Inlichtingendiensten AIVD en MIVD krijgen meer mogelijkheden om het internetverkeer af te tappen. Waar de ‘Sleepwet’ vijf jaar geleden tot veel maatschappelijke discussie leidt, passeert een aanpassing van de inlichtingenwet onlangs haast geruisloos de Tweede Kamer. Hoe ziet de communicatiestrategie van de geheime diensten rondom de wetswijziging eruit?

We spreken Medialogica-makers Jacco Versluis en Sergio Nieto Solis die de afgelopen maanden op zoek gingen naar een antwoord op deze onderzoeksvraag.

Het startschot: vertrouwelijke documenten

Versluis loopt al langer rond met het idee voor een uitzending over de geheime diensten en de nieuwe inlichtingenwet. Tot hij stuit op de documenten van Bits of Freedom, een stichting die opkomt voor digitale burgerrechten, en regelmatig een beroep doet op de Wet open overheid, de Woo.

Versluis: ‘In de vertrouwelijke stukken van de overheid stonden heel veel details over hoe de nieuwe inlichtingenwet tot stand is gekomen. Het viel me destijds op dat andere media het nauwelijks oppakten, enkel Follow the money.’

‘Het is echt een kijkje in de keuken van de geheime diensten. Je leest hoe de ministeries en diensten achter de schermen discussiëren over de vraag: hoe bereiden we de samenleving voor op de uitbreiding van onze bevoegdheden?’

Een andere aanpak dan vijf jaar geleden

Hoe kan het dat de ‘sleepwet’ vijf jaar geleden een grote maatschappelijke discussie teweeg bracht en nu niet?

Versluis: ‘Dat heeft natuurlijk verschillende oorzaken. Allereerst heeft dat te maken met het referendum en de daarbij behorende politieke dynamiek. Daarnaast hebben de inlichtingendiensten ondervonden dat een aantal van hun werkzaamheden maatschappelijk soms heel gevoelig ligt en kan leiden tot negatieve publiciteit. In Medialogica onderzoeken we hoe de inlichtingendiensten vervolgens de publiciteit en de beeldvorming rondom de nieuwe wet positief proberen te beïnvloeden.’

In 2018 was er een referendum over de ‘sleepwet’ waarin een meerderheid van de kiezers tegen de wet stemde. De wet kwam er toch, maar op basis van de referendumuitslag zijn er een aantal wijzigingen doorgevoerd. Versluis: ‘Die wet ging eigenlijk over dezelfde punten als die nu voorliggen. Hoe kunnen AIVD en MIVD op grotere schaal internetverkeer en digitale informatie vergaren? Daar was veel gedoe over. De toen noodzakelijke wijzigingen in de wet, zijn volgens de diensten grotendeels de dingen die nu hun functioneren in de weg zitten en nu dus ook veranderen. Eigenlijk, zo zeggen de critici, wordt die sleepwet via de achterdeur alsnog naar binnen getakeld.’

Diensten nauwelijks te controleren

Versluis: ‘De AIVD en MIVD hebben de meest vergaande bevoegdheden van alle overheidsdiensten in Nederland. Niemand mag zoveel als het gaat om het inbreken op je privacy in je leven als deze diensten. Onder strenge voorwaarden uiteraard, mogen ze alles aftappen, je huis volhangen met afluisterapparatuur, je post openmaken, je volgen, dat gaat heel erg ver.’

‘Wat de diensten journalistiek interessant maakt, is dat ze nauwelijks te controleren zijn.’

‘Het heet natuurlijk niet voor niets de geheime dienst. Aan de ene kant hebben ze heel veel macht met in potentie verstrekkende gevolgen voor een burger. Aan de andere kant hebben we geen idee wat ze precies doen. En wat de toezichthouders zien, wordt ook niet met ons gedeeld omdat dat staatsgeheime informatie is. Daar zit de spanning.’

‘Verschrikkelijk technisch’

Nieto Solis: ‘We besloten al snel dat we het in de uitzending niet teveel over de inhoud van de wet moesten hebben, maar echt over de beeldvorming rondom de wet. De inhoud is verschrikkelijk technisch, zelfs sommige kenners die we spraken durven niet te zeggen dat ze het precies begrijpen.’

Voor het beste resultaat duiken de Medialogica-makers zelf wél in die inhoud.

Nieto Solis: ‘We hebben ons er maandenlang in kunnen verdiepen. Maar toch keken we elkaar af en toe nog vragend aan: hoe zat het ook alweer? Hebben we het goed begrepen? Het is echt heel ingewikkeld.’

Fascinatie van journalisten

Nieto Solis: ‘Er is een zekere fascinatie van journalisten richting de geheime diensten. De journalistieke reflex is dat de diensten met een zeker wantrouwen worden bekeken. We hebben met beide ‘kampen’ gesproken, en dat nuanceert dat beeld van diensten die alleen maar achter onze persoonsgegevens aan zitten. Mensen die meer op de hand van de inlichtingendiensten zijn, brengen hele legitieme en ontnuchterende argumenten in. Ze zijn bezig met Russische en Iraanse cyberaanvallen, en hebben helemaal geen tijd om jouw mails te lezen, zeggen ze. Ze snappen oprecht niet hoe mensen zich meer zorgen kunnen maken om wat de diensten met informatie van Nederlanders doen, dan wat de geheime diensten van Iran, China of Rusland met gegevens van Nederlanders doen.’

Versluis: ‘Dat is ook zo. Maar in dit geval hebben ze wel wat te delen.’

Versluis geeft als voorbeeld het moment dat het wetsvoorstel naar de Tweede Kamer gaat op 1 december vorig jaar. Twee dagen daarvoor, op 28 november, verschijnt in het Algemeen Dagblad een interview met de drie bazen van de MIVD, AIVD en NCTV. ‘Nooit gaven de bazen van onze veiligheidsdiensten en de NCTV samen een interview. Nu wel’, zo luidt de openingszin.

‘De timing is geen toeval. Wat blijkt: het interview was niet het idee van het AD, maar aangeboden door de diensten zelf. Niet voor niets kiezen ze ervoor om dat interview een paar dagen voor de wet naar de Tweede Kamer gaat in een van de grootste ochtendkranten te geven. Ik veroordeel het AD niet, want ik zou misschien ook ‘ja’ hebben gezegd op dat interview. Het voorbeeld laat zien hoe de diensten op belangrijke momenten in het wetgevingsproces met succes de media weten te vinden.’

Nederland heeft twee ‘geheime diensten’: een algemene inlichtingen- en veiligheidsdienst, de AIVD, en een speciale militaire, de MIVD. Samen hebben ze rond de vierduizend medewerkers. Beide diensten zijn gebonden aan de Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten. Ze mogen zonder toestemming van de overheid openbare bronnen raadplegen en ook – op basis van vrijwilligheid – mensen aanspreken. Als ze meer willen, hebben ze altijd toestemming nodig van de minister of het hoofd van de dienst. Die toestemming geldt enkel voor een bepaald doel en is voor een korte termijn. (bron)

Diensthoofden in de media

Nieto Solis: ‘Je ziet dat de diensthoofden van de AIVD en de MIVD vaker op gezette tijden in het wetgevingsproces - als de wet net in consultatie is gegaan of bij de Tweede Kamer ligt - plotseling opduiken in de media, zoals bij Op1, in Buitenhof of op de radio. Op die plekken is de boodschap keer op keer dezelfde. Kort samengevat: er is oorlog en Nederland ligt onder vuur op digitaal vlak. Wij als inlichtingendiensten zijn nu aan handen en voeten gebonden, dus we hebben die wet nodig.

Versluis: ‘Het gaat in de media-optredens van de diensthoofden steeds over de dreiging. Dat is er ook. Er is al jaren oorlog. Maar we moeten ook niet doorschieten in cynisme, alsof die diensten verzinnen dat er een dreiging is. Als programmamaker moet je daar echt voor waken, ondanks dat het lastig te controleren is of ze echt meer middelen nodig hebben, in termen van regelgeving, personeel, tijd en geld.’

Journalisten op bezoek

Meerdere journalisten vertellen over een vertrouwelijke briefing bij een geheime dienst.

Nieto Solis: ‘Daar werd hen een casus voorgelegd van een geradicaliseerde jongen die de diensten in het vizier hadden. De diensten wilden deze jongen natuurlijk in de gaten houden. De aanwezige journalisten kregen de vraag: wat zouden jullie doen? Een journalist die aanwezig was bij de sessie vertelde ons dat de journalisten al veel eerder zouden willen overgaan tot het volgen of afluisteren van deze jongen. 

Versluis: ‘Dat wat de journalisten opperen - afluisteren en aftappen - mag de AIVD juridisch niet zo snel. Dat mag pas nadat ze eerst een aantal minder ingrijpende methodes hebben geprobeerd. Het is een slimme manier van de inlichtingendiensten om aan journalisten duidelijk te maken hoe weinig ze eigenlijk kunnen.’

Nieto Solis: ‘Uiteindelijk waren de diensten dan ook te laat en reisde de jongen uit.’

Versluis: ‘Ik moet er wel bij zeggen dat niet alleen de diensten zeggen dat ze met de huidige wet hun werk niet goed kunnen doen. De Algemene Rekenkamer en een aparte evaluatiecommissie komen tot min of meer diezelfde conclusie. Het is absoluut niet zo dat de diensten alles uit hun duim zuigen en alleen maar meer willen.’

Zwartgelakt jaarverslag

Maar wat de diensten precies mogen, blijft onduidelijk.

Nieto Solis: ‘In het laatste jaarverslag wilde de onafhankelijke Toetsingscommissie Inzet Bevoegdheden (TIB) laten zien hoe het zit met de bevoegdheden van de diensten. Zo zouden wij als burgers kunnen zien wat de diensten nu al mogen. Vervolgens zijn die passages door de verantwoordelijke ministers als staatsgeheim beoordeeld en zwartgelakt. Dan kun je je afvragen hoe evenwichtig het debat is dat je dan nog kan voeren over deze wet.’

‘In onze uitzending halen we het voorbeeld van de woonwijken aan. Dat is eigenlijk een soort doembeeld geworden rondom dat referendum vijf jaar geleden. De geheime diensten zouden hele woonwijken gaan aftappen. Daarom zie je nu dat de diensten op alle mogelijke manieren ontkennen dat zij van plan zijn woonwijken te gaan aftappen. Technisch gezien klopt dat, want kabels lopen zo dat je niet precies een woonwijk kan aftappen. Maar het is eigenlijk een beeldvormingstrucje, begrepen wij. Zo noemt Volkskrant-journalist Huib Modderkolk dit een potsierlijk voorbeeld: ‘want wat ze tappen is veel meer dan dat’.’

Staatsgeheim 

Versluis: Bij een televisieprogramma als Medialogica maak je onderscheid tussen twee soorten gesprekken. Je hebt de gesprekken die de kijkers gaan zien, die interviews zijn ‘on the record’. Maar je spreekt voordat je gaat filmen nog veel meer mensen, dat zijn achtergrondgesprekken. Dat gesprek is vertrouwelijk. Je gaat daar niet uit publiceren.’

Versluis: ‘We verklappen aan niemand met wie we gesproken hebben, maar er zaten mensen tussen die actief zijn of waren in de Nederlandse inlichtingenwereld. Bij zo’n gesprek is ons wel eens gevraagd of we onze telefoon uit en aan wilden zetten vanwege mogelijke spyware. En als we met de TIB, de Toetsingscommissie Inzet Bevoegdheden, spraken, mochten we niet in de ruimte komen waar zij werken vanwege het staatsgeheime karakter van hun werkplek.

Nieto Solis: ‘Het is best een bizarre situatie dat de mensen die je spreekt, er altijd op beducht zijn dat ze niet per ongeluk een staatsgeheim verklappen terwijl ze een antwoord geven. Dat geeft soms wel een bijzondere dynamiek, mensen denken bijvoorbeeld heel lang na over een antwoord. En alle voorbeelden die je krijgt, zijn dezelfde als in andere media. Door de jaren heen zijn er maar een paar voorbeelden vrijgegeven door de diensten, zoals de gegevens die hebben geleid tot het opsporen van de daders van een gifgasaanval in Syrië. Op een gegeven moment konden we die paar voorbeelden wel dromen.’

Zwarte Lak en Witte Jassen

In Medialogica een verhaal over staatsgeheimen, ingestoken interviews en witte jassen. Kijk op vrijdag 8 december om 22:20 uur op NPO 2 of kijk terug via NPO Start.