Oude bomen moet je niet verplanten, zeggen ze. Toch moeten de stokoude bewoners van De Drie Hoven verhuizen, want het verzorgingshuis wordt wegbezuinigd. In de ontroerende en spannende serie Uitgewoond legde Marijke Schonewille de ontreddering vast die dat teweegbrengt.

Verzorgingshuis De Drie Hoven in Amsterdam-West voldoet niet aan de moderne eisen, en omdat verbouwen duurder is dan sluiten, moet het dicht. Daarin staat het niet alleen: in totaal moeten voor eind 2020 maar liefst 800 Nederlandse verzorgingshuizen dicht. Een jaar lang volgde programmamaker Marijke Schonewille wel en wee van de mensen van De Drie Hoven. Het resultaat is een serie waarin het serieuze onderwerp wonderwel samengaat met de spanning van een verhaal, waarvan je als kijker wil weten hoe het afloopt. Met Map en haar stokoude rummikubmaatjes, en met de twee honderdjarige kameraden, beiden oud-militair, op hun vaste bankje in de hal.

Dit kan toch niet?
Schonewille: ‘Dat dacht ik ook. Ze kunnen ze toch niet uit elkáár halen? Maar dat is wel gebeurd. Eén mevrouw woonde hier al 31 jaar, een andere mevrouw 28 jaar. Deze mensen hebben een sociaal leven samen, hun routines. Dat houdt ze op de been. En ze zijn heel oud, hè: 103, 102, 98, een meneer van honderd, het zijn geen kwieke zeventigers. Nu moesten ze een voor een verhuizen, en allemaal naar een ander tehuis. Het leek wel een eliminatie, zoals bij Wie is de mol of Temptation Island, waarin de kandidaten een voor een worden weg­gestuurd. Ik hield mijn hart voor ze vast.’

We kennen de verpleeghuizen van negatieve verhalen, maar hier waren de mensen heel tevreden

Marijke Schonewille

Als programmamaker lag het voor de hand een cameraploeg mee te nemen, maar u filmde met uw eigen smartphone. Waarom?  
‘Ik had een cursus filmen met de iPhone gedaan, en toen diende dit zich aan. Met de smartphone kon ik gewoon vast beginnen, ik wilde de aanloop niet missen. Gaandeweg zag ik in hoe ideaal het was: ik kon me zo makkelijk bewegen door het huis, ik kon heel dichtbij komen en was niet intimiderend voor de bewoners. Ik kwam gewoon op de thee.’

Als kijker leef je met ze mee. Elke aflevering eindigt met een cliffhangertje: ‘Volgende keer zien we de verhuizing van…’ Het klinkt wat oneerbiedig in dit verband, maar het is net een soap.
‘Ik heb inderdaad soapelementen ingebracht: korte scènes, chronologisch verteld, met terugkerende hoofdpersonen. Daarmee greep ik terug op wat ik ooit heb geleerd als eindredacteur van Big Brother: non-fictie op een verhalende manier brengen, zodat er spanning in komt.’ 

Het blijft wrang. Je moet wel een Hugo Borst zijn om aandacht voor dit onderwerp te genereren. Terwijl het betrokkenen zo ongenadig hard raakt.
‘En daarin schuilt mijn motivatie. Aanvankelijk had ik een heel ander idee over de serie: het zou gaan over de cliëntenraad, waarin een 91-jarige bewoonster die ik kende zat. Boven de negentig en op de barricaden, dat zou mijn onderwerp zijn. Maar zij bleek een uitzondering. De meeste mensen hadden helemaal geen weerstand meer, en konden niet protesteren. Daarvoor zijn ze natuurlijk simpelweg te oud. Het verhaal is dan ook niet het verzet, maar juist hoe weerloos ze zijn. Iemand moest ze een stem geven.’