De Plek 23-05-1995
*Blaricum* II X=145/146 en Y=477/478
In 1880 ontdekte de schilder Israëls een lieflijk dorpje te midden van heide en weide, ging er wonen en werken, en spoorde zijn kunstvrienden aan hem te volgen. Arcadische Gooise taferelen lagen in die tijd goed in de Amerikaanse markt, zodat de Blaricumse schilders al snel in goeden doen waren. En nog steeds woont er een flink aantal niet onbemiddelde kunstenaars.
De autochtone bevolking profiteerde mee van het succes. Logies verschaffen en model staan voor de schilders vormden een welkome aanvulling op het schamele boerenbestaan.
Ondertussen is de druk van de allochtone artiesten op het dorpsleven zo zeer toegenomen, dat het sociale leven dreigt te worden verstoord door een Hollywood-achtige sfeer. Agrarische bedrijven worden -met de Hinderwet in de hand- gedwongen tot buiten de dorpsgrens te verhuizen; een harmoniecorps komt niet van de grond; en... er rijden touringcars met dajesmensen langs de huizen van onze sterren!
Blaricum ís nog leefbaar, maar het Beverly Hills-syndroom ligt op de loer!