëerd door alle honderdjarigen uit de wijde omtrek naar Bama te verhuizen.’ Het dorp is nu een toeristische trekpleister. Logisch dat ook Sardijnse ondernemers en ambtenaren willen profiteren van hun unieke positie. De longevity-initiatieven schieten als paddenstoelen uit de grond. Of Mr. Blue Zone even zijn steun aan elk van die plannen wil geven. Exclusieve steun graag.

Zie daar Poulain in een pijnlijke spagaat. In zijn poging onafhankelijk en objectief te blijven, heeft hij al meerdere Sardijnen tegen de haren in gestreken. Zo is de burgemeester van Villagrande gepikeerd. Die ziet zijn unieke positie verdampen nu ook vijf buurdorpen in 2016 het Blue-zone-stempel kregen. Boze ondernemer Claudia probeert hem uit een nog te onderzoeken dorp te weren. Een eerzuchtige politicus uit de hoofdstad heeft Poulain al eens van het eiland geknikkerd. ‘Ik wil onafhankelijk blijven,’ zegt hij ferm. Dan vermoeid: ‘Maar ik heb deze Italiaanse connecties nodig om toegang te krijgen tot archieven en families. Hoe houd ik mensen te vriend zonder op hun lange tenen te trappen?’

Een diepe zucht. Hij wíl het Blue-zone-raadsel oplossen. Hij piekert er niet over om met pensioen te gaan. ‘De snelste weg naar de dood.’ Dus als zijn gezondheid het toelaat, heeft hij nog dertig, veertig jaar de tijd. ‘A kent’annos,’ roept een krom lopende bejaarde aan de andere kant straat naar Poulain. Dat hij honderd mag worden, in goed Sardijns. Hoe? Poulain kan altijd het nuchtere advies van Igino Porcu volgen: ‘Gewoon niet doodgaan.’

Meer van the mind of the universe