Muziek uit Curaçao

Charlie Crooijmans en Sakti Khedoe ,

van tambú tot klassiek

Afgelopen 1 april zagen we Vernon Chatlein een jazzversie van een tambú spelen. Tambú is een oude muziekvorm in Curaçao die ontstaan is in de slaventijd. Lang werden deze opzwepende ritmes verboden, maar in de jaren zeventig werd tambú ze officieel erkend als muziek en dans van het volk. De stijl is in de loop van jaren veranderd door invloeden uit Venezuela en Cuba die niet ver van Curaçao liggen. De Afro-Curaçaose ritmes zijn ook toegepast in de muziek van bijvoorbeeld Randal Corsen. Maar er is meer. Op het eiland is de klassieke muziek ook een belangrijke traditie. Hier op deze pagina een kleine bloemlezing van artiesten uit Curaçao die in Vrije Geluiden hebben opgetreden.

Vernon Chatlein

De componist en percussionist Vernon Chatlein vertelde aan Giovanca over zijn verblijf in Cuba waar hij percussie en klassieke muziek studeerde. Het deed hem verlangen naar zijn thuisland Curaçao. Je weet wel, dat eiland in de zuidelijke Caraïbische Zee met een autonome status in het Koninkrijk der Nederlanden. Curaçao heeft namelijk óók een rijke muziektraditie. Zoals je op Cuba de batá (trommel) hebt voor de santería (Afro-Cubaanse religie) ceremonieën, heb je de tambú in Curaçao. Tambú is zowel de naam van de trommel als de muzieksoort en heeft Afrikaanse kenmerken als de call-and-respons zang en de (poly)ritmes. Het was voor de slaven destijds een uitlaatklep om samen te zingen, klappen en dansen, om even te kunnen vergeten in welke erbarmelijke omstandigheden ze zaten. Nog steeds heeft de tambú een sociale en spirituele functie. Het lied 'Telelé' roept bijvoorbeeld verbintenis op. Vernon is na zijn avontuur in Cuba naar Nederland gegaan om lessen te kunnen volgen bij Randal Corsen die Curaçaose ritmes gebruikt in zijn piano. Het heeft Vernon die ook zijn voorbeelden volgt in de latin jazz geïnspireerd, om Curaçaose ritmes en instrumenten, zoals de tambú en de chapi (ijzeren hak) in zijn muziek te gebruiken.

Randal Corsen

Pianist, componist en arrangeur Randal Corsen verstaat de kunst om jazz en klassiek met Antilliaanse en Zuid-Amerikaanse muziek te mengen. Voor zijn debuutalbum Evolushón uit 2004 ontving hij de Edison Jazz Award. De plaat Corsen plays Corsen (2005) is een eerbetoon aan zijn overgrootvader Joseph Sickman Corsen (1853 - 1911), componist van klassieke muziek in Curaçao. In 2011 was hij in Vrije Geluiden te gast met de klassieke gitarist Marlon Titre uit Aruba. Ze speelden stukken ter ere van de gitarist en contrabassist Julian Coco (1924 - 2103). Coco was de eerste musicus uit Curaçao die klassieke muziek studeerde aan het conservatorium in Nederland. In Curaçao begeleidde hij muzikanten binnen de folklore met composities en arrangementen. Coco was ook de eerste buiten de grenzen van de verschillende muziekstijlen te treden. De eerste cross-over musicus uit Curaçao.

Tumbakoningin Izaline Callister

Een andere belangrijke stroming met oorsprong in Afrika is de tumba. In tegenstelling tot de tambú was de tumba niet verboden. De tumba is vanuit Afrika, via Spanje en Cuba naar de Antillen gekomen. In de carnavalsperiode speelt de Tumba een belangrijke rol. Elk jaar vindt een vierdaags festival plaats waar de Rei / Reina di Tumba (Tumbakoning / -koningin) wordt verkozen. In 2001 werd Izaline Callister, toen nog onbekend op Curaçao, verkozen tot Tumbakoningin. Ze moest op een enorme praalwagen haar Tumba zingen, wel acht uur achter elkaar. Het leverde Izaline stemproblemen op en pas na een half jaar kon ze weer optreden. 

Oswin 'Chin' Behilia - troubadour

Oswin 'Chin' Behilia (1938) heeft een lange carrière achter zich, onder andere als componist van klassiekers. Hij wordt gezien als een troubadour die zijn protestliederen vertolkt. Ook het feit dat hij gekozen heeft voor het Papiaments maakt hem tot een Curaçaose held. In Vrije Geluiden in 2009 was hij te gast en zong een aantal van zijn liederen die vrolijk klinken maar een politiek statement uitdragen. Tégen corruptie, vóór eigenwaarde en onafhankelijkheid. Zijn liederen zoals de bekende 'Chuchubi' worden nog altijd gezongen door artiesten als Izaline Callister en Tania Kross.

Chopin op Curaçao?

'Voor een Antiliaan is muziek alleen muziek als je er op gedanst kan worden' aldus schrijver Jan Brokken. In het boek Waarom elf Antillianen knielden voor het hart van Chopin gaat Brokken op zoek naar de oorsprong van de Curaçaose Mazurka en wals. 

Auteur Jan Brokken was in 2011 te gast in Vrije Geluiden samen met de Antiliaanse pianist/componist Wim Statius Muller, ook wel bekend als de Antilliaanse Chopin. Een gesprek over de Antilliaanse muziek en de invloed van Chopin op Curaçaose componisten. Over het werk en leven van Wim Statius Muller en de geschiedenis van de komst van de klassieke muziek op het eiland.

Jan Gerard Palm (1831 - 1906)

De oudste en misschien wel bekendste Curaçaose componist is Jan Gerard Palm (1831-1906). Twee achterkleinzonen, Robert Rojer en Joop Halman, schreven een boek over Jan Gerard Palm en al zijn muzikale nazaten en bundelden zijn partituren.

 

Julian B. Coco

Julian B. Coco (Willemstad, 9 januari 1924 – Laren, 4 februari 2013) leerde zichzelf cuarta, mandoline en gitaar spelen. Hij kwam in 1953 naar Nederland met een studiebeurs. Na zijn studie contrabas aan het Amsterdams Conservatorium begon Coco aan een gitaarstudie, die hij binnen twee jaar voltooide waarmee hij de eerste Nederlandse gitarist met een conservatorium-diploma werd.

Een documentaire uit 1963, regie: Ton Hasebos.

uit het archief

Naast deze geweldige, zéér diverse Curaçaose muziek, waren er nog meer artiesten uit Curaçao te gast in Vrije Geluiden. Hieronder een verzameling originele Curaçaose composities, maar ook Tania Cross die een composities zingt van de Spaanse componist Xavier Montsalvatge. Deze componist liet zich inspireren door Antilliaanse muziek.