imponerend, meeslepend, eigenzinnig, en volkomen 'hors catégorie'

Hij is geboren in 1971, Olivier Mellano. Hij speelde in meer dan vijftig bands, en tussendoor componeerde hij muziek voor symfonie-orkest, voor 17 electrische gitaren tegelijk, voor klavecimbel en voor strijkkwartet. Zijn nieuwe cd No Land is een voorbeeld van de eigenzinnige manier van werken van Mellano. Hokjes houdt-ie niet van, en aan de ongeschreven regels van genres en tradities laat hij zich niets maar dan ook niets gelegen liggen.

Misschien klinkt het allemaal nog een tikje eigenwijzer door de muziekinstrumenten uit de folklore van Bretagne die hij voor No Land gebruikt. Nee, niet dat lullige harpje van Assurancetourix uit de Asterix-strips, maar de angstaanjagende bombarde en biniou waarmee Bretonse fanfares vriend en vijand de stuipen op het lijf weten te jagen: doedelzakken++  en kneiterhard snerpende schalmeien, hebben we het dan over. In combinatie met roffelende snare-drums en een dreunende grote trom, allemaal bespeeld door de Bagad' Cesson, een folklore-band uit Bretagne.

Tegenwicht wordt geboden door de sonore, heerlijk galmende stem van Brendan Perry, die je misschien kent van Dead Can Dance. Mellano legt op zijn website uit dat hij tegelijk aangetrokken en afgestoten wordt door de Bretonse folklore, en dat hij met deze cd probeert die paradox op te lossen: hoe kan je geluid meenemen naar een geheimzinnige plek ergens in het onderbewuste, in een wereld waarin logica er niet meer toe doet. Met dat als basis zingt Perry een tekst die gaat over de onhoudbaarheid van grenzen, over het idee dat geen mens gereduceerd kan of mag worden tot behorend bij één territorium - ook niet het land van herkomst:  a humanist and utopian song, an ode against anything that confines and reduces Man’s complexity, noemt Mellano het zelf. Het is een prachtige, fascinerende cd, niet echt om voor de gezelligheid op te zetten, maar wel om je door te laten meeslepen in een klankwereld die net zo vreemd als betoverend is.

Aad van Nieuwkerk

Muziek is muziek als er muziek op staat. Ja toch? Of ligt het niet zo simpel?