Londen, Parijs, New York? Let liever op Kinshasa, Lima en Addis Abeba. In 2050 zullen de vijftig grootste steden ter wereld allemaal meer dan tien miljoen inwoners hebben.

Het woord genius (genie) zou je eigenlijk moeten vervangen door scenius, bedacht muzikant en producer Brian Eno een aantal jaren geleden. Want creatieve doorbraken, wetenschappelijke ontdekkingen en technologische uitvindingen zijn zelden het product van een eenzaam genie. Het gaat om de juiste scene, waar mensen elkaar kunnen ontmoeten, en waar nieuwe ideeën, kunsten en uitvindingen ontstaan.

De mythe van het eenzame genie is hardnekkig, maar bij nadere inspectie bijna altijd fout. Het levert natuurlijk prachtige verhalen op: Newton die in zijn tuin zat en op eigen houtje de zwaartekracht ontdekte toen hij een appel op zijn hoofd kreeg; Archimedes die zijn wet ontdekte toen hij in zijn eentje in bad zat (‘Eureka!’). Maar zulke verhalen laten de talloze gesprekken en correspondenties buiten beschouwing die de heren eerder moeten hebben gevoerd.

Hoe essentieel de uitwisseling van ideeën is, hebben meerdere boeken de afgelopen jaren belicht. Nee, de Verlichting is niet te danken aan individuen die in eenzaamheid filosofische bouwwerken construeerden, schreef Steven Johnson in Where Good Ideas Come From. Die eer komt de Britse koffiehuizen toe, waar mensen elkaar spraken en samen tot nieuwe inzichten kwamen.

In de wetenschap is het niet anders, schreef de Groningse wetenschapspsycholoog Pieter van Strien in De psychologie van de wetenschap. Daarin laat hij zien hoe bijzondere ideeën in de wetenschap in de regel ontstaan dankzij de samenwerking tussen mensen met elk hun eigen, specifieke talenten; dat alles afgemaakt met – niet onbelangrijk – een snufje toeval.

Zelfs een grote omwenteling als het inzicht dat de aarde om de zon draait in plaats van andersom was niet een radicaal inzicht dat Copernicus op eigen houtje uitdokterde, maar de opeenstapeling van vele denkstapjes waar velen hun bijdrage aan leverden.

Miljoenensteden

Steden spelen hierbij een essentiële rol als de plek bij uitstek waar mensen elkaar kunnen ontmoeten. Econoom Edward Glaeser liet in The Triumph of the City zien dat veel van de grootste prestaties van de mens zijn te herleiden tot steden. Want ideeën, vaardigheden en uitvindingen kunnen het makkelijkst worden gedeeld en overgenomen op plekken waar veel mensen bij elkaar zitten.

Vanuit dat perspectief zou je kunnen vermoeden dat de grootste ontdekkingen en uitvindingen de komende eeuw misschien wel eens niet uit Londen, Parijs of Silicon Valley gaan komen, want veel van de grootste steden zijn aan het ontstaan in Afrika, Azië en Zuid-Amerika. Nu al bevinden zich daar miljoenensteden die bruisen van de creatieve energie, en dan staan we nog maar aan het begin van een demografische ontwikkeling die grote gevolgen gaat hebben in de 21ste eeuw.

Let vooral op de achterblijvende daling van het geboortecijfer in Afrika. Van de 2,4 miljoen mensen die er tot 2050 bijkomen op deze planeet zullen er 1,3 miljoen Afrikaan zijn, voorspellen de Verenigde Naties en de Wereldbank. Aan het einde van de 21ste eeuw zullen er waarschijnlijk net zoveel Afrikanen als Aziaten zijn, en dat zijn voor een aanzienlijk deel jongeren. Al die mensen vind je in toenemende mate in steden. In 2050 zullen de vijftig grootste steden ter wereld allemaal meer dan tien miljoen inwoners hebben – en de grootste acht zelfs meer dan dertig miljoen, voorspelt het Global Cities Institute. Op dit moment trekken dagelijks 200.000 mensen naar de stad.

Future Cities

Stephanie Bakker en Yvonne Brandwijk, vrijdag te gast bij Bureau Buitenland, brengen deze wereld van morgen in beeld door in snelgroeiende wereldsteden op zoek te gaan naar pioniers en jong talent. Hun project Future Cities gaat een vijfdelige webdocumentaire opleveren, waarvan de eerste inmiddels online is te bekijken. Een prachtig inkijkje in ‘het Parijs van 2025’: de Congolese hoofdstad Kinshasa, met zijn modebewuste sapeurs.

Bij elke stad behandelen ze een ander thema. Is dat het thema dat daar ook echt leeft, of is het de persoonlijke keuze van de makers? ‘Dat vroegen wij ons ook steeds af,’ zegt Stephanie Bakker. ‘Is het er nu echt, of willen wij het zien? Het zijn thema’s die vaak nog underground zijn. De sapeurs in Kinshasa vielen ons inderdaad op, maar tegelijkertijd is het een thema met een lange geschiedenis in die stad. Veel Afrikanen keken altijd al naar Kinshasa als het om mode ging.’

Naast Kinshasa hebben Bakker en Brandwijk hun oog laten vallen op Lima (vanaf begin maart online), Yangon, Medellín en Addis Abeba. Hoe hebben ze de steden eigenlijk uitgezocht? Bakker: ‘We hebben wel allerlei lijstjes van internationale onderzoeksbureau’s uitgeplozen, maar uiteindelijk was het een intuïtieve keuze. We hebben gekozen voor vijf verrassende steden, waarvan we dachten: wat is hier aan de hand? Wat doen ze goed, waarom groeien ze zo hard?’

Lokale problemen

In Medellín, een middelgrote stad in het noordwesten van Colombia, zagen ze vooral veel sociale innovatie. ‘Mensen die het samen willen doen. We spraken met een jongen die zooltjes had ontwikkeld die boeren in hun schoen konden doen, waarmee ze landmijnen kunnen detecteren. Heel erg gedacht vanuit de lokale problemen, maar inmiddels is er wel contact met het Colombiaanse leger, en zelfs met partijen in Vietnam en Afghanistan.’

Tegelijkertijd kennen grote, snelgroeiende steden veel problemen. Hoe gaat de jonge creatievelingen daar mee om? Bakker: ‘Ik sprak een meisje in Lima, zij zei: het is een kwestie van twee stappen vooruit, een terug. Iemand als de stylist Louison, die in Kinshasa voor beroemdheden werkt, zou best naar Europa willen. Maar daarna wil hij weer terug, want zijn wortels liggen in Afrika. Dat zie je bij veel mensen die we spraken: ze willen aan het begin staan van een nieuwe ontwikkeling. Zo voelen ze het. De toekomst ligt voor hun niet in Europa of de Verenigde Staten, maar in hun eigen land.’

Meer bureau buitenland